A Blast

Maria staat op ontploffen

  • Datum 25-02-2015
  • Auteur
  • Gerelateerde Films A Blast
  • Regie
    Syllas Tzoumerkas
    Te zien vanaf
    01-01-2014
    Land
    Griekenland
  • Deel dit artikel

Syllas Tzoumerkas neemt in zijn energieke tweede film nadrukkelijk afstand van de omfloerste maatschappijkritiek van de Griekse ‘weird wave’: A Blast is een boze film met het hart op de tong.

Je kunt zeggen wat je wil over het instorten van de Griekse economie: het heeft de filmmakers van het land in ieder geval een flinke oppepper gegeven. De vervreemdende films van ‘weird wave’-makers als Yorgos Lanthimos (Dogtooth) en Athina Rachel Tsangari (Attenberg) gaan nooit direct over de crisis, maar zijn niettemin te zien als product van, en commentaar op, een samenleving die op instorten staat. Een samenleving waar de regels van het sociale spel niet meer gelden.
Regisseur Syllas Tzoumerkas pakt het een stuk directer aan. Net als in zijn debuut Homeland (2010) gebruikt hij in zijn nieuwe film A Blast een familiedrama als metafoor voor de sociale onrust in zijn land, die ook expliciet de achtergrond van het verhaal vormt. A Blast vertelt het verhaal van Maria, en opent in volle vaart met een geagiteerde autorit over een smal kustweggetje terwijl in de verte iets in lichterlaaie staat. De betekenis van de scène wordt pas laat in de film volledig duidelijk, zoals Tzoumerkas zijn in essentie simpele narratief constant door elkaar husselt.
De grote lijn is deze: Maria staat op ontploffen. Terwijl die blast zich ontvouwt in het heden, waarin de jonge moeder haar drie kinderen dumpt bij haar zus en op de vlucht slaat, wordt uit flashbacks langzaam duidelijk wat de redenen voor haar explosiviteit zijn. De scheurtjes in haar ogenschijnlijk gelukkige huwelijk met kapitein Yannis, die het halve jaar op zee doorbrengt. Het gedoe met haar zwager, de extreemrechtse vuilnisman Kostas, die haar verstandelijk beperkte zus Gogo mishandelt. De ruzies met haar op het eerste gezicht liefhebbende ouders, voor wie ze haar studie afbrak en die nu compleet bankroet blijken.
Iedere melodramatische verwikkeling in de familie is direct te relateren aan de economische crisis. Helaas legt Tzoumerkas die link soms al te opzichtig, bijvoorbeeld wanneer de familie op tv naar een politicus kijkt die stelt dat "deze regering en u als volk een zinkend schip hebben geërfd", en direct daarna boven tafel komt dat de familiewinkel failliet is. Of wanneer Gogo over haar echtgenoot beweert: "Kostas is fascist omdat wij nieuwe armen zijn." Maar toch: na alle omfloerste experimenten van de ‘weird wave’ is Tzoumerkas’ boze, wanhopige aanklacht ook verfrissend, en de onuitputtelijke energie van de film maakt sowieso dat eventuele tegenwerpingen pas een kans krijgen als je al lang weer buiten staat.

Joost Broeren