Holy Motors

De sleutel tot het spiegelpaleis

Holy moley! Holy Motors van Léos Carax is de beste opgestoken middelvinger die je in 2012 te zien kan krijgen. Niet voor niets krijgt de regisseur die onterecht niets won in Cannes in augustus een ere-Luipaard in Locarno.

Holy Motors begint met een opgestoken middelvinger. Echt. Letterlijk. We weten alleen nog niet naar wie.

Die opgestoken middelvinger is de sleutel tot de film. Ook dat moeten we letterlijk nemen. Hij zit vast aan het lichaam van de regisseur zelf: Léos Carax, die als de film begint in een hotelkamer ligt te slapen tot hij door het geluid van een scheepstoeter buiten gewekt wordt. Of slaapt hij nog? En ontwaakt hij in deze droom-in-een-film in een droom-in-een-droom? Met die sleutelvinger ontsluit hij vervolgens een geheime doorgang in de muur die hem in de bioscoopzaal brengt waar de film begonnen is.

Ook dat moeten we letterlijk nemen, want de droomachtige beelden die Holy Motors openen en die ons geruisloos van de ene in de andere werkelijkheid brengen zijn als een film-in-een-film of een droom over cinema en een slang die in zijn eigen staart bijt tegelijkertijd. Wat is droom, wat is film, en wat is werkelijk waar? Ze gaan naadloos in elkaar over in die korte proloog, waarin regisseur Carax misschien niet heel veel meer zegt dan: welkom in de wereld van mijn verbeelding. Hier gelden mijn regels.

Vandaar dat fuck you-gebaar.

Maar wat een heerlijke nieuwe wereld zit er achter die muur.

De associaties buitelen over elkaar heen. Van Alice in Wonderland tot Franz Kafka, via de Argentijnse labyrintische schrijver Jorge Luis Borges en de Franse surrealistische filmer Georges Franju tot de animatiefilm Cars en de films van Carax zelf. En meer.

Misschien moeten we dat ‘fuck you’ ook wel letterlijk nemen.

Deze film is een orgastische ervaring.

Paranoia filmpoëzie
De vijfde speelfilm van Léos Carax (1960) ging afgelopen mei in première in Cannes, waar hij met evenveel applaus als boegeroep ontvangen werd. Te controversieel dus om op z’n minst een regie-Palm in ontvangst te mogen nemen. Het Filmfestival Locarno reageerde adequaat en maakte bekend Carax in augustus een ere-Luipaard te zullen uitreiken. Daarmee treedt hij in de voetsporen van eerdere laureaten als Manoel De Oliveira, Jean-Luc Godard, Abbas Kiarostami en Paul Verhoeven.

Holy Motors was in Cannes overigens niet omstreden om z’n inhoud, maar om z’n vorm, die zoals uit die kleine ouverture blijkt zijn eigen associatieve wetten volgt, die je zowel heel letterlijk als diepduidend kunt interpreteren. Je weet alleen niet altijd welke van de twee paden je moet kiezen. Holy Motors is paranoia filmpoëzie. Het is filmpoëzie, zoals alleen poëzie van iets simpels als een wolk of een droom of een scheepstoeter iets groots en onbevattelijks kan maken. Vrij en rijk en eindelijk weer eens een film die de muren die de cinema om zich heen heeft opgetrokken doorbreekt met een even verwarrend als verfrissend resultaat.

Het heeft dertien jaar geduurd voordat Carax het voor elkaar kreeg om weer een speelfilm te realiseren. Na het eveneens gehate en bewierookte Pola X (1999) verdween de regisseur die in de jaren tachtig en negentig de Franse filmwereld wakker schudde met een drietal films die oerromantisch, fataal en onheilspellend waren (de ‘Alex’-trilogie Boy Meets Girl, Mauvais sang, Les amants du Pont-Neuf), geplaagd door depressies en andere malheur onder de radar.

De film kwam, zo vertelde Carax in de spaarzame interviews die hij rondom de première in Cannes gaf, voort uit het niet van de grond komen van een aantal andere projecten. Daarop besloot hij het anders aan te pakken. Autonoom. Niet dat eindeloze wachten op geld en acteurs. Maar net zoals in de korte film Merde, die hij in 2008 als onderdeel van het drieluik Tokyo! draaide, op het lijf geschreven van zijn vaste acteur, muze en alter-ego Denis Lavant. Digitaal gedraaid. Al haat Carax digitaal. En dus gaat Holy Motors en passant ook over de alomtegenwoordigheid van die kleine cameraatjes in ons leven. Ook hier weer op een manier die even banaal-filosofisch als mysterieus is. Die camera’s zijn er. Maar wie kijkt ernaar? En wie wordt bekeken? Rollen spelen en registreren worden zo een existentiële staat. Ik word gefilmd dus ik ben. Maar willen we daar wel op worden vastgepind?

Odyssee
In Merde speelt Lavant een roodharig monster. Een opgejaagde faun die zich krom en hongerig door de straten van Tokyo haast, onderwijl grote hoeveelheden bloemen naar binnen schrokkend. In Holy Motors keert deze Monsieur Merde terug op de Parijse begraafplaats Père Lachaise waar hij actrice annex fotomodel Eva Mendes (“erotic and robotic at the same time”, aldus Carax) ontvoert en aan haar haren knabbelt. Monsieur Merde is slechts een van de vele incarnaties van Lavant in Holy Motors. In totaal speelt hij elf rollen, waaronder een bankier, een bedelares, een stervende man, een huurmoordenaar en de aanvoerder van een accordeonorkest.

In feite is Holy Motors niet meer dan een lange autorit, waarin een man die zich Monsieur Oscar noemt zich in een witte stretch limo door Parijs laat vervoeren om in diverse vermommingen kleine interventies in de werkelijkheid te doen. Die auto is zijn kantoor, kleedkamer en kantine. Voor elk van zijn acties tijdens die vierentwintig uur durende odyssee neemt hij een ander persona aan. Soms is die rol een vermomming, soms een meer professioneel kostuum dat bij de functie past (zoals het pak met sensoren van de motion capture specialist). In een ander geval is het personage iemand die met anderen interacteert (zoals de vader) en ga je ervan uit dat deze rol dus niet een eenmalig inmengen is.

Dat alles maakt het interessant om je af te vragen wie die Monsieur Oscar precies is. En of Monsieur Oscar, die nu eenmaal de eerste is met wie de estafette begint, niet ook een rol is. Is hij een wraakengel of een beschermengel? Is hij iemand die de orde verstoort of de balans in het universum herstelt? Maakt hij kortom deel uit van een Philip K. Dick-achtig ‘Adjustment Team’? Of is hij iemand die speelt omdat hij bespeeld wordt? Gedurende de film zal een aantal van deze vragen worden opgelost, al laat Holy Motors veel ruimte voor eigen interpretatie en associatie. Carax houdt ervan om met filosofie en genre te spelen.

Schoonheid
Een van de mogelijke antwoorden komt als Monsieur Oscar, die we gemakshalve maar even zo blijven noemen, in zijn limousine een ontmoeting heeft met de door Michel Piccoli gespeelde ‘man met de moedervlek’. Het is een sleutelscène omdat hier voor het eerste duidelijk Carax’ obsessie met het leven voor en achter de camera wordt uitgesproken. De man met de moedervlek vraagt Oscar waarom hij doet wat hij doet. Oscar antwoordt dat de schoonheid ervan ‘in de act’, in het doen zelf ligt. Waarop de man hem eraan herinnert dat schoonheid in het oog van de waarnemer schuilt en zich afvraagt wat je met schoonheid moet als er niemand is om het waar te nemen.

In die opmerking ligt een hele wereld verscholen. Holy Motors werd door Carax opgedragen aan actrice Yekaterina Golubeva die hij castte in Pola X en met wie hij samen een dochter opvoedde. Golubeva maakte in 2011 een einde aan haar leven en in haar rouwadvertentie stond het volgende citaat van Robert Musil uit Der Mann ohne Eigenschaften: “Ik geloof dat schoonheid, zei Ulrich, niets anders is dan de uitdrukking van het feit dat er van iets gehouden is.”

Ondanks de melancholische ondertoon van deze autobiografische verwijzing zitten er twee vitale kernbegrippen in: schoonheid en handeling.

Holy Motors is een ode aan de cinema. Niet alleen door zijn talloze verwijzingen naar andere films en die van Carax zelf. Die zitten erin voor de liefhebbers, maar het doet er niets toe als je ze niet herkent. Belangrijker is dat Holy Motors een ode aan het proces van het filmmaken zelf is, aan ’the act’ (wat je in het Engels ook nog eens lekker tweeduidig kunt interpreteren). Aan de lol van het verhalen vertellen, rollen spelen, transformeren, identificeren en personifiëren. En daarmee ook aan acteur Denis Lavant, clown, circusman, transformatiekunstenaar, zelfontvlammend speler. En daarmee ook een ode aan het lichaam in een virtuele wereld (kijk maar naar de scène waarin hij die motion capture specialist speelt).

Holy Motors is een film die niet alleen onderzoekt hoeveel verschillende rollen wij in ons leven spelen, maar die ook laat zien hoe onze handelingen het gevolg zijn van de vele rollen die we spelen, de verlangens die we hebben en het idee dat we iets kunnen doen om die verlangens in te lossen. In dat licht is elke filmmaker nu eens bedelaar en dan eens huurmoordenaar en slachtoffer tegelijk. En niet alleen de filmmaker. Ook wij. Als gewone toeschouwers zijn wij vaders en zakenmensen en heel af en toe roodharige monsters met bloemenhonger.

Als toelichting op de film haalt Carax zelf in het persboekje twee citaten uit het verhaal Everything and Nothing van Borges aan, waarin het onder andere gaat over Shakespeare die in het licht van de dood tegen god zegt dat hij vergeefs zoveel rollen heeft gespeeld en eigenlijk alleen nog maar zichzelf wil zijn. En als we het dan toch over Shakespeare hebben: als de wereld een schouwtoneel is, dan neemt Holy Motors ons mee naar het spiegelpaleis van de coulissen: hel, hemel en voorgeborchte ineen.

Limousines
Jezelf zijn. Maar wat betekent dat? Eigenlijk is Holy Motors een geweldige labyrintische metafoor voor een paar oersimpele vragen. Iedereen vraagt zich wel eens af hoe de dingen in elkaar zitten. Wie ben ik? Heeft de mens een vrije wil? Of zijn er andere machinaties aan de macht die bepalen wat er gebeurt? En waarom líjkt het op z’n minst zo dat er soms dingen gebeuren die totaal geen zin of logica lijken te hebben? Het beeld van die witte limousines die door Parijs rijden (want Monsieur Oscar is niet de enige) is goed getroffen. Iedereen die wel eens zo’n geblindeerde auto heeft zien rijden vraagt zich onwillekeurig af wie zich achter die ramen bevindt. Net zoals de hoofdpersoon uit David Cronenbergs Cosmopolis, die zich ook in zo’n witte stretch limo voortbeweegt, door een andere stad, maar met niet eens zo heel andere beweegredenen, zich afvraagt waar die auto’s ’s nachts naartoe gaan. Nou, daar geeft Holy Motors in ieder geval het antwoord op.

Toch zijn die limousines niet de ‘holy motors’ waar het om draait. Ze zijn een vehikel. Een cocon. Ze vervoeren gedachten, concepten, acties en interacties. De mensen die ze vervoeren, dat ze zijn de echte ‘holy motors’, want zij houden de boel in beweging. Met kunst en met dromen.