Funny Games

Haneke maakt de kijker medeplichtig

Funny Games

Voor velen is film escapistisch vermaak, een manier om de eigen realiteit voor even te ontvluchten. Maar wie zich tijdens het bekijken van een film op veilige afstand van het getoonde geweld waant, komt bij de Oostenrijkse regisseur Michael Haneke bedrogen uit. In Funny Games (1997) maakt hij van de kijker een medeplichtige.

Funny Games heeft een simpel plot: een gezin (moeder, vader, zoontje, hond) komt net aan in hun luxe vakantiehuis, als ze bezoek krijgen van een ogenschijnlijk welgemanierde jongeman. Hij is een gast van de buren, zegt hij. Zou hij een paar eieren mogen lenen voor de buurvrouw? Maar als een tweede jongeman plotseling opduikt, wordt duidelijk dat de familie in groot gevaar verkeert. Gegijzeld in hun eigen huis worden ze getreiterd en gemarteld. De hond legt als eerste het loodje. Terwijl de jongemannen sadistische spelletjes spelen, proberen de gezinsleden wanhopig te begrijpen waarom dit hen overkomt.

En de kijker met hen. Maar tevergeefs. “Waarom doen jullie dit?”, vraagt de vader. “Waarom niet?”, luidt het antwoord. Of, later: “Waarom vermoorden jullie ons niet meteen?” “Vergeet het entertainment niet. Anders wordt ons allen het plezier ontnomen.” Die zinnen zijn evengoed gericht aan de kijker. Want het gaat Haneke in Funny Games om het aan de kaak stellen van de entertainment value die wij als kijkers aan geweld toekennen. Dat doet hij door de vierde wand te doorbreken, daarmee erkennend dat de realiteit die door deze beelden wordt opgeroepen maar een illusie is. Een illusie waar wij gebiologeerd naar zitten te kijken.

Een van de indringers draait zijn hoofd en knipoogt naar ons en plotseling zijn wij medeplichtig aan het verschrikkelijke geweld op het scherm. Sterker nog: dit geweld is bij lange na niet zo erg als de leugen die wij onszelf vertellen. We maken onszelf wijs dat we blijven kijken, omdat we het goed willen zien aflopen met het gezinnetje. Maar eigenlijk blijven we net zo goed kijken omdat we benieuwd zijn waar de indringers toe in staat zijn. “Je staat aan hun kant, toch?”, vraagt een van hen, je dwars door het scherm heen aankijkend. Staan we als kijkers inderdaad altijd aan de kant van het gemartelde gezin? Helaas is het antwoord niet zo eenduidig.

Haneke maakt het persoonlijk. De staat van spanning waarin hij ons houdt is typisch voor een thriller, maar omdat we rechtstreeks aangesproken worden is het des te verontrustender. Funny Games is daarmee misschien wel de anti-thriller, zich zo bewust van de thrillerconventies dat niets rest dan ze te ondermijnen. Met minimale middelen voert Haneke de spanning op. Er zijn geen meeslepende montage-sequenties, geen wraakscenario, geen happy ending waarin alles duidelijk wordt. Er is zelfs amper geweld in beeld. Het zijn de effecten van dit geweld, getoond in de reacties op de gezichten van het gezin, die zo angstaanjagend zijn. Net zoals de afwezigheid van de reactie bij de indringers. Beleefd en onverschillig kijken ze toe, alsof het geweld niet van hen afkomstig is.

Net als de twee indringers lijkt Haneke er genoegen in de scheppen om zijn publiek door de mangel te halen. Om vervolgens de camera in te kijken en te vragen waar we ons nou opeens zo over opwinden. Het is helemaal geen grappig spelletje dat deze toonaangevende filmmaker met ons speelt.


Filmkrant-lezers kijken drie maanden gratis op MUBI.com, waar Funny Games (niet te verwarren met Haneke’s eigen Amerikaanse remake) vanaf vandaag 30 dagen lang is te zien.