Chantal Akerman – Passages
Kijk, luister, huiver, lach
Van New York en het Amerikaanse Zuiden tot Oost-Europa en Israël: de invloedrijke regisseur Chantal Akerman was altijd onderweg. Het beroemdst werd ze juist met een adembenemende film over de dagelijkse routine van een huisvrouw. Een tentoonstelling in Eye met een omlijstend filmprogramma doet recht aan haar revolutionaire oeuvre.
Bij belangrijke regisseurs is het mogelijk hun invloed te kennen zonder hun werk te hebben gezien. Met niet meer dan één korte film en een halve documentaire op zak had ik uit de tweede hand al heel wat Chantal Akerman voorbij zien komen, al was ik me daar meestal niet van bewust. Regisseurs als Michael Haneke, Kelly Reichardt, Sally Potter en Todd Haynes hebben op verschillende momenten het werk van Akerman als voorbeeld aangehaald en sinds kort weet ik ook precies waar zij haar stempel op hun werk drukte.
Het meest vertoonde fragment uit haar oeuvre is een frontaal shot van een huisvrouw die in haar keurige modelkeuken met een wat afwezige blik twee aardappelen schilt; een banale handeling die van begin tot eind gefilmd wordt en omdat zoiets in film maar zelden gebeurt lijkt het veel langer te duren dan normaal. We kijken naar de titelheldin uit Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles, de film waarmee Akerman in 1975 op slechts 25-jarige leeftijd in één klap beroemd werd.
De film staat nog steeds overeind als een mijlpaal in de filmgeschiedenis. De lange shots, de strak gecomponeerde kaders, waarin het decor soms belangrijker lijkt dan de personages, en de doelgerichte verwaarlozing van klassieke vertelmiddelen als plot en dialoog demonstreren een zeldzame zelfverzekerdheid. De visuele stijl van de film is in 2020 niet meer zo revolutionair als hij toen was, maar de totale beheersing waarmee Akerman ruim drie uur lang in detail de huiselijke routine vastlegt van een vrouw die haar hele bestaan wijdt aan het vervullen van andermans behoeften, is nog altijd net zo adembenemend.
Verlopen hotel
De reikwijdte van Akermans filmische oeuvre is groot. Door Jeanne Dielman en andere vroege films als Je, tu, il, elle (1974; een minimalistisch drama in zwart-wit, waarin ze zelf de hoofdrol speelt) en Hotel Monterey (1973; een zwijgend, nachtelijk documentaireportret van een verlopen New Yorks hotel en zijn bewoners) kwam ze bekend te staan als een experimenteel filmmaker, maar ze maakte ook meerdere, niet altijd goed ontvangen uitstapjes naar genrefilms, waaronder de komedies Demain on déménage (2004) en Un divan à New York (1996) en de musical Golden Eighties (1986). Met het autobiografische Les rendez-vous d’Anna (1987) en de Proust-verfilming La captive (2000) bereikte ze het arthousepubliek en ze oogstte lof voor haar documentaires geschoten in onder meer Oost-Europa (D’Est, 1993) en het Amerikaanse Zuiden (Sud, 1999), aan de grens tussen Mexico en de Verenigde Staten (De l’autre côté, 2002) en in Israël (Là-bas, 2006). Halverwege de jaren negentig breidde ze haar filmkunst uit naar de tentoonstellingsruimte, die sindsdien een vast platform werd voor het ruimtelijk presenteren van haar beelden.
Alweer bijna vijf jaar geleden maakte Chantal Akerman op 65-jarige leeftijd een einde aan haar leven. Het geeft de tentoonstelling van haar installaties, waar Eye al sinds de opening van het nieuwe museumgebouw in 2012 plannen voor had, het karakter van een retrospectief. Akermans vaste editor Claire Atherton, met wie ze ook samenwerkte bij het maken van al haar installaties, is twee weken voor de (postvirale) heropening van Eye in Amsterdam aangekomen om de opbouw te begeleiden en neemt me mee door de tentoonstelling in opbouw.
Ruimte
Door filmwetenschappers en -critici zijn op Akermans werk talloze interpretaties en analyses losgelaten, maar alles wat je nodig hebt om te begrijpen waar het over gaat is een scherm in een donkere zaal en een ontspannen humeur. Haar cinema begint bij het ondergaan van tijd en ruimte. Via licht, geluid, beweging, montage – de basiselementen van film. Zo simpel, zo direct, zo krachtig.
De tentoonstelling bewijst dat dit voor haar installaties net zo sterk geldt als voor haar films. En Claire Atherton bevestigt dit, wanneer ze vertelt hoe Akerman probeerde met haar vaak lang aangehouden shots “een leegte” te creëren. “Je hoeft het beeld alleen maar binnen te laten komen. Misschien begrijp je niet echt waar het over gaat, maar je voelt dingen, ervaart de beweging, het geluid. Plotseling ga je zelf verbanden leggen, voel je beelden van daarvoor terugkeren en resoneren met wat je op dat moment ziet. Wat een genot.”
Volgens Atherton schuilt het politieke van Akermans werk in die openheid, in het niet sturen van de emoties en gedachten van de kijker. “Het is een manier om mensen te vertellen dat ze wakker moeten zijn, zelf in beweging moeten zijn, niet moeten zoeken naar een antwoord in kunst. Ze wilde dat we de wereld bedenken en geen passieve ontvanger zijn van wat er gebeurt.”
Niet zomaar een boom
De titel van de tentoonstelling, Passages, is van toepassing op de ruimtelijke opstelling van een aantal installaties waar je je als bezoeker tussen de schermen door beweegt, maar het woord slaat ook op een kwaliteit van het beeld zelf. In oneerbiedige termen is Akermans fameuze slow cinema samen te vatten als ‘lange shots waarin niets gebeurt’. Maar dat is een omschrijving die hangt op de betekenis van ‘gebeuren’. Wat is een gebeurtenis? En waar moet die gebeurtenis plaatsvinden?
“Het beeld wordt krachtig wanneer je voorbij het moment komt waarop je begrijpt wat het je laat zien”, zegt Claire Atherton als we Akermans films bespreken. “Als je kijkt naar een beeld van een boom, dan zie je eerst die boom; maar zodra je hebt begrepen waar je naar kijkt, gebeurt er iets anders. Dan is het niet meer gewoon een boom, maar díe boom op dát moment. Een beeld is veel meer dan alleen een afbeelding van iets. Het leeft. Het gaat erom een relatie te creëren tussen het beeld en degene die kijkt.”
Oorverdovend
Geluid is een essentieel onderdeel van Akermans filmtaal: straatgeluiden die binnenkomen via openslaande ramen of deuren onderstrepen vaak de relatie, of de tegenstelling, tussen wat zich buiten en binnen afspeelt. Ook in haar laatste video-installatie Now, die ze maakte in het jaar van haar dood, is een grote rol weggelegd voor geluid. Vijf schermen tonen beelden van een dor en woest landschap, soms stil, soms voorbijrazend. Speakers die verdeeld over de ruimte hangen, storten er verschillende geluidslagen boven uit – natuurgeluiden, rollend gesteente, gezang, geschreeuw, beschietingen – die samenvloeien tot een oorverdovende symfonie. Het razen van de wereld samengepakt op een paar vierkante meter van de aardbol.
Voorbij het laatste scherm van Now staan aan weerszijden van de ruimte twee kitscherige lampen met een bewegende projectie van een aquarium. Loop je naar de ene toe, dan hoor je het geruis van de zee; bij de andere klinken vriendelijke straatgeluiden en flarden van gesprekken. Deze hoeken vormen een rustpunt en misschien een ironische knipoog. Want al hangt er rond het werk van Akerman een air van zwaarte, voor wie geduldig de beelden op zich laat inwerken valt er ook humor te ontwaren, zij het dat daar vaak een pikzwart randje omheen zit. Tegenover de extreme beheersing van Jeanne Dielman – die op een pijnlijke manier grappig wordt op het moment dat zij de controle begint te verliezen – staat de zinledige drift van de huisvrouw die de achttienjarige Akerman zelf belichaamt in haar overdonderende kortefilmdebuut Saute ma ville (1968), waarmee Passages opent. De film is een chaotische deconstructie (in letterlijke zin) van het toenmalige ideaalbeeld van het huisvrouwenbestaan, een combinatie van feministische kritiek en duistere, bevrijdende humor.
Akermans moeder, een overlevende van Auschwitz, is een terugkerende figuur in Akermans werk – soms als personage of onderwerp, eenmaal in een cameo, maar altijd ten minste in figuurlijke zin op de achtergrond aanwezig. In een video-opname die onderdeel is van de installatie Marcher à côté de ses lacets dans un frigidaire vide (2004) spreken moeder en dochter over de combinatie van humor en tragiek in haar films. Akerman merkt op dat ze die dubbele notie van komedie en tragedie nooit meer zo goed wist te treffen als in haar allereerste film. “Want dat ben ik”, zegt Akerman tegen haar moeder, “dat zijn wij. Wanneer er iets tragisch gebeurt, weten we het altijd zo om te draaien dat we er een beetje om kunnen lachen.”
De tentoonstelling Chantal Akerman – Passages is te zien in Eye Filmmuseum, Amsterdam van 1 juni t/m 30 augustus 2020. Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles en Les rendez-vous d’Anna zijn vanaf 4 juni 2020 landelijk te zien.