Béla Tarr over The Turin Horse

'Jouw leven zal eindigen'

Béla Tarr. Foto: Angelique van Woerkom

The Turin Horse is Béla Tarrs laatste film. Groots en aards. Béla Tarr heeft zijn eindpunt bereikt. “Nu is het gedaan.”

The Turin Horse

In The Turin Horse (2011) heeft de Hongaarse regisseur Béla Tarr het paard opgespoord dat Nietzsche naar verluidt tot waanzin dreef, nadat hij het paard mishandeld zag worden op een plein in Turijn.

Tarrs film volgt zes dagen uit het harde leven van de eigenaren van het paard. Vader en dochter werken, eten gloeiend hete aardappelen, zitten voor het raam terwijl de eeuwige storm raast rond een eenzame boom. Na de heuveltoppen volgt de onvermijdelijke neergang.

Béla Tarr: “De mensen in The Turin Horse vechten en werken, alleen maar om te kunnen overleven. Wanneer je op de rand van het bestaan leeft onder zulke moeilijke omstandigheden, heb je geen woorden meer over, je hebt niets, je doet alleen wat je moet doen. We wilden de kleine dingen laten zien: iedereen moet werken, zich aankleden, zijn gezicht wassen. Ik wilde laten zien wat er gebeurt als je niet kan eten omdat je paard niet wil lopen en je dat paard toch echt nodig hebt om te overleven. Als de waterbron ook nog opdroogt moeten ze verhuizen, maar zodra ze op de top van de heuvel staan om uit te kijken naar een andere woonplaats, begrijpen ze dat er geen enkele reden is om ergens anders naartoe te gaan. Niemand weet wat er achter de heuvels ligt en dat doet er ook eigenlijk helemaal niet toe.”

“Ik wilde een film maken over de zwaarte van het bestaan, in plaats van Kundera’s lichtheid van het bestaan. Die zwaarte is wat ik om me heen zie. We worden als mensen elke dag een beetje zwakker. We hebben maar één leven, en ons leven is kort. We zullen allemaal uiteindelijk op een rustige manier verdwijnen. Natuurlijk kennen we zonnige dagen, een aantal leuke momenten en wat vreugde, maar het feit is daar: jouw leven zal eindigen. We moeten hierover durven spreken, we moeten dit onder ogen zien.”

“Maar The Turin Horse is geen apocalyptische film, omdat de Apocalyps in films altijd op een grote tv-show lijkt, alsof het een groot evenement is. Wij wilden gewoon de dagelijkse routine filmen. Mijn hele film is een creatie, behalve de stront van het paard, die is echt, en het water in de put is echt, en de dampende hete aardappelen zijn echt.”

The Turin Horse

Toekomst van de cinema
“Diversiteit is de toekomst van de cinema. Ik beschouw film nog steeds niet als showbusiness, maar als de zevende kunst. Ik ben nooit geïnteresseerd geweest in verhalen, omdat het verhaal altijd hetzelfde is. Lees het Oude Testament maar, het staat er allemaal al in, we hebben geen nieuwe verhalen te vertellen, we belanden altijd in hetzelfde oude verhaal.”

“Gelukkig is iedere filmmaker anders, iedereen heeft een andere culturele achtergrond en iedereen werkt onder verschillende omstandigheden. Weet je wat ik mooi vind? Als ik een beeldje van een film in mijn handen heb dat ik nooit eerder heb gezien en toch meteen kan zeggen: hé, dit is een film van Eisenstein. Dan weet ik dat zo’n regisseur een zeer krachtige visie op de wereld heeft. Zolang je iemands handtekening kunt herkennen, denk ik dat de cinema een toekomst heeft. In Hongarije verliezen we dat pluralisme, omdat de regering recentelijk een eenmansbedrijf heeft geïnstalleerd dat verantwoordelijk is voor alle filmfinanciering, en dat bedrijf moet winst maken. Ik schreef samen met enkele andere filmmakers een open brief, maar dat hielp geen donder. Nu steunen ze voornamelijk commerciële films en gaat de diversiteit verloren.”

The Turin Horse

Laatste film
The Turin Horse is mijn sluitstuk. In 2008 besloot ik dat dit mijn laatste film zou worden, zoals ik aankondigde tijdens een persconferentie in Parijs. Op dat moment wist ik dat deze film een ingedikte film zou zijn, waar al mijn vorige werk in zou terugkomen. Nu is het gedaan, er is geen reden meer om mezelf te herhalen. Er is zelfs geen reden meer om regisseur te zijn. Vooruit, het is een leuke bourgeois baan, maar ik heb het nooit willen worden. Wat ik vooral deed was iets najagen, totdat ik het gevoel had dat ik het had gevangen.”

“Filmen is net als koken: je hebt allerlei ingrediënten tot je beschikking en je husselt alles op je eigen manier door elkaar. Wanneer we een film maken is het natuurlijk niet alleen de regisseur die hem maakt, ik werk al 28 jaar met dezelfde schrijver en componist. Ons standpunt is hetzelfde, maar we praten nooit over kunst, we praten gewoon over het leven, we kijken naar de mensen en hoe ze reageren, wat ze doen in bepaalde situaties. Ik heb geprobeerd om dichter bij het leven te komen met die grote logge camera, dat is alles.”

“Ik zal zeker aan het werk blijven, maak je geen zorgen, ik leef nog steeds. Ik vecht nog steeds voor film, omdat ik ervan hou. Dat was mijn leven en het is nog steeds mijn leven. Film is als een drug, het is niet makkelijk om te stoppen, het afkicken zal zeker lang duren. Het was een lange reis en nu heb ik een eindpunt bereikt. Meer kan ik niet zeggen.”


Dit interview is gehouden op het Golden Apricot Film Festival in Jerevan, Armenië, en werd daar in juli 2011 in de festivaldagkrant gepubliceerd.