Cristi Puiu over AURORA

Roemeens moordsprookje

  • Datum 31-03-2011
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Foto Angelique van Woerkom

Mussolini, Euclidische meetkunde en de onmogelijkheid van film om de werkelijkheid te vatten: Cristi Puiu, maker van the death of mr. lazarescu en volgens sommigen geestelijk vader van de Roemeense New Wave, orakelt in een Rotterdamse hotelbar over de wereld achter zijn 181 minuten durende aurora.

In 2001 debuteerde Cristi Puiu (43) met de lowbudget roadmovie stuff and dough. Zijn veelbekroonde eerste lange film, the death of mr. lazarescu, won vier jaar later de prijs van de Un Certain Regard-competitie in Cannes. aurora is zijn tweede film in een serie van zes die Puiu over de liefde wil maken.

Ik heb begrepen dat u traditionele cinema haat. Zo heb ik dat nooit gezegd. Ik heb gezegd dat ik cinema haat. Niet traditionele cinema of moderne cinema of avant-garde cinema. Laat ik zeggen dat ik een bepaald soort films gevaarlijk vindt. Films waarin de regisseur ons wel even zal laten zien hoe de wereld in elkaar zit. John Cassavetes zei ooit dat een regisseur bij het begin van een film ervan uit moet gaan dat hij niets weet. Daar ben ik het mee eens. Het maken van een film is iets om wijzer van te worden. Niet dommer. Je moet open staan voor wat er echt gebeurt .
Ik heb gedaan wat Cassavetes zei door zo precies mogelijk te zijn bij het maken van mijn films. We weten niet hoe de wereld in elkaar zit. Daarom is het belangrijk om een film ook als wetenschapper te maken, niet alleen als kunstenaar. We hebben de neiging om te denken dat een kunstenaar alles maar kan en mag verzinnen omdat het een kunstenaar is. Maar een kunstenaar heeft ook een verantwoordelijkheid. Filmmakers die beweren te weten hoe de wereld in elkaar zit, zetten de eerste stap op weg naar de propagandafilm.

U ontkent toch niet dat the death of mr. lazarescu uitging van het vooropgezette idee dat het belabberd gesteld was met de Roemeense gezondheidszorg? Dat ontken ik wel. lazarescu ging over de vraag ‘Hoe kan ik iets zeggen over een stervende man?’. Helaas zagen veel mensen het als een protest tegen de Roemeense gezondheidszorg. Maar die nachtelijke, hopeloze tocht van Lazarescu langs de ziekenhuizen van Boekarest was slechts de achtergrond. Geen neutrale achtergrond geef ik toe. Want artsen en verplegers zijn er om ons te helpen. Maar doordat eerder die dag een busongeluk had plaatsgevonden, konden de ziekenhuizen Lazarescu niet helpen. Ik wilde geen kritiek laten zien, maar de reis van een stervend mens. Een reis waar artsen en verplegers deel aan hebben.

Daarom filmde u observerend, registrerend, bijna als een documentairemaker? Ja, de beste manier om dat verhaal te vertellen was door precies te laten zien hoe Lazarescu niet gered kon worden. Dat men het wel probeerde maar dat het toch niet lukte. Zo voorkwam ik dat de artsen boemannen werden. Die deden ook maar wat ze konden.

Wie de trailer zag, dacht het een komedie was. Met die trailer was ik het zeker niet eens. De film was geen satire. Het verhaal is gebaseerd op een gebrekkige getuigenis van een patiënt en die patiënt was ik. Een paar jaar geleden moest ik naar een ziekenhuis omdat ik bloed ophoestte. ’s Nachts was er een bloedvat in mijn maag gesprongen. Later bleek dat zoiets vaak voorkomt, maar op dat moment zag het er eng uit. Ik had ook best wel wat bloed verloren. De dienstdoende arts in het ziekenhuis kwam de kamer binnen, kauwgom kauwend, en ik vroeg of het ernstig was. ‘Ja, u zult sterven’, zei hij met uitgestreken gezicht. Toen liep hij de kamer uit. Bleek een grap te zijn. Maar zo’n verhaal wilde ik niet in de film hebben want dat zou een verkeerd beeld geven van artsen. Zulke extremen heb ik er dus uitgelaten. Want wie weet waarom hij zo’n misplaatste grap maakte. Misschien was het z’n dag niet. Misschien waren er al drie mensen gestorven tijdens zijn dienst. Misschien had hij die ochtend ruzie met z’n vrouw gehad. Het is makkelijk om te oordelen. Zeker als we bang zijn. Ik wilde juist onderzoeken wat naastenliefde is. En of dat er is.

aurora dan. U zegt Zes verhalen vanaf de randen van Boekarest te willen maken in antwoord op Eric Rohmers Zes Morele Verhalen. Hoe past aurora daarin? Het idee is om zes liefdesverhalen te maken. aurora moest gaan over de liefde van een man voor een vrouw. Dat is het verhaal geworden van een man die wraak neemt. Ik ben ervan overtuigd dat alles waartoe mensen in staat zijn, in ieder van ons zit. Dat betekent dat wij allemaal kunnen doden. Mijn grote fascinatie bij het maken van aurora was ons onvermogen om te weten wat de ander beweegt. We kunnen niet bij een moordenaar in z’n hoofd kijken. Of bij een kunstenaar.

We weten niet eens wat er in ons eigen hoofd gebeurt. Precies, zelfs dat niet. Na twee jaar in gevangenissen met moordenaars te hebben gesproken, besefte ik dat het label ‘moordenaar’ onzin is. Het zit allemaal in de woorden, het is allemaal een kwestie van taal. Alsof de mensen die veroordeeld zijn het in hun DNA hebben en de rest van ons niet. Ieder van ons kan een ander mens elimineren. Ik moest dus een manier vinden om iets over het brein van een moordenaar te kunnen zeggen.

Dat doet u in aurora door te laten zien dat er niets zinnigs over dat brein te zeggen valt. Dat de causale verbanden die wij om ons heen denken waar te nemen, vaak niet bestaan. De verhalen over oorzaak en gevolg die we bedenken, zijn fantasieën. We doen het om betekenis te geven aan de werkelijkheid. Causaliteit maakt het allemaal wat eenvoudiger te begrijpen maar het is vaak een kunstmatig continuüm tussen losse gebeurtenissen. De werkelijkheid kan niet in woorden en beelden gevangen worden. Alles wordt vereenvoudigd, net als in de Euclidische meetkunde. Er bestaan geen perfecte driehoeken, vierkanten en cirkels in de werkelijkheid. Die zijn bedacht om zaken te kunnen begrijpen. Precies zo probeert onze taal de werkelijkheid te reduceren. Maar taal is beperkt, net als onze instrumenten om film te maken.
In films zie je alleen de rechthoek van de camera. Da’s alles. Dat is voor mij een cruciaal gegeven. Dat het verhaal dat zich voor die camera afspeelt niet bestaat, dat alleen de verhalenverteller bestaat. We kiezen bepaalde elementen en verbinden die door een verhaal. Dat is precies wat politiemensen en rechters doen wanneer ze over iemand oordelen. Zoals in aurora over de dader. Ze richten zich op een paar details en reduceren het onverklaarbare tot iets Kwaads. Of iets zieks.

Dus rechtspraak en de wet zijn vreemde, pretentieuze fenomenen? Rechtspraak en de wet zijn er idealiter om de samenleving te beschermen. Niet om de waarheid te verkondigen. Het is een utilitaire filosofie die ons moet helpen om te overleven. En ze hebben hun nut. Maar besef wel dat ze ook maar verhalen proberen te maken van losse gebeurtenissen. Het werd me de afgelopen jaren steeds duidelijker dat de filosofen die beweren dat we alleen in ons eigen hoofd leven, gelijk hebben. Maar hoe moest ik dat in een film laten zien?

aurora gaat net zozeer over film als kunstvorm als dat het over de wraakactie van deze man gaat. Precies.

In zekere zin behoort aurora tot de meest uitgesproken moordmysteries ooit gemaakt omdat het bijna alles, in bijna elke scène, tot een mysterie maakt. Wie goed kijkt, begrijpt niets. We zien 36 uur in het leven van een individu en die zijn teruggebracht tot 181 minuten. Dat betekent dat je sowieso veel informatie kwijtraakt. Verder noemt niemand de ander bij z’n naam omdat mensen die elkaar kennen dat in werkelijkheid ook niet doen. Zoals mensen in werkelijkheid ook geen verklarende inleidingen geven als ze beginnen te praten. Dat gebeurt alleen in films ten behoeve van de kijker. Onzin. Gebeurt bij mij niet. Zo creëer ik met opzet onduidelijkheid. Bijna elke cut die ik aanbreng, is een ellips: we springen van dit naar dat en de kijker weet niet wat daartussen gebeurt.
Ik bouw scènes op vanuit één camerapositie. Soms raak je daardoor personages kwijt omdat ze achter een muur staan of een kamer in lopen en de deur dichtdoen. Soms is niet te horen wat de personages tegen elkaar zeggen. Waarmee ik maar wil laten zien: in werkelijkheid hoor en zie je ook niet alles, moet je het ook doen met gebrekkige informatie.

Verder kan film niet doordringen in de werkelijkheid? Cinema kan die werkelijkheid onderzoeken en kan ons raken op het niveau van het non-verbale. Subtiele communicatie. Het heeft iets met lichaamstaal te maken maar zelfs die notie is vulgair omdat films in de loop van de afgelopen eeuw ook hun eigen lichaamstaal hebben ontwikkeld. Van sommige bewegingen weet je als kijker meteen wat ermee bedoeld wordt. Het is dus ingewikkelder. Het is ook weten dat de belangrijkste dingen die we aan elkaar duidelijk maken niet via woorden worden overgedragen. Als iemand tegen mij zegt ‘ik hou van je’, dan word ik achterdochtig. Wanneer je van iemand houdt, maak je dat op een andere manier duidelijk.

Muziek begrijp je ook zonder dat iemand je dat in woorden uitlegt, zei de Amerikaanse filmmaker Nathaniel Dorsky laatst. Ja, ik geloof dat dat waar is. Misschien is er een fenomeen dat te maken heeft met resoneren, met bijna hetzelfde zijn als, met herkennen. Iets dat niet uitgaat van betekenissen maar van begrijpen op een ander niveau.

Als een verhaal eigenlijk niet verteld kan worden, wordt het voor u dan niet steeds moeilijker om een film te maken? Ja, maar toch. Ik denk dat God van me houdt. (Lacht.) En dat ie me toestaat een volgende film te maken. Maar misschien eentje die niet drie uur duurt.

Die drie uur vlogen voorbij. Goed om te horen want niet iedereen denkt daar zo over. Het heeft iets te maken met de aanname van onschuld, zoals in het rechtssysteem. Je zou onvoorbereid een bioscoop moeten binnengaan en je overgeven aan wat de regisseur je laat zien. Je kent de regisseur niet, dus ken je ook haar film niet. Laat je vooroordelen gaan. Dus niet ‘ah, het is een Nederlandse film’, of een Turkse film, of een western. Nee, laat je overvallen. Kijk naar wat er gebeurt. Bij aurora is vanaf de eerste beelden duidelijk waar de film over gaat. Observatie. Met op de achtergrond dus de meer filosofische vraag hoe het mogelijk is dat een regisseur iets laat zien dat hij zelf niet heeft meegemaakt en met zijn kunst kan doordringen in de realiteit.

Doordat hij zijn fantasie gebruikt? Dat leidt nergens toe. Het heeft voor jou toch geen enkele zin dat ik ga fantaseren wat die mensen daar verderop aan dat tafeltje tegen elkaar zeggen. Als je alleen vermaakt wilt worden is dat prima, maar niet als je iets over de werkelijkheid wilt weten.

Waarom moest u per se zelf de hoofdrol spelen? Dat kon niet anders. De moordenaar die het dichtst bij me staat, ben ik zelf. Potentiële moordenaar dan. Want er zat een contradictie in het idee achter de film. Als ik niets over iemand anders kan zeggen, hoe kan ik dan toch een acteur aansturen? Dan moet ik toch op een of andere manier in zijn hoofd kunnen kijken? Dat werd voor mij een morele kwestie en die was te belangrijk om overheen te stappen. De enige oplossing was dat ik zelf de moordenaar zou spelen. Madame Bovary, c’est moi.
Zelfs de mensen waarmee ik in de gevangenis sprak, wisten vaak niet waarom ze het gedaan hadden. Ik sprak met iemand die z’n vrouw had vermoord. Had zowat ‘r hoofd afgesneden. Maar hij wist niet wat er gebeurd was. Hij had het gevoel gehad alsof ie uit z’n lichaam gehaald werd. Door zulke verhalen begon ik soms wel te twijfelen of er niet toch zoiets als het Kwaad bestaat. Zoals in Lynch z’n films. Iets dat bezit van ons kan nemen.

Misschien zit de duivel in het niet kunnen vatten, het niet kunnen begrijpen? Ja, zoiets. Ik weet het niet.

Kan ik aurora vergelijken met Joseph Conrads ‘Heart of Darkness’? De reis naar het einde van de rivier met Kurtz als de personificatie van het enigma, van het onkenbare? Zo heb ik er nooit over nagedacht. Wat me er wel van overtuigde dat ik op het goeie spoor zat, was een uitspraak van Hitler. Hij zei ooit dat ‘iedereen die luchten groen schildert en velden blauw, gesteriliseerd moet worden’. Ik realiseerde me dat mijn personage precies zo dacht. Hij heeft een wereldbeeld waar de wereld niet in past en hij besluit alle obstakels uit de weg te ruimen. Hij is zacht gezegd in de war maar hij blijft wel trouw aan z’n eigen visie. Net als de helden in de sprookjes die ons verteld zijn. Die waren ook altijd consequent en helder in hun daden. Geen compromissen. Terwijl het leven toch duidelijk om onderhandelen en compromissen vraagt. Want degene die voor je staat, houdt er bijna altijd een ander idee op na. Maar mijn hoofdpersoon ziet alleen zijn eigen waarheid. Hij leeft in z’n eigen sprookje en daarin moet hij de draak verslaan.

En dan loopt ie een politiebureau binnen en legt een verklaring af. Ergens is dat logisch omdat hij heeft gedaan wat volgens hem moest gebeuren. Hij heeft strikt zijn eigen waarheid gevolgd. Daar zit iets kwaads in, besef ik. De oudere criminelen die ik in de gevangenissen sprak, waren trots op wat ze gedaan hadden. Misschien doordat we toch beetje bij beetje veranderd worden door onze daden en de gevolgen daarvan. Al kunnen we die gevolgen niet meten. Macht verandert een individu en mijn personage heeft macht uitgeoefend door mensen te vermoorden. Hij heeft voor god gespeeld. Zijn daden hebben hem op een of andere manier gevormd. Vervormd. Hij is dader geworden en hij weet het. Hij wil niet vluchten voor wat hij heeft gedaan.

Als u het heeft over de ars poëtica, over de film die niet moet betekenen maar moet zijn, dan heeft u het in zekere zin over uzelf als dader. Dat ben ik ook. Ik denk aan mezelf voor de camera als de moordenaar. En aan de wrede inbreuk die ik als regisseur en als moordenaar heb gemaakt in de levens van de personages. Dat creatief zijn ook destructief zijn is. Ik weet dat het een gemeenplaats is maar ik denk echt dat er overeenkomsten zijn tussen de grootste misdadigers van de geschiedenis, zoals Hitler, Stalin en Mussolini, en de kunstenaar. Het is niet toevallig dat Hitler schilderde. Daar zit iets. Er zit iets in die formule God schiep de mens naar zijn evenbeeld. Ook als je atheïst bent. Hij is creator en vernietiger, en de mens dus ook. Mens zijn is creatief zijn… Het is als koorddansen, we kunnen even gemakkelijk destructief worden.

Ronald Rovers