Nick Cave en John Hillcoat over The Proposition
Bloederige blues

The Proposition
“Het scenario van The Proposition schreef ik als een song”, zei popmuzikant Nick Cave over de Australische antiwestern die hij samen met John Hillcoat maakte. “Ik had geen idee hoe je een script moest schrijven. Het stond vol met muzieknotaties.”
Eigenlijk is hij zelf een Australische outlaw. Met zijn fluwelen kostuum en druipsnor lijkt hij net een achterneefje van Ned Kelly, de beroemdste vrijbuiter uit het land dat popmuzikant Nick Cave nu alweer 25 jaar geleden verliet om na vele omzwervingen in Londen terecht te komen.
Daar schreef hij in opdracht van zijn oude makker John Hillcoat (die diverse Birthday Party en Bad Seeds-clips voor Cave regisseerde en met wie hij samenwerkte aan de soundtracks voor Ghost… of the Civil Dead en To Have and to Hold) in drie weken het scenario voor de antiwestern The Proposition, die deze maand op dvd verschijnt. “The easiest gig I’ve ever done.”
We spraken het duo, en vooral de opmerkelijk geanimeerd vertellende Cave tijdens het Filmfestival Berlijn, waar de film eerder dit jaar zijn Europese première beleefde.
Cave schreef niet alleen het scenario (met hoofdrollen voor Guy Pearce en Danny Huston) alsof het een van zijn nummers was, het met Bijbelse allure vertelde verhaal van broedertwist, moord en wraak in negentiende-eeuws Australië is niets anders dan een beeldgeworden variant op een van zijn murder ballads. Dat de film op vergelijkbare wijze af en toe met pathos uit de bocht giert, moeten we dan maar net als Cave’s steeds tegen de toon aan zingende stem voor lief nemen.
Geen evil inside
De film heeft een lange voorgeschiedenis, die teruggaat tot het begin van de vriendschap tussen de beide expats. Een western wilden ze al heel lang maken. Aanvankelijk zou Cave alleen de muziek schrijven, maar toen het te lang duurde voordat Hillcoat een interessant script gevonden had vroeg hij uiteindelijk Cave het te schrijven. Ze lieten zich inspireren door de Amerikaanse antiwesterns van Sam Peckinpah, Robert Altman, Terence Malick en Sergio Leone.

Cave: “De traditionele Amerikaanse western ziet alles heel zwart-wit. Dat is eigenlijk de manier waarop Amerika tot op vandaag de dag alles in de wereld ziet. Maar het idee dat je beschaving, vrede en voorspoed met het zwaard kunt brengen werkt niet. Australië is daar nog steeds niet overheen. Het is nog steeds een land dat in het reine moet komen met zijn eigen gewelddadige wordingsgeschiedenis. Ik heb een veel ambivalenter kijk op de Australische geschiedenis, die is voor mij veel schimmiger. Daarom was het belangrijk voor ons om die op de officiële lezing te heroveren.”
“Ik geloof niet in dingen als een slechte inborst. Er bestaat niet zoiets als ‘the evil inside‘, simpelweg omdat er ook niet zoiets bestaat als ‘het goede’. Goed en slecht zijn op z’n minst twee kanten van dezelfde medaille. Daarom introduceren we Arthur, de ‘slechte’ broer, ook pas zo laat in het verhaal. Iedereen heeft het dan al over “the dog man“, zodat je als toeschouwer het idee krijgt dat hij een of andere slechterik is die in de heuvels leeft. Maar als je hem dan eindelijk te zien krijgt, tonen we hem eerst van zijn menselijke kant, als iemand die met zichzelf in balans is en volgens de wetten van de natuur leeft. Het duurt heel lang voordat we zijn slechte zijde te zien krijgen.”
“Ik ben opgegroeid in ‘Kellycounty’, het achterland waar dit soort geschiedenissen zich heeft afgespeeld, de plek waar Ned Kelly leefde, zijn misdaden beging en stierf. Dat vormt je. Je absorbeert dat als kind. Dat is duidelijk. En ik houd er niet van, op z’n zachtst gezegd, om m’n ogen te sluiten voor het feit dat iedereen moreel gecompromitteerd is. We wilden ook het geweld van de oorspronkelijke bewoners ten opzichte van elkaar laten zien en hun verzet tegen de Engelsen. Er is die misconceptie dat ze een vredig nomadisch volk waren, maar ze vochten gewoon terug hoor. Iets wat de Aboriginal-acteurs bevrijdend vonden om te spelen.”
“Ik denk dat het een voordeel is dat we zo lang weg zijn uit Australië dat we er met meer afstand naar hebben kunnen kijken. Ik vind het shockerend hoe Australië de afgelopen tien jaar met z’n eigen verleden omgaat. Het lijkt wel alsof men de manier waarop men de Aboriginals heeft behandeld wil uitwissen. Toen ik er twintig jaar geleden woonde, was dat echt een hot issue.”
Vliegen
Met behulp van cameraman Benoît Delhomme (onder meer bekend van Tsai Ming-liangs What Time Is it There?) creëerde regisseur John Hillcoat een fascinerend angstaanjagend landschap, soms verblindend wit en soms in de aardetinten van geronnen bloed. Hillcoat vertelt hoe ze hartje zomer opnamen maakten in de outback van Queensland, waar de temperatuur soms wel 57 graden werd, de acteurs regelmatig een vlieg inslikten en actrice Emily Watson het bestierf in haar corset en fluwelen jurken: “Maar dat droegen ze toen dus.” En hoewel Hillcoat zich voor de art direction en de sfeer van de film sufresearchte, was het voor beiden het belangrijkste om een “mythisch, archetypisch verhaal te vertellen.”
Hillcoat: “De bushrangers waren outlaws die de verste uithoeken van Australië opzochten. Hun final frontier lag niet zoals in de VS aan de Westkust, maar in het hartje van het land. Dat is al een andere beweging. Je eindigt niet aan zee, maar in de woestijn. Ze liepen zichzelf vast. En ze waren geen brave immigranten, maar mensen die op de vlucht waren voor hun verleden, de wet, hun geweten. Je had de Ierse gevangenen, zoals de gebroeders Burns om wie het verhaal draait, die in de clinch lagen met de Engelsen en dan had je nog de Aboriginals, van wie ze soms op aan konden en soms niet. De bushrangers hadden hen nodig om in het landschap te kunnen verdwijnen en de Engelsen om hen weer op te sporen. Dat zijn interessante dualiteiten.”
Cave: “Het scenario van The Proposition schreef ik als een song. Ik had geen idee hoe je een script moest schrijven. Het stond vol met muzieknotaties. Maar het was voor mij veel makkelijker dan het schrijven van muziek. Als ik een song schrijf, is dat een heel pijnlijk proces. Het moet gaan over hoe ik me voel. Dan wil ik een precies statement geven van hoe ik op dat moment tegen de wereld aankijk. Nu kreeg ik de thema’s aangereikt. Dus je kunt beter zeggen dat ik de film een muzikale structuur heb gegeven: hij gaat op en neer tussen momenten van serene stilte en extreme geweldsuitbarstingen.”
“Het was vanaf het begin af aan duidelijk dat dit een gewelddadige film zou worden. Maar niet van dat gratuite Tarantino-geweld. Het was een gewelddadige tijd. Het was voor mij een uitdaging om daarom het geweld zo lang mogelijk uit het script weg te houden, want eerlijk gezegd ben ik zo fucked up van al die films die worden gemaakt om de slechteriken nog enger dan in de vorige film te laten zijn. Eerlijk gezegd vind ik geweld in films tamelijk saai, net zoals seks. Voor mij gaat The Proposition vooral over hoe niet alleen de mens de vijand van zichzelf is, maar ook over hoe dat geweld wordt getriggered door een ongastvrije, vijandige omgeving. De poging om Australië te civiliseren is om die reden waarschijnlijk waanzin geweest. Kijk maar hoe Australiërs wonen: aan de rand van het land, met hun gezicht naar de zee, zonder oog voor wat zich ‘daarbinnen’ afspeelt.”
“Om uit te drukken hoe het landschap eruit moest zien, had ik de muziek voor de soundtrack al geschreven. John en Benoît hebben dat vertaald in een wonderschoon bruut droefgeestig gevoelslandschap. Eigenlijk gaat The Proposition over hoe het landschap nog meedogenlozer is dan de mensen die erin leefden.”
The Proposition is vanaf 28 oktober 2006 verkrijgbaar op dvd.