Nuri Bilge Ceylan over Once Upon a Time in Anatolia

Duel in duisternis

Once Upon a Time in Anatolia won afgelopen Cannes de Grand Prix. Regisseur Nuri Bilge Ceylan stuitte op een intrigerende kant van de menselijke natuur. “Dat we ons verbonden voelen met wie dichtbij is, zelfs als het een moordenaar is. Dan merk je dat je tot hetzelfde in staat bent. Je staart in de afgrond van je eigen ziel.”

Sla een interview open met Nuri Bilge Ceylan (1959) en je leest dat Tsjechov een grote inspiratie is. Het is een aangename riedel die de Turk al jaren afdraait en die verhelderend is maar ook weer mystificerend.

Verhelderend omdat beide kunstenaars gefascineerd zijn door een weerbarstige staat van zijn, door verzet tegen verandering, vernieuwing, ontdekking en herrijzenis: de geliefden in Ceylans Iklimer, het gezin in Three Monkeys, alle personages in Uzak omdat ze er niet in slagen tot elkaar te komen, de koppige vader in Wolken in mei die net als de eigenaresse van Tsjechovs kersentuin wil behouden wat is. Wat beweegt, brengt ongeluk. Hoe sneller het beweegt in Ceylans films, hoe meer rotzooi er van komt.

Maar mystificerend is de vergelijking met Tsjechov ook omdat Ceylan evengoed zijn eigen weg gaat. En zeker geen vaudeville wil maken, zoals de Rus voor ogen stond met De kersentuin. Vergelijkingen rammelen gelukkig altijd.

Anti-roadmovie
En als we het daar dan toch over hebben, beweging zit er bijna niet in Ceylans 157 minuten durende roadmovie Once Upon a Time in Anatolia. De film is juist één grote, lange, op sommige momenten zelfs opzettelijk saaie – zegt de regisseur zelf – bevestiging van stilstand, van de kracht van rituelen die alle onrust en verandering in zich opnemen en laten verdwijnen. Anti-roadmovie, anti-western, ergens in die contreien. De vergelijking met David Finchers Zodiac en Corneliu Porumboiu’s Politist, adjectiv gaat op voor zover Once Upon a Time in Anatolia ook begint als een politieonderzoek en dan meandert richting iets heel anders. Maar veel meer dan de Amerikaan en de Roemeen is Ceylan ook een maker van verbijsterend mooie beelden. Hier meer dan ooit.

De film volgt de nachtelijke zoektocht van een groep dorpsnotabelen in de kale heuvels van Anatolië naar het lichaam van een vermoorde man. Ook de verdachte is erbij. Naarmate ze zich dieper in de nacht begeven en de kou verlammender werkt, ontrafelen zich de feiten en ficties van hun bestaan — een schemergebied waarin de filmmaker zich vaker beweegt — en komt het reactionaire construct van de macht bloot te liggen.

Arts
Nuri Bilge Ceylan hoorde het verhaal tijdens een diner van een arts die in Anatolië had gewerkt. “Een arts, net als Tsjechov dus. Die maken schijnbaar veel van dit soort verhalen mee”, vertelt Ceylan afgelopen mei in Cannes grinnikend.

“Je moet ze dwingen om erheen te gaan, weet je. Alle artsen willen in Istanbul werken, niemand wil naar Anatolië want dat is het achterland van Turkije. Daarom is er een dienstplicht ingevoerd waarbij ze worden uitgezonden om twee jaar in het gebied te werken. Daarna komen ze zo snel mogelijk terug naar de stad, maar de man die ik sprak was er zeven jaar gebleven. Hij vertelde dat ze tijdens die zoektocht als het ware bevriend raakten met de moordenaar en vergaten wat hij had gedaan. Tot men het lichaam vond, toen waren ze weer tegenstanders. Misschien schuilt daarin wel de reden om de film te maken. Want dat is een intrigerende kant van de menselijke natuur: dat we ons verbonden voelen met wie dichtbij is, zelfs als het een moordenaar is. Dan merk je dat je tot hetzelfde in staat bent. Je staart in de afgrond van je eigen ziel.”

Roerloos
De filmmaker hield het zoals altijd dichtbij zichzelf. Hij kent het dorpsleven uit zijn jeugd, zijn vader was een van die provinciale bureaucraten, zoals hij ze zelf noemt. En weer viel hem tijdens de voorbereidingen op hoe emoties zich in Anatolië naar binnen keren, hoe de uitdrukking ervan anders is dan in de stad. Dat ze hun kind hadden verloren, vertelden twee ouders hem op een avond aan tafel. Verdronken in ondiep water. Roerloos zaten ze daar, zegt de filmmaker. Daarna verschijnt de mystiek om het allemaal onverklaarbaarder en op een verdraaide manier acceptabeler te maken. Geesten, bizarre voorvallen, overdrijvingen. Daartegenover de notabelen die de werkelijkheid op hun eigen manier proberen te manipuleren. Door de feiten naar hun hand te zetten. Het volk gebruikt fictie om zichzelf tot slachtoffer te maken, de notabelen verheffen zich ermee tot heersers.

“Ik probeerde de duistere kant van mijn eigen ziel te begrijpen en die bureaucraten zijn dan een dankbaar onderwerp. Die zijn keihard. Er is altijd een strijd om de macht in die afgelegen plekken — misschien zoals de sheriff zich in kleine westernstadjes ook altijd moest bewijzen. Dat is wat er gebeurt tijdens die nachtelijke zoektocht.”

Over de opvallende en voor de film cruciale spanning tussen het politierapport en de altijd weerbarstige realiteit wil Ceylan weinig kwijt. Het rapport wil de feiten zo precies mogelijk vastleggen om de moord te kunnen verklaren. Maar ja, wat zijn die feiten dan? Wie bepaalt dat? “Iedereen probeert verantwoordelijkheid af te schuiven want allemaal hebben ze er op een of andere manier mee te maken. Hoewel ze niet allemaal manipuleren. De arts is nog maar net aangesteld in het dorp dus die is nog nieuwsgierig om de waarheid boven tafel te krijgen. De rest probeert zijn geweten te zuiveren.”

Maanlicht
Alleen aan het eind van de film verschijnt het ochtendlicht, de rest speelt zich af in het donker. Met reden, zegt Ceylan, de personages moeten in het duister tasten. Om toch aan het totale zwart van de nacht te ontsnappen moest wel extra belicht worden en die belichting is, zonder overdrijven, schitterend.

“In die duisternis zou je alleen de koplampen van de auto’s zien dus er was extra licht nodig. Sommige stukken van de film zijn opzettelijk saai gemaakt om het gevoel te geven dat die zoektocht nooit zou ophouden, maar zonder licht zouden die stukken twee keer zo saai zijn geworden. We hadden goed maanlicht nodig maar dat is nogal duur want dan moet je een planeet huren. Uiteindelijk hebben we heel sterke lampen aan enorme kranen gehangen. Aan de horizon hebben we nog wat licht geplaatst om in de verte details zichtbaar te maken. Want details zijn belangrijk. En het is gelukt, hoorde ik. Gisteravond bij de vertoning van de film [in Cannes] raakte het publiek inderdaad verveeld zodat men begon te klappen toen het lijk gevonden werd. Kijk, dan ben ik dus tevreden.”ronald