Filmpers – 12 januari 2016
FISH TANK
Andrea Arnold
fish tank bevat veel beelden die beklijven, van landschappen die nooit eerder zo lyrisch werden vastgelegd. (…) Arnolds stijl is beïnvloed door de documentaire en door de films van de Waalse broers Dardenne, maar ze voegt daar een eigen element aan toe. Het sociaal-realisme van fish tank wordt nooit grauw; de camera vindt poëzie op onverwachte plaatsen.
de Volkskrant (Pauline Kleijer)
In een wereld van dubbeltjes word je nu eenmaal niet snel een kwartje, weet regisseur Andrea Arnold. Haar sociale realisme leverde haar in Cannes een (gedeelde) juryprijs op, maar vergelijkbare films van Ken Loach en Mike Leigh voelen authentieker aan. Net als red road, waarmee Arnold drie jaar eerder in Cannes indrukwekkende debuteerde.
De Telegraaf (Eric Koch)
fish tank schetst een beeld van een onderklasse waarin het om overleven draait en onbevangen liefde niet bestaat. Naïviteit en onschuld worden hard afgestraft. Net als de vis in de titel snakt de kijker af en toe naar adem. Arnold schiet hem aan het einde te hulp. De regisseuse houdt teveel van haar personages om ons met een depressie naar huis te sturen.
Het Parool/GPD-kranten (Jos van der Burg)
PARTIR
Catherine Corsini
Kristin Scott Thomas draagt het Franstalige drama met mooi en dapper acteerwerk. Maar de Suzanne die zij neerzet, is zelfstandiger, slimmer en verstandiger dan het scenario haar wil toestaan. Het is lastig geloven dat de sterke en moderne vrouw die we steeds door het personage zien schemeren, zich zo door een man in het nauw zou laten drijven.
Het Parool/GPD-kranten (Fritz de Jong)
Zowel met kleine details als met intense, rauw-zinnelijk scènes maakt de regisseuse duidelijk wat deze geliefden drijft, maar ook wat hen van elkaar onderscheidt. Vooral het sterk acteerwerk maakt partir interessant, want echt veel verrassingen heeft dit verhaal na het knallende begin niet meer in petto.
De Telegraaf (Marco Weijers)
Toch zink je met deze tortelduifjes niet weg in de liefde. Daarvoor blijven de Française en de Spanjaard te statisch, te netjes, te cliché. Je gelooft ook niet dat de bedrogen echtgenoot zo stom is. Je kunt je een fijnere kennismaking voorstellen met Yvan Attal, in het echt de levenspartner van actrice Charlotte Gainsbourg.
Trouw (Belinda van de Graaf)
ANTICHRIST
Lars van Trier
Met zijn laatste film schoffeert de Deen zijn publiek met een schokkend en deels onbegrijpelijk relaas over een echtpaar dat de dood van hun zoontje niet kan verwerken. (…) antichrist is een verwarrende film die als grote onzin kan worden afgedaan. Maar Von Trier is wel een begenadigd regisseur en weet zijn publiek ook te betoveren met onheilspellend mooie beelden die niet snel van het netvlies verdwijnen. Maar een gezellige film voor de zaterdagavond is de nieuwe Von Trier beslist niet.
Algemeen Dagblad (Ab Zagt)
antichrist valt eigenlijk best mee. De zeer gewelddadige ontknoping van deze vreemde, intense en zeer persoonlijke film van Lars von Trier heeft vooraf zoveel reuring veroorzaakt dat een lichte anticlimax niet kan uitblijven. Niet dat de veelbesproken verminkingen niet schokkend zijn — al is maar één shot zo expliciet dat de kijker zijn blik wel moet afwenden — maar het geweld is gelukkig samengebald in de laatste twintig minuten.
NRC Handelsblad (Peter de Bruijn)
antichrist is een vat vol tegenstrijdigheden, een verbijsterende combinatie van expliciete seks en psychologische horror, van splatter en van grand guignol. Van Rob Reiners misery en Apichatpong Weerasethakuls tropical malady, van August Strindberg en Ingmar Bergman, Edvard Munch en Jeroen Bosch, Freud en Nietzsche. Van seks en de dood, van seks en liefde, schuld en onschuld. Van man en vrouw, God en de mens.
de Volkskrant (Jan Pieter Ekker)
PARQUE VIA
Enrique Rivero
Ogenschijnlijk gebeurt er weinig in parque via; een fysieke, emotionele stilstand die de film koppelt aan lange, statische shots. Die stijl, gedeeld met veel andere Mexicaanse en Latijns-Amerikaanse films, laat zich gemakkelijk als minimalistisch typeren; wie genoeg concentratie opbrengt, krijgt daar echter voortdurend iets voor terug. Elke minuut gebruikt de film om het onnadrukkelijke portret van zijn hoofdpersonage te verdiepen — ook al staat de camera stil en wordt er weinig gezegd.
de Volkskrant (Kevin Toma)
Debuterend filmmaker Enrique Rivero laat ook in zijn stijl duidelijk blijken dat Beto vast zit. Het beeld is vrij symmetrisch gecomponeerd en het camerawerk is statisch. Als Beto op een dag zeer tegen zijn zijn met zijn bazin naar de markt moet, markeert Rivero dit moment ook stilistisch. De cameravoering wordt ineens veel losser en de geluiden veel drukker, waardoor de paniekaanval van Beto benadrukt wordt.
NRC Handelsblad (André Waardenburg)
Enrique Rivero legt de nadruk op isolement en vervreemding. Deze man in dit lege huis bestaat alleen nog in de routine van zijn handelingen. Een routine die spannend blijft omdat je voelt dat ze zich van de werkelijkheid heeft los gemaakt en dat dat niet kan duren. Het einde is onverhoeds en schokkend, maar balanceert ook heel mooi op die grens tussen waanbeeld en werkelijkheid, en is daarin volstrekt geloofwaardig.
Trouw (Jann Ruyters)
WHATEVER WORKS
Woody Allen
Op de vierkant meter is Allen onverslaanbaar, maar als tragikomedie, of hoe je dit genre ook maar wilt noemen, komt whatever works niet uit de verf. (…) whatever works is zeker niet de beste film van Allen — hij komt niet in onze top tien — maar we hebben al eerder gezegd dat we de films van Allen eigenlijk alleen met de andere films van Allen vergelijken. En hij heeft de lat nu eenmaal hoog gelegd.
Het Parool (Mark Moorman)
whatever works kent een iele, rudimentaire verhaallijn en dito moraal en doet soms aan een sitcom denken met al die spelers die via de toneeldeur opkomen en afgaan. De enige charme van deze luie komedie schuilt in de witzen die de spelers op elkaar afvuren: het ontbreekt er nog aan dat je tsjing-boem hoort na weer zo’n gevatte opmerking.
NRC Handelsblad (Coen van Zwol)
Het gemak waarmee Allen plotwendingen structureert is amusant. Tegelijk mist Allens dialoog in whatever works vaak de scherpte van zijn beste werk. De regisseur, die zich met in Europa opgenomen films enigszins losmaakte van zijn bekende repertoire, lijkt in New York op herhalingsoefening te zijn gegaan. Dat levert een weinig urgente, maar vermakelijke komedie op; met meer bordkarton dan vlees en bloed.
de Volkskrant (Bor Beekman)