Berlinale 2025: Opening
Jubileumeditie met politieke onrust

Mickey 17
Filmkrant doet de komende tien dagen verslag vanaf de 75e editie van de Berlinale, waar de politieke spanningen, net als vorig jaar, flink zullen oplopen.
Over de vorige editie van de Berlinale schreven we al dat die de boeken in zou gaan “als een editie waarin het festival zich niet wist te verhouden tot de oorlogsmisdaden in Palestina”. Winnende regisseurs als Ben Russell (Direct Action), Yuval Abraham (No Other Land) en Mati Diop (Dahomey) spraken zich op het podium uit over de aanhoudende Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza, en werden na de ceremonie aangevallen door Duitse media, politici en het bestuur van KBB (Kulturveranstaltungen des Bundes in Berlin), waar de Duitse minister van cultuur Claudia Roth onderdeel van is.
Die controversiële prijsuitreiking gaf een zure nasmaak aan het festival, dat zich erop voor laat staan maatschappelijk geëngageerde cinema te vertonen, maar zich op politiek niveau geen houding kon geven in het hevige publieke debat rondom de oorlog en genocide in Gaza.
Die donkere wolk hangt nog steeds boven het festival. Voor de 75e jaargang van een van belangrijkste filmfestivals ter wereld hoopte de nieuwe artistiek directeur Tricia Tuttle ongetwijfeld op een feestelijke jubileumeditie. Maar de politieke wrijving rondom de Berlinale is alleen nog maar geïntensiveerd. De aanloop ernaartoe staat opnieuw in het teken van politieke chaos.
Terwijl de radicaal-rechtse partij AfD steeds meer momentum krijgt richting de Duitse verkiezingen op 23 februari, een dag na de prijsuitreiking op de Berlinale, poogt het festival enigszins scherpere kaders te stellen voor een open gesprek tussen filmmakers en publiek. Zo stelt de festivalwebsite dat men uiteenlopende perspectieven verwelkomt, “zelfs als dit spanning of controverse oplevert”. Het festival zegt open te staan voor een omgeving “waarin we naar elkaar kunnen luisteren en van elkaar kunnen leren”, en vraagt om “respectvolle dialoog en een zekere culturele gevoeligheid”.
Die dialoog vindt dit jaar misschien wel meer dan ooit plaats buiten de officiële filmvertoningen in de zalen rondom Potsdamer Platz om. Een groeiend aantal filmjournalisten en andere filmwerkers heeft zich aangesloten bij de door Strike Germany georganiseerde boycot van de Berlinale. Naast het altijd al maatschappijkritische Woche der Kritik kent deze editie van Berlinale ook een extra ‘schaduwfestival’ in de vorm van Palinale Film Fest, dat inzoomt op kwesties rondom Palestina en globaal verzet tegen repressie.
Anderzijds had de Berlinale, aldus Tuttle, de lastige taak om aan de Duitse Bondsdag aan te tonen dat het festival geen eenzijdig pro-Palestijns – en daarmee in de ogen van menig Duitse politicus anti-Joods – narratief uitdraagt. Deze gespannen politieke context gaat onvermijdelijk zijn stempel drukken op de ontvangst van de films binnen de officiële selectie van het festival.

In die zin is openingsfilm Das Licht van Tom Tykwer een handige kanarie in de kolenmijn. De film, over de aanvaringen tussen een Berlijnse familie en een Syrische immigrant, is volgens de Duitse regisseur “hardcore politiek”. Tykwer, bekend van caleidoscopische films als Lola Rennt (1999) en Cloud Atlas (2012), werkte de afgelopen jaren voornamelijk aan de serie Babylon Berlin (2017-2025), over de chaotische jaren twintig van de vorige eeuw. Nu voelde hij echter de noodzaak om een film over ons heden te maken. “Deze tijd vraagt om bioscoopervaringen die ons in de rommel werpen waarin we momenteel leven, die ons confronteren met vragen en mogelijke antwoorden, met omwegen en conflict,” aldus de regisseur in een interview met vakblad Variety. We schrijven binnenkort uitgebreider over de film.
In een interview met International Cinephile Society spreekt Tuttle de hoop uit dat we ons niet alleen blindstaren op de politieke dimensies van het filmprogramma, maar ook ingaan op de kwaliteiten van de individuele films. “Hoewel we de politieke aard van veel films omarmen, willen we ook prioriteit geven aan zinvolle discussies over hun artisticiteit en de verhalen die ze vertellen”, zegt de artistiek directeur. Ook dat is een heikel onderwerp, want vanuit critici, journalisten en programmeurs klinkt aardig wat ongenoegen over de op het eerste oog karige jaaroogst.
In de hoofdcompetitie vinden we slechts enkele prominente namen. Radu Jude (Kontinental ’25), Hong Sang-soo (What Does That Nature Say to You), Lucile Hadžihalilović (The Ice Tower), Richard Linklater (Blue Moon) en Michel Franco (Dreams) zijn de zwaargewichten in een selectie die verder weinig enthousiasme opwekt. Mary Bronsteins If I Had Legs I’d Kick You heeft zich eerder al op Sundance bewezen en is daarmee een van de weinige grote titels die van het Amerikaanse festival naar Duitsland is overgevlogen. De enige documentaire in de competitie is het veelbelovende Timestamp van de Oekraïense regisseur Kateryna Hornostaj, die eerder furore maakte met Stop-Zemlia (2021).
Opvallend genoeg draait de grootste titel van het festival niet in de competitie. Robert Pattinson-vehikel Mickey 17 van Bong Joon-ho krijgt ‘slechts’ een galapremière en dingt dus niet mee naar de Gouden Beer. Dat slingert de geruchtenmolen opnieuw aan: is deze opvolger van Parasite (2019) zo slecht? Of heeft Bongs team ervoor gekozen om zich van de competitie te distantiëren?
Ondertussen missen de meer doorgewinterde cinefielen de Encounters-sectie die door de vorige artistiek directeur Carlo Chatrian in het leven was geroepen, maar met de komst van Tuttle plaats heeft gemaakt voor Perspectives, een competitie voor debuutfilms. Encounters groeide in een paar jaar uit tot een visitekaartje voor de Berlinale, een programmaonderdeel met een eigen, kunstzinnige signatuur. Het valt te bezien of Perspectives een soortgelijk cultureel cachet weet te genereren.
Al deze politieke en artistieke ontwikkelingen wekken de indruk dat de Berlinale wankelt. De komende dagen duiken we in de chaos van deze 75e festivaleditie en doen we uitgebreid verslag van de films en de debatten en conflicten die onvermijdelijk de kop op zullen steken.