Eyelet Spotlight: Levend beeld

Extreem beheerste beeldtaal

Seashore (Beira-mar)

Deze week voor het voetlicht op streamingplatform Eyelet: twee Zuid-Amerikaanse films over verwende en verwarde millennials. Het zeer precieze camerawerk van Seashore en Jésus vertelt in beelden wat in woorden wordt verzwegen.

De Braziliaanse speelfilm Seashore en de Chileense film Jesús gaan allebei over Zuid-Amerikaanse millennials die zowel verwend als verward zijn. De jonge mannen – of zijn het afgeleefde adolescenten? – proberen zich staande te houden in een wereld die ongevoelig en onbegrijpelijk lijkt.

Seashore (Beira-mar, 2015) is de eerste speelfilm van de Brazilianen Filipe Matzembacher en Marcio Reolon, die erna samen ook Hard Paint (Tinta bruta) regisseerden; die film won in 2018 een Teddy Award in Berlijn. Jesús (2016) is de tweede fictiefilm van de Chileen Fernando Guzzoni na Carne de perro, die in 2012 op het filmfestival van Rotterdam in première ging. De drie regisseurs werden tussen 1983 en 1988 geboren; hoewel ze ietsje ouder zijn dan hun hoofdrolspelers zijn ze dus net als hun personages millennials.

Zowel Tomaz en Martin in Seashore als Jesús in de naar hem vernoemde film gaan nog naar school, alhoewel Tomaz en Martin al wel autorijden. Zoals het goede millennials betaamt, houden de drie ook wel van een feestje. Ze kennen hun eigen grenzen niet erg goed – of overschatten die heel erg – en worden dus soms ladderzat. Een cruciaal moment in beide films is een dronken roes, ongeveer halverwege het verhaal. Door de alcohol vallen remmingen weg – maar dat kan natuurlijk zowel positief als heel negatief uitpakken.

Jésus

Vakantievilla
Het eerste shot in Seashore dwarrelt langzaam van een onscherpe kamermuur naar het gezicht van de slapende en dus onschuldig ogende Martin (Mateus Almada). Hij wordt door zijn vader midden in de Braziliaanse winter naar een verlaten dorp aan zee gestuurd om daar de erfenis van zijn opa te regelen. Zijn vriend Tomaz (Maurício José Barcellos) gaat mee. Samen bivakkeren ze een aantal dagen in een riante vakantievilla aan de verder verlaten kust.

Ook Jesús speelt zich ‘s winters af, dus ook hier geen tropische taferelen. Jesús (Nicolas Duran) slaapt aan het begin echter niet. Integendeel, hij staat heel geconcentreerd op de bühne met een groep dansers. Ze doen vaak mee aan competities waar ze op K-pop dansen. De ervaren Uruguayaanse director of photography Bárbara Álvarez (El custodio, 2006; La mujer sin cabeza, 2008) brengt het tijdens die opening in beeld als een videoclip: heel gelikt, met een vloeiende, bijna onzichtbaar bewegende camera.

In Seashore heeft Tomaz het gevoel dat Martin en hijzelf misschien uit elkaar aan het groeien zijn. Wat Martin (waarschijnlijk) niet weet is dat Tomaz ondertussen met jongens aan het daten geslagen is. De vraag wordt dus: hoe innig wil Tomaz dat zijn relatie met Martin precies wordt? Dat eerste shot van DoP João Gabriel de Queiroz, waarin de camera de slapende Martin lijkt af te tasten, suggereerde dus achteraf gezien al iets over zijn relatie met Tomaz, die de nietsvermoedende Martin tijdens de vakantie met andere ogen begint te bekijken.

Afwas
Hoewel Martins vader de handeling in gang zet, blijft hij verder bijna volledig buiten beeld. De vader van Jesús, de alleenstaande Hector (Alejandro Goic), is daarentegen duidelijk Jesús’ antagonist. Zijn vader is niet vaak thuis en de tienerzoon wordt dus een beetje aan zijn lot overgelaten. Jesús voelt zich hierdoor al heel volwassen – naast roken, drugs en drinken houdt hij ook van snuff-films – terwijl hij amper voor zichzelf kan zorgen. Het eerste waar Hector hem op aanspreekt als hij zijn zoon na een aantal dagen weer ziet, zijn de rondslingerende rommel en berg afwas. Jesús gaat meteen braaf de vieze borden wassen. Maar het nog steeds strakke camerawerk, dat in het verlengde ligt van hoe zijn dansshow eruit zag, vertelt een ander verhaal. Waar hij eerst de stoer dansende bink uithing, speelt hij nu even de rol van de ideale zoon. Zoals in elke goede coming-of-age film komt dan natuurlijk de vraag bovendrijven: als je altijd een rol speelt, wie ben je dan zelf eigenlijk?

Ook de beeldkeuzes van De Queiroz vertellen in Seashore duidelijk een verhaal. In het begin worden Tomaz en Martin vooral apart in beeld gebracht, met gesprekken in de klassieke shot-tegenshot-montage, ook al staan of zitten ze vaak niet tegenover maar naast elkaar. De weinige two-shots waarin ze samen in beeld komen, zijn vaak maar kort en vrijwel altijd is één van de twee dan onscherp. Tot die cruciale dronken scène.

Als de jongens op een avond in hun winterjassen dronken om elkaar heen rennen op een verlaten minigolfbaan krijgen we lange, wazige beelden die invoelbaar maken dat ze zich licht in hun hoofd voelen. Eindelijk een beetje leven in de brouwerij! De shots van een scène iets later waarin ze heel fervent samen op de bank een videospelletje aan het spelen zijn, is slim gemanipuleerd zodat het lijkt of ze zitten te masturberen. Het geluid maakt duidelijk wat ze aan het doen zijn, maar het beeld suggereert, weinig subtiel, wat er in hun onderbewustzijn allemaal gaande kan zijn.

Onscherp
Tijdens een feestje met wat kennissen thuis lopen dingen langzaamaan uit de hand. Martin heeft seks met een buurmeisje in de woonkamer, wat Tomaz vanaf de eerste verdieping kan zien. De camera blijft dicht bij Tomaz, zodat Martin beneden een onscherpe figuur blijft – wat natuurlijk iets zegt over de twijfel en onduidelijkheid die zich van Tomaz meester maakt en misschien wel letterlijk het verdringen van Martin uit Tomaz’ hoofd verbeeldt.

Terwijl de seksuele spanning tussen de Braziliaanse millennials tot op dat moment dus vooral subliminaal is, gebeurt in Jesús al vrij vroeg het tegenovergestelde. Twee heel expliciete seksscènes, één met een meisje en een andere met een jongen, laten niets aan de verbeelding over. Is hij een verlichte millennial die niet van labels houdt? Of toch meer een apathische jongen die niet weet wat liefde is en koste wat het kost aan zijn trekken wil komen? De ruwe realiteit van de rauwe, expliciete scènes lijkt eerder het tweede te suggereren.

Symboliek
Die seksscènes zijn lang niet zo schokkend als wat er in Jesús’ cruciale dronken roes gebeurt. Samen met wat aangeschoten kennissen schopt hij een onbekende in het park zodanig verrot dat die in kritieke toestand in het ziekenhuis belandt. Guzzoni en zijn cameravrouw draaien ook dit intens gewelddadige moment discreet en heel vloeiend.

 

De narratieve mokerslag komt later pas. Maar de film gaat niet over het slachtoffer maar juist over Jesús, die op het moment zelf niet echt doorheeft wat hij en zijn kompanen aan het doen zijn. Dus lijkt dit moment visueel op vele anderen. Als ze zich beginnen te vervelen verdwijnen Jésus en zijn vrienden rustig tussen de bomen in een wijd shot. (Dat beeld krijgt, net als een ander sleutelshot in een auto, een echo in de derde akte die tot een loutering moet leiden – want je ontkomt met een titel als Jesús natuurlijk niet aan religieuze symboliek.) Het cameragebruik maakt hier dus duidelijk dat een verschrikkelijke, schokkende gebeurtenis door de hoofdpersoon zelf als bijna normaal wordt ervaren, wat het publiek dan juist weer als heel schokkend ervaart.

Alleen de extreem beheerste beeldtaal maakt dit soort gelaagdheid mogelijk, want Jesús weet zelf niet wat hij doet. Jesús de film weet dat gelukkig wel. Hetzelfde geldt voor Seashore, dat bijvoorbeeld na een openhartig gesprek in gekweld shot-tegenshot op de proppen kan komen met een scène vol zwijmelend onscherpe two-shots waarvan je het warm van binnen krijgt. Alle tienerlevens zijn een rollercoaster.