Mete Gümürhan over Young Wrestlers

In trance trainen

Jonge sporters op een Turks worstelinternaat zoeken naar een eigen identiteit in Mete Gümürhans Young Wrestlers. “Ik wilde laten zien dat er in Turkije meer bestaat dan alleen politieke problemen.”

Soms dringt betekenis zich van buitenaf aan een film op. Sinds de documentaire Young Wrestlers van de Rotterdamse filmmaker Mete Gümürhan afgelopen februari op het filmfestival van Berlijn in première ging, veranderde de Europese band met Turkije radicaal. Dat heeft ook zijn weerslag op dit in principe apolitieke verhaal, over een groep jonge worstelaars in spe op een Turks sportinternaat.

Ergens zit die politieke achtergrond ook bewust in de film, zegt Gümürhan. “Ik wilde laten zien dat er meer in Turkije gebeurt dan alleen politieke problemen. De film is gemaakt voor jeugdige kijkers, maar op de achtergrond speelt een politieke actualiteit die ook volwassenen aan kan spreken. Dat werd vooral tijdens de montage duidelijk: het idee dat de film een soort Turkije in het klein toont – met iemand aan de macht die soms heel zachtaardig en soms heel hardhandig is.”

Maar het uitgangspunt voor de film was persoonlijker. “Elk land heeft zijn nationale sport – in Nederland is het schaatsen, in Rusland misschien ballet, en Turkije is sterk in worstelen. Ik maakte die sport als kind elke zomer mee, als we in Turkije op vakantie waren. Dus het is deels een hommage aan mijn opa en mijn ouders, aan mijn achtergrond. En ik wilde iets laten zien van de hedendaagse jeugd in Turkije, die daar hun identiteit probeert te vinden.”

Ontvoeren
Terwijl het thema dus al langere tijd bij Gümürhan leefde, veranderde het concrete onderwerp van de film kort voor het draaien nog volledig. “In eerste instantie zou ik twee broertjes volgen. Beiden zijn succesvol in hun categorie, en soms staan ze tegenover elkaar op het veld. Maar kort voor we zouden gaan draaien, trok hun vader onverwacht de toestemming om ze te filmen in, zogenaamd omdat hij bang was dat we zijn kinderen kwamen ontvoeren. Een belachelijk idee: het is drieëneenhalf uur vliegen en negen uur in de auto naar waar zij wonen!”

Achteraf was het een geluk bij een ongeluk. Op de bonnefooi reden Gümürhan en zijn cameraman en geluidsman naar het internaat waar de jongens in opleiding waren. “Toen we dat dorpje binnen kwamen rijden wist ik meteen: dit is de locatie. Het grijze gebergte in de achtergrond, met groene bomen ervoor, en toen we bij het internaat aankwamen zagen we dat roze gebouw – dat was direct het contrast dat de film nodig had.”

Gümürhan en zijn crew sprongen in het diepe. “We begonnen eigenlijk zonder te weten wat we aan het draaien waren. Maar die jongens hebben een strak programma, dat gaf houvast: opstaan, rennen, eten, trainen, school, eten, weer trainen. Gaandeweg zijn we het toe gaan spitsen, en uiteindelijk zijn drie jongens onze hoofdpersonages geworden: Beytullah, die de potentie heeft om Olympisch kampioen te worden maar gezondheidsproblemen heeft; Baran, die problemen heeft met zijn gewicht; en Muhammed, een gemiddelde worstelaar die van alles doet om toch niet gemiddeld te zijn. Om een band met ze te krijgen, hebben we wel interviews afgenomen, maar ik wist vanaf het begin dat we die niet zouden gebruiken. Ik zocht naar een meer fictie-achtige manier van vertellen.”

Trance
Het resultaat is een afgewogen portret van het dagelijks leven op het internaat, waar de trainers soms met harde hand de controle nemen maar ook een intieme zorgzaamheid en genegenheid naar de jongens tonen. Gümürhan kreeg het voor elkaar als de spreekwoordelijke vlieg op de muur te kunnen opereren, schijnbaar onopgemerkt door de jongens en hun trainers.

“De cameraman en geluidsman spreken geen Turks, maar de kinderen hadden gelijk een connectie met hen. Het zijn allebei lange, Europese jongens, en op de een of andere manier sprak dat ze aan. Na de eerste paar dagen hadden die jongens wel door welke woorden wij gebruikten om te draaien. Dus elke dag spraken we in de auto onderweg naar het internaat een nieuw stopwoord af om te starten met draaien zonder dat zij het doorhadden, zodat zij gewoon zichzelf konden zijn.”

Maar eigenlijk kostte het weinig moeite om de jongens en hun trainers de camera te laten vergeten, zegt Gümürhan. “Tijdens de trainingen zijn ze zó in trance, dat ze niks meer van ons merkten. Ik wilde een van de trainers een keer onderbreken, omdat hij zo wild met de jongens en zichzelf bezig was, dat we bang waren dat de microfoon die hij om had stuk zou gaan. Dus ik loop naar hem toe en tik hem op zijn schouder, en hij pakt mij ook meteen in een houdgreep! Zozeer gaan zij op in dat werk, in hun passie.”