Challengers

Game, set, match

Challengers. Foto: Niko Tavernise

Dit is geen tennisfilm. Ook geen erotische film. Het is een komedie over hulpeloosheid.

Challengers opent midden in een verhitte tenniswedstrijd tussen twee mannen, Patrick Zweig en Art Donaldson. Zo verhit dat je meteen weet dat hier meer speelt. De eerste set is voor Patrick. Zodra hij de vrouw op de tribune in de ogen kijkt die signalen geeft aan Art, duikt de film het verleden in. In de ruim twee uur die volgen, schiet de film heen en weer tussen die wedstrijd en flashbacks die onthullen hoe de drie personages – zij heet Tashi Donaldson – met elkaar verbonden zijn. Want verbonden zijn ze.

Challengers is een grandioze film. Filmischer dan Luca Guadagnino’s doorbraakfilm Call Me by Your Name (2017). Zwoeler ook. Er wordt gehaat, er wordt gevreeën, er wordt gewonnen en verloren. Op de beste momenten weet je niet of ze op de baan nou staan te tennissen of te vrijen. Zij werden allebei verliefd op haar, zij werd verliefd op allebei. Of niet, want zelfs aan die verliefdheid ga je twijfelen. “Hij houdt niet echt van je”, probeert Art ergens op de tijdlijn tussen hun eerste ontmoeting en die wedstrijd de relatie tussen Patrick en Tashi te saboteren. Haar repliek is messcherp. “Heb ik ooit gezegd dat er van me moet worden gehouden?” De film laat je raden naar de motieven achter deze gestoorde driehoeksverhouding.

Maar dat alleen maakt van Challengers nog geen grandioze film. Het verhaal is zelfs best dun te noemen. Grandioos wordt de film door de manier waarop camera, montage en de fantastische soundtrack van Trent Reznor en Atticus Ross samenwerken. Door hoe op onverwachte momenten wordt weggesneden met een flashback of flashforward, waardoor alles in die ene wedstrijd in het heden nog meer beladen wordt. In zekere zin, besef je, zijn deze mannen nooit van de tennisbaan afgekomen en spelen ze al jaren dezelfde wedstrijd. Het gaat allemaal niet diep, maar dat hoeft ook niet: er zit veel lol in Guadagnino’s stilistische keuzes.

In de schitterende apotheose van de film, wanneer de laatste flashbacks het heden naderen, komt die komische dimensie van alles wat je de afgelopen twee uur hebt gezien het best naar voren en hoor je ineens iets heel anders als de scheidsrechter “Nieuwe ballen!” roept. Guadagnino filmt de tenniswedstrijd zoals je een tenniswedstrijd nog nooit hebt gezien. Maar ook en vooral kijkt de camera van Sayombhu Mukdeeprom (ook de vaste cinematograaf van Apichatpong Weerasethakul) naar de drie gezichten van de personages. Voor de duur van deze film zijn het de enige drie gezichten in het universum.