Berlinale-blog 1: Timing is alles

Still uit Siberia

De Filmkrant doet dagelijks verslag van de zeventigste editie van de Internationale Filmfestspiele Berlin. Op de dag van de opening een voorzichtige vooruitblik op een filmfestival dat het einde van de wereld in kaart lijkt te brengen.

Het verleden en de toekomst hebben aardig wat uit te vechten op de zeventigste editie van de Internationale Filmfestspiele Berlin. Dat bleek al in de aanloop naar het festival, de eerste editie onder artistiek directeur Carlo Chatrian en zakelijk leider Mariette Rissenbeek. Sinds 1987 reikt het festival een prijs uit die de naam draagt van Alfred Bauer (1911-1986), de eerste directeur van het festival. Maar in januari publiceerde weekblad Die Zeit een exposé waaruit blijkt dat Bauer nauwe banden had met de Nationaal Socialistische partij. De Berlinale handelde direct: de prijs bestaat nog, maar de naam is vervallen. Das Institut für Zeitgeschichte (IfZ) heeft vervolgens de opdracht gekregen om Bauers rol binnen de nazibureaucratie nauwkeuriger te onderzoeken.

Alles draait om timing op een internationaal filmfestival. Berlijn heeft deze editie een paar weken naar achter verschoven zodat het festival niet overlapt met Rotterdam en Sundance. Dat heeft vast invloed gehad op de sterke competitie van dit jaar, die bestaat uit een aangename combinatie van ouwe rotten en jong talent. Zo staat Siberia, de langverwachte, surrealistische film van Abel Ferrara, naast Never Rarely Sometimes Always van Beach Rats-regisseur Eliza Hittman. Andere cinema-iconen in de competitie zijn onder andere Philippe Garrel (The Salt of Tears), Hong Sang-soo (The Woman Who Ran), Tsai Ming-liang (Days), Sally Potter (The Roads Not Taken), Kelly Reichardt (First Cow) en Christian Petzold (Undine). Veelbelovend talent komt in de vorm van Stéphanie Chuat & Véronique Reymond (My Little Sister), Natalia Meta (The Intruder) en Burhan Qurbani (Berlin Alexanderplatz).

We kunnen nog wel even door met namen noemen, want het is een programma om u tegen te zeggen, maar het is misschien interessanter om een blik buiten de competitie te werpen. Nieuw is het programmaonderdeel ‘Encounters’ dat volgens Chatrian een “weerspiegeling van de 21ste eeuw” moet zijn, een plek waar makers op zoek kunnen naar het onbekende om zo de cinematografische paden van de toekomst in te slaan.

Nou wil het dat Encounters-openingsfilm Malmkrog van gevestigd Roemeens regisseur Cristi Puiu (Sieranevada, 2016; The Death of Mr. Lazarescu, 2005) dat juist doet door terug te blikken op het begin van de twintigste eeuw. De meer dan drie uur durende film speelt zich af in 1900 en volgt vijf Frans-Russische aristocraten die in een pronkerig Roemeens landhuis nieuwe ontwikkelingen in Europa bediscussiëren. De film reflecteert op verschuivende verhoudingen tussen klassen, landen, religieuze opvattingen en sociale, economische en politieke stromingen. Opvallend genoeg is het ook een hedendaags verhaal dat stilstaat bij de verschuivende (en destructieve) relatie tussen mens en natuur. Het onheil hangt begin twintigste eeuw al in de lucht, laat Puiu ons zien. En het ergste moet nog komen.

Als we een rode draad mogen aanstippen in de programmering van Berlinale 2020, dan is dat het einde van het Antropoceen, het tijdperk van de mens. Viera Čákanyová’s FREM belooft een verontrustende documentaire met schril sounddesign te worden over de breekbaarheid van de poolkappen. Last and First Men, het regiedebuut van wijlen componist Jóhann Jóhannsson, is een verbeelding op 16mm van een aarde zonder mensen waarin brutalistische bouwwerken het verhaal van de twintigste eeuw uitbeelden. Ondertussen gebruikt documentairemeester Victor Kossakovsky (Aquarela, 2019) de opvatting van film-als-empathiemachine tegen ons door in Gunda de beleveniswereld van boerderijdieren invoelbaar te maken. Hij wijst ons op de emoties van deze gevoelige wezens waar we er jaarlijks miljarden van slachten voor onze vleesconsumptie.

In de komende dagen zullen we ongetwijfeld ook verslag doen van geestige films, inspirerende verhalen en beter nieuws. Zo lijkt officiële openingsfilm My Salinger Year van Canadees regisseur Philippe Falardeau een opbeurende biografiefilm te worden over Joanna Rakoff, een aspirant-schrijver die het glazen plafond van de literaire wereld doorbreekt terwijl ze de fanmail van cultauteur J.D. Salinger beantwoordt. En toch staat buiten kijf dat de Berlinale het filmfestival van de toekomst wil zijn en dat betekent urgentie en engagement.