Jan Verdijk over Kind

‘Zo’n debuut voelt soms alsof je leven ervan afhangt’

Jan Verdijk. Foto: Lars van den Brink

Na enkele prijswinnende shorts werkte Jan Verdijk drie jaar aan zijn speelfilmdebuut, over een stel in verwachting dat alles aan­grijpt om hun kind gezond ter wereld te brengen. “Hoe verander je van een rationeel persoon in iemand die alle hoop vestigt op spiritualiteit en het niet-weten­schappelijke?”

Als na een eerdere miskraam het ongeboren kindje van Leon en Jaimy een groeiafwijking lijkt te hebben en niemand in het ziekenhuis concrete antwoorden of oplossingen heeft, komt het wanhopige stel terecht bij een doula, een holistische verloskundige. Zij is ervan overtuigd dat er meer is tussen hemel en aarde en dat wetenschap niet dé oplossing is. In Kind, een duistere psychologische thriller met een vleugje bovennatuurlijke horrorelementen, verliest vooral de jonge vader zichzelf in een proces waarop hij geen grip krijgt.

Het was direct duidelijk voor het creatieve kernteam dat het speelfilmdebuut van Jan Verdijk om de onderwerpen kinderwens en zwangerschap moest draaien. Een dramatisch en wezenlijk thema, omdat het zich slecht laat beheersen.

“Ik en mijn vriendin hadden een kinderwens en het was in die periode al een paar keer misgegaan”, vertelt Verdijk. “Scenarist Paul de Vrijer had eerder een te vroeg geboren kindje gehad dat op de neonatale afdeling terechtkwam en daar met sondevoeding in leven werd gehouden. En toen kwam producent Daniel Dow met een verhaal dat zijn kindje tijdens de zwangerschap in stuitligging lag. Hun doula kwam met de suggestie om een kaars met een bepaald kruid bij een teen van de moeder te houden, waarmee een energetische stroom in het lichaam op gang zou komen en het kind vanzelf in de juiste houding zou gaan liggen.”

“Zij trokken daar een grens, maar het gegeven vonden we interessant. Want wat doe je als je wanhopig bent over zoiets wezenlijks als je kind of je gezondheid en er worden je alternatieve behandelmethodes aangereikt? Hoe verander je van een rationeel persoon in iemand die alle hoop vestigt op spiritualiteit en het niet-wetenschappelijke? Omdat deze thema’s in meer of mindere mate in elk van onze levens speelden vonden we dat wij daar met een zekere validiteit over konden vertellen.”

Dat de meeste films rondom kinderwens en zwangerschap bezien worden vanuit de vrouw vindt Verdijk logisch: “De vrouw speelt daar een fysiekere rol in. We besloten toch om de film juist te vertellen vanuit het mannelijke personage, vanwege onze eigen ervaringen en omdat we het een fris perspectief vonden binnen deze thematiek. Een man kan grote onmacht ervaren en de drang om te overcompenseren. Want hoe krijg je als man grip op een onzekere situatie als alles zich in het lichaam van iemand anders afspeelt, maar het toch ook jouw kind is? Hoe ver mag je gaan om alles in goede banen te leiden, hoe controlerend mag je zijn? Ons personage slaat daarin door.”

Door te rade te gaan bij vrouwen in hun omgeving, onder wie hun eigen partners, maar ook filmprofessionals zoals productiecoach Dorien van de Pas en regisseur en scriptcoach Mijke de Jong, probeerden ze blinde vlekken te tackelen. “Het vrouwelijke personage moest even authentiek, waarachtig en krachtig worden neergezet als het mannelijke. Dat speelveld moest gelijk zijn. Dat was belangrijk voor ons, want zo ervaren we dat zelf in ons persoonlijke leven ook.”

Kind. Foto: Jurre Rompa

Onvermijdelijk onheil
Na zijn prijswinnende shorts Wild (2018) en A Stranger from the Past (2020), geprogrammeerd op respectievelijk de internationale genrefestivals van Sitges en San Sebastian, won Verdijk in 2021 een Gouden Kalf voor Beste Korte Film met Pantser. “Vooral met Pantser voelde ik dat ik mijn eigen signatuur als maker aan het vinden was. Terugkijkend voelen die korte films als een soort trechter, waarbij die laatste een stijl heeft die ik wilde voortzetten in mijn eerste speelfilm.”

In Kind, maar ook in zijn eerdere werk, zijn regelmatig elementen terug te vinden die doen denken aan onderkoelde Nederhorror. Toch noemt hij zichzelf niet per se een fan van sciencefiction- of horrorfilms. “Ik hou vooral van films die genres combineren, zoals Parasite [2019] en de films van Ari Aster en Robert Eggers. Voor dit verhaal keek ik trouwens ook naar Spoorloos [1988] van George Sluizer, omdat ik de psychologische horror in die film sterk en buitengewoon pijnlijk invoelbaar vond neergezet. Ik denk dat suspense en horror alleen kunnen werken als er een krachtige dramatische kern in zit, met een invoelbaar gegeven of een maatschappelijk relevant thema. Je moet het vooral voelen en je hoeft het niet precies te snappen. Dat is denk ik waar het vaak misgaat, zeker bij Nederlandse films. Daarin wordt vaak net te veel uitgelegd. Alsof de kijker wordt onderschat, dat is gewoon jammer. Ik houd van een duistere wereld die realistisch en hedendaags voelt en uit het leven gegrepen. Maar die tegelijkertijd een unheimische tijdloosheid met zich meebrengt, een onvermijdelijk onheil. Dat zit ’m in elk aspect van de film: van de cameravoering en de belichting tot aan de muziek.”

“Toen we ons filmplan indienden bij het Filmfonds, voor het laatste traject van de Low Budget-regeling, wisten we dat we rekening moesten houden met bepaalde beperkingen, qua mankracht, middelen en tijd. Al bij het schrijven van het script werk je met scherpe kaders; je hebt maar zoveel draaidagen, zoveel locaties en zoveel scènes die je kan draaien. We hebben enorm ons best gedaan om onszelf niet voorbij te lopen, maar onze ambitie was erg hoog. Het was voor de meesten hun eerste speelfilmproject, dus we wilden knallen om het maximale eruit te halen. Wel zag ik erop toe dat we per dag een beperkt aantal scènes draaiden, daar was ik vrij dogmatisch in. Ik wilde de tijd hebben om op het spel te kunnen focussen. Ik heb veel gehad aan de scriptlezingen vooraf. Toen konden we met de acteurs nog dialogen aanpassen en de tijd nemen om te werken aan de toon. Voelt dit geloofwaardig? Leggen we niet te veel uit? Zo kijk je tijdens de draaidag alleen nog naar de nuances.”

Ook het Amsterdams Fonds voor de Kunst was een van de subsidiënten, wat meer kansen, maar tegelijkertijd weer eigen beperkingen met zich meebracht. Zoals werken met een Amsterdamse crew en locaties in en rond de hoofdstad. “Omdat ik allergisch ben voor strakke vinexwijken reden we vele lintdorpen af. Dat was productioneel gezien een van de grootste uitdagingen: een huis vinden voor het zwangere stel met een zekere tijdloosheid en filmische kwaliteit, dat binnen een half uur reizen van Amsterdam ligt én waarin je tien dagen mag werken met een crew van dertig man. Dat is een hele opgave.”

Briefjes door de bus
“We zijn lukraak dorpen afgegaan met een locatiescout en de production designer. Aanbellen, briefjes door de bus gedaan – de ouderwetse manier. Zo ook bij de uiteindelijke locatie, een negentiende-eeuwse pastoorswoning in Zuiderwoude. Er bleek niemand te wonen en het huis bleek helemaal leeg te staan. Het was een lastige afweging: hoewel we eigenlijk geen budget hadden om het in te richten, bespaarden we juist wel weer op reis- en hotelkosten. Uiteindelijk konden we dit huis niet loslaten. We waren er verliefd op en het had zoveel karakter en werkte prachtig op beeld. De production designer en haar team hebben dat huis op magische wijze tot leven gewekt.”

“Zo’n debuut voelt soms alsof je leven ervan afhangt. Maar ik houd ook van die betrokkenheid en die intrinsieke drang om iets te maken wat ik moet maken. Als ik een scène niet voel, dan kan ik hem ook niet regisseren.” Tijdens de draaiperiode was Verdijks vriendin acht maanden zwanger. “Het contrast was bizar: terwijl ik mijn ergste nachtmerrie aan het draaien was, werd thuis mijn grootste wens vervuld.”


Kind draait vanaf 10 juli 2025 in de bioscoop.