Kaboom 2025: Competitie

Uit de ruimte, in je hoofd

The Colors Within

Traditiegetrouw zet éénpersoonsjury KEES Driessen de Kaboom-competitie voor lange animatiefilms alvast op een rij. Wat is KEES’ Kaboom Knaller van 2025?

Net als voorgaande jaren zet ik namens Filmkrant de lange competitiefilms van het Kaboom Animation Festival van tevoren op een rijtje. Eindigend bij: KEES’ Kaboom Knaller van 2025! Maar eerst: er is meer te zien op het festival.

Zo biedt Kaboom ook buiten competitie lange animatie. Daaronder drie onmisbare klassiekers: Marjane Satrapi’s en Vincent Paronnauds autobiografische Persepolis (die in 2007 met de juryprijs in Cannes de doorbraak forceerde van volwassen animatie naar een breder arthousepubliek), Eiichi Yamamoto’s ero-demonische Belladonna of Sadness (die in 1973 de ondergang betekende van Osamu Tezuka’s filmbedrijf maar voortleeft als cultfilm) en het verbijsterende Mind Game (2004) van Masaaki Yuasa, aan wie Kaboom een heel retrospectief wijdt, inclusief de bijzondere gelegenheid van een masterclass van de master zelf.

En zie, bijvoorbeeld, ook nog de halflange filering van Belgisch kolonialisme in Congo This Magnificent Cake! (2018) van Emma De Swaef en Marc James Roels in het België-retrospectief en het kortfilmprogramma van de altijd onweerstaanbare Schmutz Cinema, ‘Your Yuck is My Yum’ – net als Persepolis en Belladonna onderdeel van Kabooms Provocatie-programmering.

En dan zijn er nog debatten, games, VR (met Niki Smits en Sarah Ticho’s Soul Paint, winnaar van een Special Jury Award op SXSW 2024), borrels, kinderprogramma’s, een kortfilmcompetitie en allerhande evenementen – waaronder een speciale vertoning van de lange Palestijnse coproductie The Wanted 18 (2014).

En dan nu de competitie. Het is een goed jaar: slechte films zitten er niet tussen. Maar verschil moet er zijn, dus laten we de acht competitiefilms aftellen, van de minste tot de beste. Eentje rammelt, vier zijn interessant en de topdrie is uitstekend.

8) Ghost Cat Anzu van Yôko Kuno en Nobuhiro Yamashita
Sympathieke, maar rammelende anime, waarin een elfjarig meisje haar overleden moeder zoekt met behulp van yōkai, Japanse geestverschijningen. Dat klinkt spannend, maar het verhaal sleept een beetje en ook op animatieniveau is de timing vaak raar: er vallen gekke stiltes in de beweging van vooral gezichtsuitdrukkingen, alsof ze haperen – vermoedelijk vanwege de rotoscoping. Een lange animatie was voor dit project kennelijk net te hoog gegrepen. Ondertussen heeft het ogenschijnlijk lieve kinderverhaaltje over een grappige spookpoes behoorlijk grimmige kanten. Waaronder, bijvoorbeeld, eeuwig lijden in de hel.

Totto-Chan: The Little Girl at the Window

7) Totto-Chan: The Little Girl at the Window van Shinnosuke Yakuwa
In deze bewerking van de gelijknamige autobiografische bestseller, die zich afspeelt in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog, vindt een hyperenergiek meisje dat ‘aan het raam’ zit – Japanse uitdrukking voor er niet bij horen – een thuis in een vrijzinnige school die individuele ontplooiing viert boven groepsdruk en conformisme. De historische setting is bijzonder gedetailleerd vormgegeven en erg interessant. Maar met het plastieken uiterlijk van onze hoofdpersoon, de drammerige muziek en te veel zoetsappige scènes kan deze tearjerker bij mij geen tears jerken. En dan gaat er toch iets mis.

6) Pig That Survived Foot-and-Mouth Disease van Hur Bum-Wook
In de confronterende openingsscène worden varkens levend in massagraven gekieperd – zoals Zuid-Korea daadwerkelijk deed bij een uitbraak van mond- en klauwzeer in 2010. Deze semi-realistische computeranimatie over een schokkend gewelddadige botsing tussen mens en dier, die Animal Farm (1954) en Watership Down (1978) in herinnering roept, voelt gedreven door woede hierover. Met een naargeestigheid die zo effectief beklemmend is, dat het grotendeels compenseert voor de houterige motion-capture. Hoofdpersonen zijn een man die dier en een varken dat mens wil worden – wat beide niet helemaal lukt.

5) Pelikan Blue van László Csáki
Deze Hongaarse animatiedocumentaire over een paar armlastige Hongaren die na de val van de Muur internationale treintickets vervalsen om door Europa te kunnen reizen is bijzonder genoeg. En de gestileerde animatiestijl is goed gelukt. En toch is het soms een beetje saai: de feitelijkheden van het verhaal krijgen te veel aandacht en de persoonlijkheden van betrokkenen te weinig. Wel weer leuk is dat we zowel deze ‘daders’ als de onderzoekende agent documentair horen terugblikken. En dat ook de agent er achteraf om kan lachen.

Flavors of Iraq

4) Flavors of Iraq van Léonard Cohen
Nog een animatiedocumentaire! Flavors of Iraq is samengesteld uit twintig korte animatiefilmpjes over herinneringen van de Iraaks-Franse journalist (en coscenarist) Feurat Alani. Van zijn negende, toen hij als kind van een politiek vluchteling het land voor het eerst bezocht, tot volwassen journalist; oftewel, de jaren van Hussein tot IS. Het begon als graphic novel (ook met Cohen) en die twee aspecten, het grafische en historische, zijn de sterkste kanten van wat voelt als een autobiografische longread met knap geanimeerde illustraties – maar iets te veel voice-over.

Lesbian Space Princess

3) Lesbian Space Princess van Emma Hough Hobbs en Leela Varghese
Deze Australische filmmakers begonnen precies zoals je zou denken: met de titel. Van daaruit creëerden ze een vrolijke lowbudget ruimtesatire op, uiteraard, onze eigen wereld. In de film leeft de mensenschuwe Prinses Saira far, far away op hemellichaam Clitopolis (“veel makkelijker te vinden dan mensen denken”) in veilige Lesbian Space, waar haar aartsvijanden (de ook voor een SWM als ik grappige Straight White Maliens) niet naar binnen kunnen – maar die zij, hoewel angstig, verlaat in haar queeste naar liefde. In een verouderd, dus seksistisch, ruimteschip.

Boys Go To Jupiter

2) Boys Go to Jupiter van Julian Glander
De sfeer domineert in Glanders isometrische, helder (maar niet fel) gekleurde en sterk vereenvoudigde animatieversie van suburban Florida (ontworpen als een soort rubberen upgrade van Playmobil) met een bijna onbegrijpelijk effectieve afwisseling tussen totaal slackende tieners (op straat, strand of bij een leeg zwembad) en een op zich dramatisch, maar in hetzelfde slackertempo voortkabbelend sf-verhaal over aliens en gestolen bedrijfsgeheimen. Vooral het geluid (van sounddesign, muziek en stemacteren) creëert, denk ik, de samenhang in Glanders wonderlijke combinatie van drama en desinteresse. Heel eigen, heel fijn.

1) The Colors Within van Naoko Yamada
Vorig jaar vertoonde Kaboom Yamada’s eerdere (en zelfs nog iets betere) A Silent Voice uit 2016. Yamada’s nuance in het acteren en de psychologie van haar personages is uitzonderlijk. Waardoor ik niet alleen geef om haar drie gevoelige hoofdpersonen, die samen een bandje beginnen (met theremin!), maar ook om de bijfiguren. Er is tot glunderen aanzettende verliefdheid, kalme observatie van betekenisvolle details in vriendschap en een hyperromantisch, half verstopt boekwinkeltje met een tuintje ervoor, waarheen synestheet Totsuko haar (in haar ogen) prachtig blauwe crush Kimi volgt.


Kaboom Animation Festival | 21 t/m 25 maart 2025, Utrecht | 27 t/m 30 maart 2025, Amsterdam | 21 t/m 30 maart online