PARQUE VIA
Een geleend leven
Dat dagelijkse routine een spannende film op kan leveren, bewijst het Mexicaanse debuut parque via.
Strijken, koken, tuinieren, dweilen — uit meer dan dat lijkt het eenvoudige leven van de Mexicaanse weduwnaar Beto niet te bestaan. Elke dag wordt hij op dezelfde tijd wakker in de luxe villa waar hij al dertig jaar op past. Soms komt de chique eigenares langs om hem een paar instructies te geven, of belt prostitué Lupe aan. Alleen via de televisie staat hij in contact met de buitenwereld, die hem via gruwelijke nieuwsberichten bereikt. Binnen heerst een serene rust. Totdat de eigenaresse hem mededeelt dat het huis te koop staat en dat zijn tijd erop zit. De bijna woordeloze registratie van zijn dagelijkse routine blijft de hele film spannend, juist omdat er zo weinig gebeurt. Dat is het wonder van de cinematografie. De hoeken en strakke kadrering zijn door de cameraman zorgvuldig gekozen en passen bij het weinig turbulente leven van Beto.
Het registreren van alledaagse handelingen is ondertussen misschien een arthousecliché geworden, maar je kunt het ook zien als een basisgegeven dat niet snel uitgeput hoeft te raken zolang het nog vele liefhebbers kent, net zoals spektakelfilms niet zijn weg te denken. Zolang het maar in handen komt van een regisseur die er iets oprechts mee wil laten zien, kan het zijn kracht behouden.
Bij parque via gooit het ietwat geforceerde einde een beetje roet in het eten, maar tot die tijd kunnen we aandachtig kijken naar een man die meer op ons lijkt dan we denken. Hij zal lang niet de enige zijn die grip wil krijgen op de dagen die hem lijken ontglippen en daardoor houvast nodig heeft. Beto’s strakke ritme is natuurlijk uitvergroot maar het is niet ingewikkeld om iets in zijn geleende leven te herkennen. Het echte leven lijkt zich altijd elders af te spelen. Je probeert er enige structuur in aan te brengen om je je leven eigen te maken. Maar dat is misschien wel zelfbedrog.
Slow Crime
Met zijn minimalistische debuut parque via won Enrique Rivero vorig jaar een Gouden Luipaard op het Filmfestival van Locarno. Hij schakelde niet-professionele acteurs in waarbij hij vooral op hun gezichtsuitdrukking moest vertrouwen want praten hoeven ze bijna niet.
Tijdens het Filmfestival Rotterdam paste de film in de kleine trend van Slow Crime, met sluipende drama’s als los bastardos en radicaal kale films als het Spaanse tiro en la cabeza, waarin hoegenaamd niets lijkt te gebeuren maar die wel met een mokerslag eindigen. Je voelt dat er iets moet gebeuren, vast iets ergs, maar wat en wanneer? En als dat gebeurt dan is dat alsnog een kleine schok. Films waarin het meeste onzichtbaar blijft, en waarvoor je het geduld van een natuurvorser moet hebben.
Mariska Graveland