Coogan en Winterbottom

Steve Coogan was drie keer te zien in een film van Michael Winterbottom, als hoogvlieger, als neuroot en als beiden.

24 Hour Party People (2002)
Was waarschijnlijk de introductie van komiek Steve Coogan bij het Grote Serieuze Arthouse-publiek. Als platenbaas Tony Wilson neemt hij ons in 24 Hour Party People mee door de geschiedenis van de Manchester muziekscene van de jaren zeventig tot en met negentig; in de beste Engelse sociaal-satirische stijl van Peter Whiteheads Tonite Let’s All Make Love in London (1967, over de niet zo heel erg swingende sixties) en The Great Rock ‘n’ Roll Swindle (Julien Temple, 1980; een fake-docu over punkbank de Sex Pistols).

A Cock and Bull Story (2005)
Of voluit: Tristram Shandy: A Cock and Bull Story, een dolzinnig web van scènes, filmische invallen en terzijdes naar het onverfilmbaar geachte spotzieke boek The Life and Opinions of Tristram Shandy, Gentleman (1759-1767) van Laurence Sterne, een roman met zwarte, witte en gemarmerde pagina’s, typografische spelletjes en andere gekkigheden. Coogan zei al ‘ja’ tegen de drie rollen die hij erin zou spelen, nog voordat Winterbottom ook maar een letter op papier had. Hij wist van de samenwerking aan 24 Hour Party People dat Winterbottom “een beetje van improviseren hield” en daar is hij zelf ook niet vies van. De film, die is opgezet als een film-over-het-het-maken-van-een-onmogelijke-film, voert Coogan op als het titelpersonage Tristram Shandy, diens vader Walter en de acteur Steve Coogan: “Ik speel mijzelf, op een beetje neurotische manier. Ik ben een beetje neurotisch, maar niet zo erg als ik mezelf voordoe. In feite is de film behoorlijk realistisch”, aldus Coogan in een interview met de website about.com.

The Trip (2010)
Ook met acteur Ron Brydon maakte Michael Winterbottom drie films, en niet toevallig dezelfde drie als waarvoor hij Steve Coogan castte. Wie het duo aan het werk ziet in The Trip weet waarom: hun verbale duels als sideways-achtige oude vrienden die een reisje langs de restaurants van Noord-Engeland gebruiken om zo’n beetje het hele Engelse acteursbestand en zichzelf te parodiëren, grenst aan verrukkelijke acteurswaanzin.