Dahomey
Een stem voor roofkunst
Mati Diop geeft een geroofd Afrikaanse kunstwerk een stem in haar verbluffende Gouden Beer-winnaar Dahomey, ergens op het snijvlak tussen documentaire en fictie.
Wat als een kunstwerk zou kunnen praten? Dan krijg je zoiets als Dahomey, een fascinerend, poëtisch experiment van de Frans-Senegalese regisseur Mati Diop, die eerder al opviel met het schitterende Atlantique (2019).
Op papier lijkt Dahomey – dat eerder dit jaar de Gouden Beer won op het filmfestival van Berlijn – misschien nog best conventioneel. Na honderden jaren worden 26 geroofde kunstschatten teruggebracht van Parijs naar thuisland Benin. Eind negentiende eeuw stalen Franse kolonisten duizenden voorwerpen uit het toenmalige West-Afrikaanse koninkrijk Dahomey. Daarvan mogen er – bij hoge uitzondering – nu een paar huiswaarts keren. Niet te veel, natuurljik, want stel je voor dat alle gestolen kunst terug zou moeten naar de rechtmatige eigenaars. De gedachte alleen al!
Diop volgt de reis naar huis – van inpakken tot het feestritueel bij aankomst – op haast spookachtige wijze, door de kunstwerken letterlijk een stem te geven, in een voice-over geschreven door de Haitiaanse schrijver Makenzy Orcel en opgenomen met een eclectische collage van vrouwen- en mannenstemmen. Het is alsof ze tot leven komen, een identiteit terugvinden, nu ze eindelijk vrijkomen uit hun ongewenste ballingschap. Koning Ghézo, tussen 1818 en 1859 heerser in Dahomey, voert het hoogste woord, vol herinneringen en zelftwijfel – in hoeverre is hij nog welkom in zijn land?
Die experimentele vorm resulteert in een bezwerende film, waarin Diop ook ruimte inbouwt voor een debat onder studenten over nut en noodzaak van die thuiskomst. Zijn er in Benin geen grotere problemen dan die kunstwerken? Is het bescheiden aantal teruggekeerde werken niet ook gewoon een Franse belediging? Of moet die restitutie worden gezien in een meer symbolisch licht, als manier om de ziel van hun land langzaam terug te veroveren? Het roven van kunst heeft de bevolking immers eeuwenlang voor een belangrijk deel beroofd van een ziel en identiteit.
Misschien is dat nog wel het sterkste punt van deze fascinerende filmreis: het idee dat er met de terugkeer van die 26 kunstwerken een stukje ziel wordt teruggebracht. Al blijven die zielen zelf ook zoekende. Want wat is hun huis nu eigenlijk precies?
De stem van de roofkunst is zo complex, gelaagd en overdonderend, dat Dahomey als filmervaring iets onvergetelijks wordt. Laten we hopen dat deze stemmen andere Europese musea gevuld met roofkunst inspireren om ook het juiste te doen en die honderdduizenden andere stemmen terug te brengen naar hun geboortegrond. Pas dan is er waarschijnlijk weer iets van zielenrust mogelijk.