Thuiskijken – 1 juni 2016

Lemonade

Beyoncés Lemonade
Van een citroen limonade maken

De beste film van het jaar tot nu toe wordt geen film genoemd, maar visual album. Volgens reacties op internet is Beyoncés Lemonade van alles: een marketingtruc, een epic act of public shaming, een politiek pamflet. Dat is allemaal waar. Maar als we alle lagen van Lemonade afpellen, dan houden we pure oprechtheid over.

Door Sacha Gertsik

Beyoncé heeft het visual album niet uitgevonden. Van The Beatles’ A Hard Day’s Night en Spiceworld van de Spice Girls tot Kanye’s Runaway — dit genre binnen de audiovisuele cultuur kent een lange en gevarieerde geschiedenis. Zelfs Beyoncé zelf bracht al eerder een visual album uit. Maar niet eerder was het echt een film.
Hoewel er zeven regisseurs op de credits staan (onder wie Beyoncé zelf), is Lemonade één verhaal — het (wellicht autobiografische) verhaal van een vrouw die zich verraden voelt door de man van wie ze houdt. Via een variatie op de door psychiater Elisabeth Kübler-­Ross beschreven fasen van rouw zien we Beyoncé deze gebeurtenis ervaren en verwerken.
De muzieknummers nemen hierbij net zo’n prominente plek in als de treffende spoken word-fragmenten van de Somalisch-Britse dichteres Warsan Shire of de duizelingwekkende gevarieerdheid aan beelden: gestileerde beelden van Beyoncé, archiefmateriaal, documentaire beelden, homevideo’s. Beelden die ook een politieke lading hebben door de citaten van Malcolm X ("The most disrespected person in America is the black woman. The most unprotected person in America is the black woman. The most neglected person in America is the black woman") en het tonen van vrouwen met de portretten van hun door de Amerikaanse politie vermoorde zonen, verwijzend naar de Black Lives Matter-beweging. Hand in hand gaan de teksten, nummers en beelden ook de rol van de (zwarte) vrouw in de hedendaagse maatschappij te lijf. Wat is de positie van een vrouw in een relatie? Wat is schoonheid? Wat is sexy? Wat is seksuele emancipatie?

Gouden breuklijnen
En al die beelden bevatten dan weer een duizelingwekkende hoeveelheid referenties. Want zien we in de dwalende camera een verwijzing naar de camera van Terrence Malick? Is het rode gordijn een referentie naar Twin Peaks? Over de verschillende referenties maakte videokunstenaar Nelson Carvajal een interessant video-essay, maar al die verwijzingen zijn slechts een onderdeel van hoe de boodschap van Lemonade tot stand komt.
Het plaatst deze film pal in het midden van de hedendaagse visuele cultuur. Het hergebruik van beelden zorgt voor een nieuwe context van die beelden. In Lemonade doet Beyoncé dit op een bijzondere manier: door haar persoonlijke verhaal van rouw en verwerking contextualiseert ze de politieke boodschap van Lemonade en omgekeerd. De beelden laten zien: vooruitgang zal er komen, en wel door de zwarte vrouw zelf. Doordat zwarte vrouwen zullen samenwerken. En zwarte mannen de mogelijkheid krijgen om de levens te leven die de maatschappij hen tot nu toe actief ontzegt.
Wat gebroken is zal weer heel worden. Niet zonder sporen, maar dat hoeft ook niet. In beeld komt een goudgeaderd kommetje. Kintsugi’ heet de Japanse kunstvorm van het met goud repareren van gebroken aardewerk. De breuklijnen blijven zichtbaar, en maken het gebroken voorwerp mooier. De grootmoeders van Beyoncé (Agnéz Deréon) en van Jay Z (Hattie White) vormden een van de inspiraties voor Lemonade. Tijdens een speech gegeven op haar negentigste’verjaardag horen we White zeggen: "I had my ups and downs, but I always found the inner strength to pull myself up. I was served lemons, but I made lemonade."

Oprecht
De populaire visuele cultuur kent tegenwoordig een overmaat aan remakes, boekverfilmingen en vervolgfilms. Dat maakt een originele, persoonlijke en rauwe film zoals Lemonade een welkome en bijzondere uitzondering. Want kunst is er om de weg te wijzen en Lemonade vervult deze rol met verve. Door een lichtbaken te zijn op de weg van kwetsbaarheid en pijn naar vergeving en verlossing. En uiteindelijk groei.
Via Lemonade brengt Beyoncé deze gelaagde, complexe boodschap bij de massa. Ze brengt hoop. Een andere zwarte sterke vrouw zong ooit dat love will save the day. Beyoncé brengt ons de geüpdatete versie van deze boodschap: liefde is moeilijk, zwaar, maar als we oprecht zijn dan kunnen we het aan. Als lichtend voorbeeld neemt ze zelf het voortouw. Now come on ladies (and gentlemen) — let’s get in formation.

Lemonade | Verenigde staten, 2016 | Regie Kahlil Joseph, Beyoncé Knowles Carter | Co-regie Jonas Åkerlund, Melina Matsoukas, Dikayl Rimmasch, Mark Romanek, Todd Tourso | 65 minuten | Te zien via Tidal & iTunes

The Knick
Van het rood en het blauw

Twee seizoenen van ziekenhuisserie The Knick zijn nu verschenen en net als zijn onaangepaste hoofdpersoon John Thackery experimenteert ook regisseur Steven Soderbergh met manieren om waarneming en bewustzijn te verruimen.

Door Dana Linssen

Dat The Knick (nog) niet dezelfde status heeft als andere innovatieve tv-formats als The Wire en Breaking Bad heeft er alles mee te maken dat regisseur Steven Soderbergh (die ook nu weer aan het werk is onder zijn gebruikelijke pseudoniemen als cameraman en editor) niet zo makkelijk te classificeren is. Hij is zowel traditionalist als vernieuwer. In zijn films wisselde hij dat nog netjes af: voor elke Ocean’s 11 was er weer een real time opgenomen, digitaal of ander experiment. In de twee seizoenen die er tot nu toe van The Knick zijn verschenen loopt dat allemaal door elkaar. The Knick is ook niet zomaar anti-televisie door te tarten wat je met tijd en duur kunt doen (The Wire) of hoeveel tijd je kunt investeren in een onsympathieke hoofdpersoon (Breaking Bad), al heeft hij wat betreft vorm en psychologie veel met die twee voorlopers te maken.

De wervelwind van 1900
Plaats van handeling is het New Yorkse ziekenhuis The Knickerbocker in het jaar 1900, het begin van wat historicus Philipp Blom ooit de ‘vertigo years’ heeft genoemd: die periode tussen de negentiende en twintigste eeuw waarin in duizelingwekkende vaart de wereld op het gebied van technologie, wetenschap, economie, massamedia, consumentisme en maatschappelijke verhoudingen aan het veranderen was. En het ziekenhuis waar hoofdchirurg Dr. John Thackery (deels gebaseerd op de historische William Stewart Halsted) als een Dr. House avant la lettre met zijn opium- en cocaïneverslaving worstelt, en de niet minder geniale maar door andere innerlijke en externe (racisme!) demonen geplaagde zwarte arts Dr. Algernon Edwards (op de historische figuren Daniel Hale Williams en Louis T. Wright geënt) hun gedurfde en experimentele behandelingen uitvoeren, is de perfecte arena en metafoor voor die wervelwind van 1900.

Kleurkaart
Het is fascinerend om te zien hoe geraffineerd The Knick media-archeologie en technologiegeschiedenis verweeft in terloopse scènes op overdekte kermissen en in het operatie "theater". Maar intrigerender is nog het kleurgebruik van de serie, dat in seizoen 1 langzaam van rood (opium) naar blauw (heroïne) verschoof. Daarbij weerspiegelde het rood niet alleen de warme droomroes van Thack, maar kreeg in het vele bloed dat bij de bepaald niet omzichtig in beeld gebrachte operaties vloeide ook de functie van een onderbewuste triomf van het organische en lichamelijke over het verstand (het gefocuste wit van de operatiezaal en de cocaïne). We bewogen gedurende seizoen 1 van een organische naar een technologische wereld, waarbij blauw soms al werd ingezet als subtiele hint naar de modernisering (de fiets van zuster Lucy, het liefje van Thack).
Bij de meeste tv-series zie je dat een team verantwoordelijk is voor de stijl, en dat er dan per aflevering regisseurs van dienst worden aangetrokken die binnen het format hun eigen accenten kunnen leggen. Reden om tv een "schrijversmedium" te noemen waarin verhaal- en plotlijnen vaak de enige constanten vormen. Maar Soderbergh regisseerde (en draaide en monteerde) daadwerkelijk alle afleveringen, net als Cary Fukunaga bij het eerste seizoen van True Detective. Maar ze blijven uitzonderingen. Soderberghs lange shots, vele close-ups, extreme scherptediepte-effecten die de gemoedstoestand van Thack aangeven, zijn vloeiende stijl duiden allemaal op een echte visuele auteurshand. Dus als tv de nieuwe cinema is, wat vaak wordt geroepen omdat toch iets de nieuwe cinema moet zijn, dan moeten we het denk ik hierin zoeken. In een die onderdompeling in een wereld, waarin de tijd die je in dat rood en blauw doorbrengt langzamerhand met je eigen perceptie begint te fokken.
In seizoen twee verdwijnt het rood langzaam voor een kleurkaart met meer blauw en oranje/geel. Thack experimenteert met een gevaarlijke cocktail van coke en heroïne. Er worden experimenten gedaan met adre­naline. De wereld is gevaarlijk aan het accelereren en de vlammen van de vooruitgang (en het vooruitgangscynisme dat de serie begint te ademen) schroeien de randen van het beeld.

The Knick seizoen 1 & 2 zijn te zien op itshbo.nl en op dvd en bluray verschenen bij Warner Home Video

I Am Belfast
Belfast is een vrouw

Met I Am Belfast maakte Mark Cousins een lyrische en tegelijkertijd aardse stadssymfonie met oog voor oranje blouses, zoutheuvels, staalgrijze luchten en de Dolly Parton van Belfast.

Zoet en zout water kruisen elkaar in Belfast, de geboorteplaats van filmmaker/-kenner/-journalist Mark Cousins (The Story of Film: An Odyssey), die met I Am Belfast een bijzonder zintuiglijke tocht maakt langs de stadsverhalen en beelden die zich vanzelf prijsgeven als je er maar oog voor hebt. Het is een verhaal vol contrasten. Zoals de zoete rivier hier kan bestaan naast de zoute zee, moesten de katholieken en de protestanten elkaar leren verdragen. Onze gids op deze reis door het Belfast van alledag is een oudere vrouw die beweert Belfast in hoogsteigen persoon te zijn. De stad is een vrouw, schreef thrillerschrijver Ed McBain al eens.
Samen met Cousins in de voice-over verwondert ze zich over mensen en objecten die makkelijk over het hoofd kunnen worden gezien. Zoals de zoutheuvel in de haven die het landschap op een poolgebied met ijsbergen laat lijken, een subtiele verwijzing naar de Titanic die in Belfast is gebouwd. Of de felgekleurde rolluiken en elektriciteitskastjes die ze aan een vermakelijke kleurenstudie onderwerpt. Het enige wat nog aan dit perfecte plaatje ontbreekt, zegt ze, is iets oranje of geels, en prompt lopen er twee vrouwen met een oranje blouse en een gele tas het beeld in, waarmee ze de toch al mooie compositie compleet maken. Een prachtig staaltje manipulatie van onze gids, want verhalen vertellen betekent immers ook de werkelijkheid regisseren.
De rustige beelden van cameraman Christopher Doyle nodigen uit tot aandachtig kijken, zoals naar de arbeiderswoningen onder een staalgrijze lucht, waarbij de dromerige elektronische muziek van David Holmes haar eigen verhaal vertelt. Cousins verwijst uiteraard ook naar The Troubles maar doet dat wel op zijn eigen subtiele manier. Hij toont geen geweld maar een stille straathoek waar twee mannen elkaar passeren. Later blijkt dit de plek te zijn waar de McGurk’s Bar door een terroristische aanslag werd opgeblazen, toen het zoet en zout nog gescheiden leefden.
I Am Belfast behoudt zijn lichte toon dankzij een aantal kleurrijke types, zoals de twee goedlachse vrouwen op leeftijd die in een café herinneringen ophalen, waarbij het woord ‘fuck’ letterlijk in elke zin te horen is. Of de ‘Dolly Parton van Belfast’, die zoals we later horen, bijna vermoord is. Cinefiel Cousins voert in een van zijn onnavolgbare associaties zelfs de B-film Creature from the Black Lagoon op, als waarschuwing voor oplaaiend geweld: aan de oppervlakte mag alles rustig ogen, onder water bewegen haat en spanning die je elk moment aan je benen naar beneden kunnen trekken. Velen ontvluchtten dit onderwatermonster; de bevolking van Belfast slonk tussen 1971 en 1991 enorm. "119.000 people gave up on me", zegt de gids. "I was one of them", antwoordt Cousins schuldbewust, maar met zijn lyrische en tegelijkertijd aardse stadssymfonie is hij naar zijn geboorteplaats teruggekeerd.

Mariska Graveland

I Am Belfast | Engeland, 2015 | Regie Mark Cousins | Distributie BFI

Key House Mirror
Amour

Na twee misdaadfilms koos de Deense regisseur Michael Noer plotseling voor een liefdesavontuur in een verzorgingstehuis. What’ s up with that?

Na twee misdaadfilms slaat de Deense regisseur Michael Noer met zijn derde film Key House Mirror (Nøgle hus spejl) ogenschijnlijk een nieuw pad in. Het verhaal over tachtigplusser Lily (Ghita Nørby) die in het bejaardentehuis een amoureus avontuur met een nieuwe man verkiest boven de zorg voor haar verlamde echtgenoot, heeft ogenschijnlijk niets gemeen met die twee eerdere films.
Met gevangenisdrama R (2010, co-regie met Tobias Lindholm) en Northwest (2013), over een kleine drugsdealer, leek hij een andere richting in te hebben gezet. Een richting vergelijkbaar met die van collega Lindholm, die na R de gevierde films A Hijacking en het recente Krigen maakte: films die maatschappelijke onderwerpen bij de hoorns vatten in een semi-documentaire stijl. Als we het op die manier omschrijven, past Key House Mirror uitstekend in die lijn. Want nee, het leven in een bejaardentehuis kent misschien niet de primaire agressie van kleine criminelen, kapingen en oorlog, maar het is wél een van de meest relevante onderwerpen in het vergrijzende Europa. En ook Noers werkwijze was vergelijkbaar: een kernteam van acteurs werd in echte situaties geplaatst, omringd door echte mensen die in bijrollen min of meer zichzelf spelen.
Voor Noer was de motivatie om met het onderwerp aan de slag te gaan in eerste instantie zeer persoonlijk. Toen hij jong was had hij zijn oma beloofd dat hij nooit zou laten gebeuren dat ze in een bejaardentehuis terecht zou komen — een belofte die hij later in zijn leven heeft moeten breken. Key House Mirror staat uiteindelijk los van die directe aanleiding. Er is wel een rol voor de nakomelingen van Lily en haar twee mannen, maar die is aan de zijlijn, de schaarse keren dat zij (met tegenzin) het bejaardentehuis bezoeken.
Noer houdt het perspectief juist bij Lily, zozeer dat voor de kijker in eerste instantie niet duidelijk is dat ook zij last heeft van ouderdomskwalen. Daar verwijst de titel op een abstracte manier naar: het zijn de woorden die zij moet onthouden in een geheugentest. Door zo radicaal Lily’s visie op de wereld te volgen, maakt Noer ons niet alleen deelgenoot van haar ontluikende verliefdheid, maar ook in het langzaam dagende besef van wat er met haar aan de hand is.

Joost Broeren

Key House Mirror | 2015, Denemarken | Regie Michael Noer | Te zien op dvd en vod (September Film) vanaf 19 mei

Geschreven door de Filmkrant