De Roemeense New Wave

De ultieme anti-propaganda

Aurora

De regisseurs mogen het zelf ontkennen, maar de Roemeense New Wave bestaat wel degelijk. Het is de ultieme anti-propaganda. Vier Roemenen aan het woord.

Ze zijn blij met alle aandacht voor de Roemeense New Wave. Zoals Maria Popistasu, actrice in Tuesday, After Christmas (2010), vertelt op het Filmfestival Rotterdam: “Sommige films hadden zeker niet zo veel aandacht gekregen als ze Bulgaars waren geweest.” Ook Bogdan George Apetri, in Rotterdam als regisseur van Outbound (2010), had er tijdens zijn filmstudie in New York profijt van. “Sinds 2005 vertoont het filmfestival van New York structureel Roemeense films. En de school waar ik was nodigde elk jaar een Roemeense filmmaker uit om te komen praten.”

2005 is het sleuteljaar. Toen won Cristi Puiu’s The Death of Mr. Lazarescu in Cannes het programmaonderdeel Un Certain Regard. Een jaar later verkoos Cannes 12:08 East of Bucharest van Corneliu Porumboiu tot beste debuut en in 2007 won Cristian Mungiu met 4 maanden, 3 weken en 2 dagen de Gouden Palm. Sindsdien spreken filmjournalisten en festivalprogrammeurs van de Roemeense New Wave.

Verzinsel van Cannes
Ten onrechte, aldus Cristi Puiu, die in Rotterdam zijn Aurora (2010) presenteerde. “De Roemeense New Wave is een verzinsel van Cannes. Sindsdien let iedereen erop. Na mijn film The Death of Mr. Lazarescu haalde iedereen opeens zijn camera van het statief, om te proberen in de schoenen van de prijswinnaar te stappen.”

En zijn film was niet eens typisch Roemeens, aldus Puiu. “Ik ben een outsider in de Roemeense cinema. Ik maakte Stuff and Dough in 2001 onder invloed van Cassavetes en Direct Cinema. Maar daarvan wilden ze bij de filmschool in Boekarest niets weten. Ze noemden het amateuristisch, vanwege de handheld camera. Ze keken liever naar Hollywood.”

Over zijn landgenoten is Puiu dan ook niet te spreken. “En dan bedoel ik niet iemand als Porumboiu, die een persoonlijke visie heeft op cinema, maar de meelopers. Die kopiëren gewoon wat trendy is.” Puiu doelt op de vaste stijlkenmerken van de Roemeense New Wave. Een losse en observerende cameravoering, lange shots, weinig montage, naturalistisch acteren en geen filmmuziek. En alledaagse hoofdpersonen met doelloos voortkabbelende dialogen in bijna real-time verhalen, die relatief abrupt beginnen en eindigen — als slices of life.

If I Want to Whistle, I Whistle

Absurd
Puiu heeft een punt met zijn klacht, maar hij overdrijft. Daarvoor is het niveau van zijn navolgers te hoog. Als ze hem al nadoen, dan past zijn stijl kennelijk uitstekend bij deze generatie Roemeense filmmakers. En blijft de vraag: waarom?

Een voorbeeld. In de Roemeense New Wave komen geen helden voor. Op het afgelopen Filmfestival Rotterdam draaiden twee Roemeense films waarvan de hoofdpersonen met enige goede wil toch als helden gezien konden worden: If I Want to Whistle, I Whistle (2010) en Outbound. Is het dan toeval dat de regisseurs, Florin Serban en Bogdan George Apetri, in Amerika een filmopleiding hebben gevolgd? “Mensen hebben me wel gezegd dat mijn film de minst Roemeense is van de New Wave”, aldus Apetri. “Zo is mijn montage minder gebaseerd op de long take en een trage vertelstijl.” Maar los geschoten, naturalistisch geacteerd, met een korte verhaalperiode en zonder filmmuziek is hij wel. Toeval, beweert Apetri: “Die stijl volgde gewoon uit dit specifieke verhaal. Ik had een componist ingehuurd. Maar bij de montage zag ik dat het beter werkte zonder. Ik wist dat mensen zouden zeggen: alweer een Roemeense film zonder muziek.”

En zo ontkennen de Roemeense regisseurs stuk voor stuk dat de New Wave bestaat en dat zij ertoe behoren. Op het absurde af. “Ik zie in de Roemeense cinema geen grote overeenkomsten”, zegt Apetri. “Het is vooral een label voor mensen die erover willen schrijven”, zegt Puiu. “Er is geen New Wave”, zegt Maria Popistasu, “en dat zal elke Roemeense filmmaker beamen.”

Tuesday, After Christmas

Gissen
Toen ik in 2007 Corneliu Porumboiu sprak naar aanleiding van 12:08 East of Bucharest zei hij: “Voor de revolutie was film een instrument van de dictatuur. Ze maakten epische, dogmatische films met grootse heldendaden. Daarop reageren wij. Niet programmatisch — we hebben niets opgeschreven. Het werkt onbewust. We zijn opgegroeid met iets dat ons niet beviel en daarom maken wij nu iets anders.” Alexandru Baciu, scenarist van Tuesday, After Christmas, zegt nu iets vergelijkbaars: “Wij haten dezelfde dingen.” Om er meteen aan toe te voegen: “Maar ik weet niet of we van dezelfde dingen houden.”

Het een volgt echter uit het ander en daar ligt de sleutel tot de Roemeense New Wave. De regisseurs van de New Wave maken niet alleen iets niet, ze maken het tegenovergestelde. De New Wave is de onbewuste antithese van de propagandafilms uit het tijdperk-Ceaușescu. Toen hadden films een heldere boodschap en een eenduidige moraal. Met psychologisch platte helden en een dwingende vorm die de plot er bij het publiek in ramde — een publiek dat zo weinig mogelijk zelf na moest denken.

Dus wat maken de regisseurs van de Roemeense New Wave? Naturalistische slices of life, zonder helden, moraal of boodschap, voortgedreven door de diffuse psychologie van alledaagse hoofdpersonen, naar wier motieven het grotendeels gissen blijft. Verhalen zonder verklaring of rechtvaardiging. Met vragen in plaats van antwoorden. Psychologie in plaats van ideologie. Waarheid en werkelijkheid in plaats van leugens en utopieën.

4 maanden, 3 weken en 2 dagen

Paradox
Dat is ook de reden dat deze regisseurs zich zo heftig verzetten tegen het idee dat hun films — of de meeste daarvan — maatschappelijke aanklachten zouden zijn; iets wat in het schrijven over de Roemeense New Wave vaak wordt herhaald.

De regisseurs hebben daarin gelijk, want aanklachten zijn de films zeker niet. Zoals Puiu geërgerd opmerkt: “Aurora gaat niet over moord, net zo min als The Death of Mr. Lazarescu over de gezondheidszorg gaat. Dat is alleen maar de achtergrond, het onderwerp is meneer Lazarescu. De film heet nota bene The Death of Mr. Lazarescu, verdomme! Al die critici die er een kritiek op ziekenhuizen in zien, doen precies hetzelfde als de dokters in de film: ze negeren de stervende man!” Apetri valt hem bij: “The Death of Mr. Lazarescu of 4 maanden, 3 weken en 2 dagen gaan over menselijke problemen; het maatschappelijke aspect bevindt zich wat mij betreft helemaal op de achtergrond.”

Tot slot verklaart het anti-propagandistische karakter van de Roemeense New Wave ook de opmerkelijke weerzin van de betrokken regisseurs om onder één noemer gebracht te worden. Eén groep, met één boodschap — dat is nu juist waar ze zich tegen afkeren. Ze vertikken het om opnieuw gedwongen te worden om achter dezelfde vlag te marcheren. De paradox is, dat ze juist daardoor een eenheid vormen.