Lincoln

Zo word je een Amerikaanse legende

Steven Spielbergs voor twaalf Oscars genomineerde Lincoln toont president Abraham Lincoln als een moreel standvastige, maar ook pragmatische politicus die de slavernij afschaft. De les? Politiek is een kwestie van wheelen en dealen.

“Er is een fysiek verschil tussen het blanke en het zwarte ras, waarvan ik geloof dat het voor altijd verbiedt dat de twee rassen op voet van sociale en politieke gelijkheid zullen samenleven.” De opvatting van de oprichter van de Ku Klux Klan? Eh, nee, woorden van Abraham Lincoln tijdens zijn (verloren) verkiezingscampagne voor het Congres in 1858.

Een jaar eerder zei de politicus dat de gedachte dat blank en zwart zouden samenwonen “een natuurlijke walging in de geesten van bijna alle blanken” opriep. Toen Lincoln in 1861 president werd en kort erna de Burgeroorlog uitbrak, merkte hij op dat niet de afschaffing van de slavernij, maar het redden van de Amerikaanse eenheidsstaat zijn ultieme doel was. “Als ik de Unie kan redden zonder één slaaf te bevrijden, zal ik dat doen, en als ik hem kan redden door alle slaven te bevrijden, zal ik dat doen.”

Vier jaar later zette hij zijn politieke toekomst op het spel door met tomeloze inzet te strijden voor afschaffing van de slavernij. Wil de echte Lincoln opstaan? Was de president tot de conclusie gekomen dat afschaffing nodig was om de Amerikaanse eenheid te behouden? Voortschrijdend moreel inzicht? Zeker is dat Lincoln nooit een voorstander van slavernij was. Wat iets anders is dan een actieve bestrijder. Hij was geen abolitionist, maar vond lange tijd dat staten zelf moesten kunnen beslissen over slavernij. Ook flirtte hij een tijd met het racistische idee om slaven terug te sturen naar Afrika.

Burgeroorlog
In Spielbergs Lincoln, waarin Daniel Day-Lewis zo griezelig veel op Lincoln lijkt dat de president uit zijn graf lijkt opgestaan, is van Lincolns racistische opvattingen, die hij deelde met bijna alle blanke landgenoten, niets terug te vinden. Dat komt doordat de film geen biopic over zijn hele leven is, maar zich concentreert op de periode tussen januari en april 1865, de laatste drie maanden van Lincolns leven.

De film spitst zich toe op de manier waarop Lincoln steun in het Congres verwerft voor zijn voorstel om de slavernij af te schaffen (het dertiende amendement op de grondwet). Op dat moment is er al vier jaar een bloedige burgeroorlog aan de gang tussen het Noorden en elf Zuidelijke staten. Om de chaos in het Zuiden te vergroten, had Lincoln twee jaar eerder met de Emancipatie Proclamatie alle slaven in het Zuiden tot vrije burgers verklaard. Hij hoopte dat de ruim drie miljoen slaven in opstand zouden komen, zodat het Zuiden economisch zou worden verzwakt. Dat zijn proclamatie niet overal de slavernij afschafte, maar alleen in het Zuiden, laat zien dat hij niet voortkwam uit morele principes, maar een strategische oorlogsmaatregel was.

In de jaren erna radicaliseerde Lincoln en verbond hij afschaffing van de slavernij aan de oorlog: zonder afschaffing geen vrede. Dat de burgeroorlog daardoor mogelijk langer zou duren, was een prijs die Lincoln wilde betalen. Het is deze onverzettelijke Lincoln, die Spielbergs film portretteert.

Gratis advies
Dat Spielberg juist nu met een film over Lincoln komt, is niet toevallig. Zijn film gaat over leiderschap in roerige tijden. Lincoln oogt soms als een gratis advies aan Obama, die Spielberg in zijn verkiezingscampagne met een miljoen dollar steunde. Net als Obama stond Lincoln voor het probleem dat gelijk hebben en gelijk krijgen verschillende zaken zijn in de politiek. Net als nu stonden in 1865 in het Amerikaanse Congres Democraten en Republikeinen onverzoenlijk tegenover elkaar. De Democratische Partij, in die tijd de meest conservatieve van de twee, vond slavernij geen zaak van de federale regering, maar van de individuele staten. Iedere staat moest zelf over afschaffing kunnen beslissen. De Republikeinse Partij wilde de slavernij in de hele Unie afschaffen.

Het resultaat was een patstelling, die door de voorstanders van afschaffing alleen doorbroken kon worden met een tweederde meerderheid in het Congres. Die meerderheid was nodig om een verbod op slavernij in de grondwet vast te leggen. Het leek een onmogelijke opgave, maar Spielberg laat zien hoe het Lincoln toch lukte: met een combinatie van idealisme, pragmatisme en machtspolitiek.

Als sommige van zijn ministers de timing van het voorstel niet goed vinden, maken ze kennis met Lincoln-de-machtspoliticus: “Ik ben de president van de Verenigde Staten, begiftigd met een enorme macht – breng me de stemmen!” Daarna stuurt hij zijn politieke handlangers erop uit om twijfelende Congresleden te bewerken. Dat het gepaard ging met beloften over mooie banen bij de overheid, en misschien ook smeergeld, laat de film in het midden. Die praktijk was in die tijd overigens de gewone gang van zaken.

Politieke kakofonie
Wie van het politieke spel houdt, het wheelen en dealen achter de schermen, komt in Lincoln uitstekend aan zijn trekken. Wie op school heeft opgelet bij de geschiedenislessen is in het voordeel, want voorkennis kan geen kwaad bij de politiek-juridische haarkloverij in het Congres. Maar ook zonder die kennis krijgt de kijker een fascinerend inkijkje in de alledaagse politieke praktijk in 1865, die niet veel verschilt van die in onze tijd. Het gekonkel, de beloften, de compromissen en het machtsvertoon kun je ontluisterend vinden, maar Lincoln presenteert het als de essentie van politieke besluitvorming in een democratie. Wie geen politieke kakofonie wil, moet in een dictatuur gaan wonen.

Lincoln laat zien dat de zestiende Amerikaanse president het politieke spel tot in de finesse beheerste. De film maakt geen heilige van hem en prikt door de heilige mythe heen. Een saaie conclusie voor wie van helden houdt, maar een geruststellende voor wie in democratie gelooft.