Luca Guadagnino over After the Hunt
Over het complexe krachtenveld van de liefde
Luca Guadagnino (rechts) op de set van After the Hunt. Foto: Yannis Drakoulidis
After the Hunt is stilistisch een bijna onhippe psychologische thriller met Julia Roberts over de emotionele ravage nadat een universiteitsdocent van aanranding is beschuldigd.
Met slechts een handjevol films verkreeg de Italiaanse regisseur Luca Guadagnino een reputatie als maker van aanstekelijke films over lust, liefde, jaloezie en verlies. Vooral een nieuwe generatie cinefielen loopt weg met de flair en speelsheid van zijn films, zoals het ontroerende drama Call Me by Your Name (2017), William S. Burroughs-bewerking Queer (2024) en het hyperenergieke Challengers (2024). After the Hunt is qua toon en stijl heel anders: een claustrofobische psychologische thriller die vragen stelt over macht, dominantie, schuld en verantwoordelijkheid in het post-MeToo-tijdperk.
In After the Hunt ontbreekt de intense lichamelijkheid die je in Guadagnino’s andere films ziet. Het is een cerebrale thriller over de emotionele ravage die ontstaat nadat een universiteitsdocent van aanranding wordt beschuldigd.
Filosofieprofessor Alma (Julia Roberts) ziet zich gedwongen te kiezen tussen haar geliefde collega Hank (Andrew Garfield) en haar favoriete student Maggie (Ayo Edebiri), omdat ze zowel met de vermeende dader als het slachtoffer een complexe relatie onderhoudt. Met een onverwachte bitterheid weigert ze het debat, alsof gesprekken over schuld en slachtofferschap intellectueel onder haar niveau liggen. After the Hunt gaat die discussie juist wel aan. Het is geen overzichtelijke of belerende film over goed en fout en schuld en onschuld, maar doelbewust chaotisch. Juist die chaos maakt de film spannend. Alsof je – net als de personages in de film – geen grip mag krijgen op wat er precies op die campus is gebeurd.
In het scenario van debuterend scenarist Nora Garrett zitten verwijzigingen naar filosofen als Michel Foucault en de films van Woody Allen en Mike Nichols’ Who’s Afraid of Virginia Woolf? (1966). After the Hunt voelt daardoor glorieus onhip. Tegen deze achtergrond kan Guadagnino een andere stijl uitproberen, waarin frictie wordt gecreëerd via dialogen. Dat maakt het een spannende toevoeging aan een oeuvre dat gefascineerd is door de complexe interacties die bij verlangen en seksualiteit komen kijken. In Venetië werd de film niet al te best ontvangen, maar Guadagnino stond de pers enthousiast te woord.
Seksueel verlangen loopt als een rode draad door uw vaak erotisch geladen werk. Vergeleken met recente, nogal fysieke films als Bones and All [2022], Challengers en Queer is After the Hunt behoorlijk celebraal. “Ik wil mezelf niet inperken met een makkelijk te herkennen stijl. Ik wil geen handelsmerk zijn. Ik wil juist alle mogelijkheden van cinema verkennen en mezelf constant opnieuw uitvinden. Het klopt dat ik voorheen veel werkte met het spel van verlangens en botsende en verstrengelde lichamen. Queer was in die zin mijn grootste ambitie – ik liep decennia rond met het idee om die film te maken. Nu wil ik juist werken met het onzichtbare krachtenveld van liefde, met complexe verhalen over macht en dominantie. Daarom ligt Thomas Manns Buddenbrooks in de film op Alma’s nachtkastje. Ik wilde deze roman over het gebrek aan liefde al sinds mijn twaalfde verfilmen. De impuls om zulke cerebrale verhalen te verkennen bestond toen al.”
U moest dus ouder worden om deze film te maken? “Absoluut. Daarom ben ik ook blij dat ik Queer niet op jonge leeftijd heb gemaakt. Nu ik ouder ben, kijk ik anders naar gedrag. Vroeger had ik het personage van Daniel Craig in Queer waarschijnlijk niet goed genoeg begrepen. Nu ben ik gefascineerd door de complexiteit die in hem schuilt. Nog een voordeel van ouder worden, en succes hebben als regisseur, is dat ik het voorrecht heb om met geweldige acteurs te werken. Ik voel de steun van grote studio’s zoals MGM, waardoor ik nu in staat ben om met de beste acteurs op aarde de rommeligheid van menselijk gedrag te onderzoeken.”
After the Hunt is geen makkelijke film om in te komen. U speelt met de verwachtingen van het publiek. “Ik groeide op met grote films die je geen makkelijke antwoorden geven. The Exorcist is een schoolvoorbeeld: horror die niet alleen horror is. Het is ook een familiedrama over een actrice die na een scheiding voor haar kind moet zorgen, eentje waarin je de spanningen in de maatschappij – de Vietnamoorlog, de sociale onrust, de protesten – voelt. De film is rommelig en daar hou ik van. Ik ben tegen filmacademies die voorschrijven hoe een scenario werkt. Je moet cinema niet inperken met hokjesdenken en het herkauwen van conventies. Cinema gaat over het onzichtbare, over hoe je iets diepers kunt zeggen met slechts één beeld. De manier waarop je in deze industrie soms voorgeschreven krijgt hoe een scenario zou moeten werken, vind ik pervers.”
U zet de film meteen op scherp met een tikkende metronoom die op luid volume over het begin speelt. Hoe ontstond dit unheimische sounddesign? “Het idee voor het geluid van After the Hunt ontstond toen editor Marco Costa en ik aan het ritme van de film werkten. We plaatsten een tikkende metronoom aan het begin, om te zien hoe het zou voelen. Het werkte geweldig, omdat het de onverbiddelijkheid van tijd benadrukt. De meeste dagen vliegen voorbij zonder dat je er echt bij stilstaat, maar de klok tikt door, en de tijd haalt ons allemaal in. Cinema geeft je de mogelijkheid om dat te tonen. Alledaagse taferelen – forenzen tussen werk en huis, gesprekken met collega’s, de tafel dekken, crème aanbrengen enzovoort – kunnen binnen film meer gewicht krijgen. Het worden middelen om een bepaald filmisch ritme af te dwingen.”
De dissonante muziek van Trent Reznor en Atticus Ross draagt daar ook aan bij. Waar zocht u naar in deze rusteloze soundtrack? “Toen we ons ritme in de montage vonden, begon ik meteen aan dissonante muziek te denken. Ik ging terug naar moderne componisten als John Adams, Julius Eastman en György Ligeti, die op een ongelooflijke manier door Kubrick in onder andere Eyes Wide Shut [1999] is gebruikt. Ik heb het geluk dat Trent Reznor en Atticus Ross als familie voor me zijn. Dit is onze vierde film samen, plus we werken nu aan de volgende. Ik belde hen en zei: ‘Jongens, jullie moeten in deze film zitten. Het wordt geen Challengers met een voortstuwende, energieke score. Het gaat om kleine, scherpe en begeleidende stukken die de druk opvoeren.’ Ze begonnen met minimalistische, mooie pianonoten die elkaar muzikale vragen lijken te stellen. Gaandeweg de film transformeren die noten in dreigende geluiden. We gebruiken de muziek maar op vijf momenten in de film, en elke keer zorgt het voor nog meer gewicht.”
De afgelopen jaren was u enorm productief. Online worden talloze nieuwe projecten genoemd, waaronder een nieuwe versie van American Psycho. Waar komt die motivatie vandaan om zoveel verschillende projecten op te pakken? “Nadat ik in 1999 met The Protagonists in Venetië debuteerde, duurde het zes jaar voordat ik met mijn tweede film Melissa P. kwam. Tussen I Am Love [2009] en A Bigger Splash [2015] zat opnieuw zes jaar. In die periodes was ik zo ongelukkig. Ik voelde me beroerd en ingesnoerd, alsof ik mezelf niet kon uitdrukken, terwijl ik dat wel wilde. Zo ben ik nou eenmaal — een multi-tasker die aan de bak wil. Ik ben graag onder de mensen en ik hou van het ambacht van films maken. Dus ik beloofde mezelf: als ik de mogelijkheid heb om films op regelmatig tempo te maken, dan blijf ik dat doen. Ik wil nooit meer wachten. Ik ben me er ook steeds meer van bewust dat ik een eigen oeuvre aan het opbouwen ben en dat al mijn films met elkaar in gesprek gaan. Dus zelfs als een individuele film een andere weg in lijkt te slaan, werk ik nog steeds aan mijn eigen oeuvre.”
After the Hunt draait vanaf 16 oktober 2025 in de Nederlandse bioscoop.