Andrzej Żuławski: Three Films
De mens uit elkaar getrokken
‘Uiteengevallen is iedere vorm, en in een schemerlicht van verlammende onzekerheid boven een spookachtige wereld zoekt de mens zijn weg, zich als een verdwaald kind vastgrijpend aan een rafelig draadje logica, door een droomlandschap dat hij werkelijkheid noemt en dat voor hem toch niets meer dan een nachtmerrie is.’ (Hermann Broch – Huguenau of de zakelykheid)
Het is 1 juni 1977 als na 473 draaidagen en 21.694 meter film de productie van de Poolse sciencefictionfilm On the Silver Globe (Na srebrnym globie) wordt stilgelegd op bevel van staatssecretaris Janusz Wilhelmi, die daarmee het signaal wil afgeven dat het communistische regime niet gediend is van onafhankelijke, eigenzinnige film- en televisiemakers. Een van de meest ambitieuze projecten in de Poolse filmgeschiedenis, en misschien überhaupt uit de filmgeschiedenis, komt daarmee vroegtijdig tot een einde. Voor regisseur Andrzej Żuławski (1940-2016) is het een traumatische gebeurtenis. “Iets is onaf,” in de woorden van zijn zoon Xawery Żuławski, “doorlopend, nog steeds schreeuwend.”
Ruim een decennium later krijgt Żuławski de kans de film af te maken. Omdat de meeste kostuums vernietigd zijn en acteurs niet meer beschikbaar, doet de filmmaker dat door de ontbrekende scènes na te vertellen, voorzien van beelden van hedendaags Polen. Die versie gaat in 1988 in Cannes in première om daarna toch weer in de obscuriteit te belanden. Decennialang is er slechts een versie in omloop waarvan de kleurcorrectie en het beeldformaat niet kloppen. Distributeur Eureka brengt het gerestaureerde On the Silver Globe nu uit in een blu-ray-box met Żuławski’s eerste twee (tevens gerestaureerde) films, The Third Part of the Night (Trzecia część nocy, 1971) en The Devil (Diabeł, 1972). Tezamen zijn de films te bekijken als een drietrapsraket van een wereldbeeld en artistieke visie die misschien wel niet anders kon dan uit zijn voegen barsten.
Stom toeval
‘Zijn wij krankzinnig omdat we niet krankzinnig zijn geworden?’, schrijft Hermann Broch in Huguenau of de zakelykheid, het derde deel uit zijn romancyclus De slaapwandelaars, geschreven in de jaren dertig. Hij stelt daarin dat de mens de krankzinnigheid inziet van de totaliteit van het leven, maar daarbinnen zichzelf toch als een logisch gemotiveerd wezen beschouwt. Om een ‘zelf’ te vormen, onthecht de mens zich dus in zekere zin van de wereld.
Zeker in de vroege films van Żuławski is daarvan geen sprake. Zijn personages hebben geen vastomlijnde identiteit, maar zijn eerder als de ‘vormeloze wezens’ waarmee de verteller in Paul Austers novelle The Locked Room kinderen omschrijft die nog niet weten wie ze zijn, “in de greep van voortdurend tumult, blind spartelend van het ene moment naar het volgende.” Ze tollen rond in een wereld zonder logica of houvast waar ze zich niet aan kunnen onttrekken, en waar Żuławski de kijker zonder introductie in stort. “Beginnings are useless”, merkte hij op in een interview met Mubi Notebook.
Dat is al zo (om toch maar bij het begin te beginnen) vanaf zijn debuutfilm The Third Part of the Night, een elliptische film vol dubbelgangers en religieuze symboliek, die zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. De film opent met een passage uit de Openbaring van Johannes over de eindtijd, terwijl nazi’s te paard een landhuis binnenstormen en de bewoners vermoorden. Een jonge man en zijn vader ontsnappen min of meer per ongeluk, omdat ze zich net buiten het huis bevinden. Dood en leven als een kwestie van stom toeval.
In de eerstvolgende scène is de jonge man, Michal, in het verzet gegaan. De manier waarop Żuławski die scènes na elkaar zet is kenmerkend. Zijn films tonen een opeenvolging van situaties, waar de causale verbanden uit zijn weggesneden. Daarmee is zijn werk verwant met dat van absurdisten als Samuel Beckett of Daniil Charms. Die laatste schreef (ultra)korte verhalen die vaak een opsomming zijn van observaties zonder verband, werkend als een spiegel voor onze behoefte dat verband er toch in te vinden. Charms verdween in de machine van de Stalin-terreur. In 1941 werd hij gearresteerd en krankzinnig verklaard. Een jaar later stierf hij.
Narratief is een construct waarmee we de gekte op afstand houden. Neem je dat weg, dan scheurt onze realiteitszin. Een objectieve, alledaagse realiteit bestaat dan ook vaak niet in de films van Żuławski. Het is alsof zijn personages zich bevinden in een vacuüm. In de lege straten waar Michal de nazi’s probeert te ontlopen, weerklinken voetstappen alsof personages zich niet in de open lucht bevinden, maar in een holle binnenruimte. Het ontbreken van narratief neemt ook controle weg. Of beter gezegd: de illusie daarvan. Żuławski’s personages belanden in situaties, ze creëren die zelden zelf. En als ze erin zitten, hebben ze nauwelijks sturing. Zie ook zijn tweede film The Devil, waarin een in het zwart geklede vreemdeling een man helpt ontsnappen uit een gevangenis en hem vervolgens meesleurt in een poel van moreel verderf. De stijl van de film is even bezeten als zijn hoofdpersonage. De camera zwenkt, snokt en scheert laag langs de grond door een wereld waarin het altijd schemert en overal de stank van de dood hangt.
Paspoort
“Samenlevingen zijn lelijk, daar komt het op neer”, zei Żuławski tegen Mubi. “En een filmmaker die de maatschappij waarin hij leeft vleit, is voor mij een stinkdier.” In The Devil gebruikte hij de achttiende eeuw en de duivel als een dekmantel om het communistische regime van zijn tijd te bekritiseren – specifiek hoe de autoriteiten studentenprotesten uitlokten in Warschau, om die vervolgens als excuus te gebruiken om de protestbeweging hardhandig neer te slaan. Op eenzelfde manier drijft de duivelse figuur in zijn film het hoofdpersonage tot moreel verachtelijke daden, fluistert hem complottheorieën in, om die vervolgens tegen hem te gebruiken.
Żuławski kwam niet weg met zijn verteltruc. Hij kreeg een paspoort in handen gedrukt met het nadrukkelijke advies om binnen 24 uur het land te verlaten. The Devil verdween voor zeventien jaar achter slot en grendel. Terugkijkend op zijn aanvaringen met de overheid in een televisie-interview jaren later, haalde Żuławski de door hem bewonderde Andrzej Wajda aan, bij wie hij als regieassistent werkte voordat hij zijn debuut maakte. Wajda wist volgens hem altijd precies hoever hij kon gaan. “Ik kon dat niet. Ik liep altijd een paar passen te ver en viel in allemaal gaten.”
Żuławski vertrok naar Frankrijk waar hij in 1975 L’important c’est d’aimer maakte, met Romy Schneider in de hoofdrol. De film werd een daverend succes. Wellicht omdat men niet wilde dat Frankrijk met een van hun filmmakers kon gaan pronken, paaide de Poolse overheid hem om terug te keren. En daar begon Żuławski aan zijn meest ambitieuze project ooit. Een filmbewerking van The Lunar Trilogy, het sciencefictionepos van zijn oudoom Jerzy Żuławski.
Van messias tot zondebok
“Het is makkelijker te geloven dan te begrijpen. Het is makkelijker gedesillusioneerd te raken dan te begrijpen. Het is makkelijker op te geven in walging dan te begrijpen.” Die opsomming uit Slak op de helling (1965) van de sciencefiction schrijvende broers Arkadi en Boris Stroegatski leest als een samenvatting van On the Silver Globe, die op zichzelf weer een parabel is. Een groep astronauten sticht op een verre planeet een nieuwe samenleving. Als decennia later nog een astronaut landt, ontvangen de in een primitieve beschaving teruggegleden planeetbewoners hem als een messias. Totdat deze Marek slechts een feilbaar mens blijkt en ze zich tegen hem keren.
Dat was ook wat met Żuławski zelf gebeurde tijdens de draaiperiode. De documentaire Escape to the Silver Globe (2021) van Kuba Mikurda, die als extra is opgenomen in de box, toont hoe Żuławski aanvankelijk de hele cast en crew meesleepte in zijn visie, en zij hem bijna als een god aanbaden. Totdat de draaidagen zich in het oneindige begonnen uit te strekken, de omstandigheden almaar ondraaglijker werden (men filmde urenlang in methaangrotten drie kilometer ondergronds, een acteur liet zijn oogleden vastlijmen met secondelijm) en de uitputting toesloeg. Żuławski werd de zondebok. Zijn film een grotesk verslag van wat zich daadwerkelijk voltrok. Nadat het regime de stekker uit de film trok, verliet Żuławski het land opnieuw en werkte tot aan zijn dood voornamelijk in Frankrijk.
De manier waarop film en leven in elkaar overvloeiden is misschien wel een onvermijdelijk gevolg van Żuławski’s vastbeslotenheid om de constructen van het menszijn uit elkaar te trekken. Constructen als identiteit en moraliteit, waarmee de mens grenzen optrekt tussen het individu en het collectief, tussen feit en verzinsel, tussen onszelf en de wereld. Dat is de paradox van de mens, die verlangt naar samenvallen, naar eenheid, maar dat alleen kan bereiken door die constructen los te laten. Door zichzelf dus te verliezen.
“Je zei dat alles een naam had, een geheim beginsel, een antwoord. Wat is het? Waar is de plaats waar alles zich verenigt en één wordt?”, kermt Marek radeloos tegen Avius, leider van de Sherns, het oorspronkelijke volk van de planeet. De Sherns zijn een soort hybride tussen mens en vogel. Toch zijn niet zij de chimaera, maar de mens. Geïnfecteerd door een bewustzijn dat pretendeert ons bijeen te houden, maar ons in werkelijkheid onthecht. “Jij bent een dier, ik ook”, bromt Avius. “Ik ben consistent. Jij niet.”
Andrzej Zulawski: Three Films is verkrijgbaar vanaf 31 juli 2023 op blu-ray (Eureka).