TREES LOUNGE

Een beter leven dankzij de ijscowagen

  • Datum 15-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films TREES LOUNGE
  • Regie
    Steve Buscemi
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Vastgeklonken aan de bar: Bill (Bronson Dudley) en Tommy (Steve Buscemi)

Een New Yorkse brandweerman besloot een droom na te jagen. Steve Buscemi werd acteur. Wanneer hij de sluimer van een buitenwijk niet was ontvlucht, had zijn leven er heel anders uitgezien. In zijn regiedebuut nodigt Buscemi ons uit tot het bijwonen van een geestig uitgewerkte nachtmerrie met als denkbaar motto: welcome to Valley Stream, where life’s no longer a dream.

Hij mag zich de cultheld van de Amerikaanse, onafhankelijke film noemen. Vorig jaar sprak men in Cannes zelfs over het Buscemi-jaar. Hij vertoonde er zijn regiedebuut en schitterde in Altmans Kansas City en Coens Fargo. Met zijn magere lichaam, bleke gelaat, vermoeide blik en, misschien wel het meest karakteristiek, zijn authentieke vampiersgebit, zette hij markante en veelal macabere figuren neer. Geruime tijd bracht hij door op sets van filmmakers als Jarmusch (Coffee and cigarettes, Mystery train), Scorsese (New York stories), de gebroeders Coen (Miller’s crossing, Barton Fink), Rockwell (In the soup) en DiCillo (Living in oblivion) en lette goed op. Zijn doorbraak dankt hij aan Tarantino die hem in Reservoir dogs liet schitteren als Mr. Pink en die hem in Pulp fiction met de woorden "Hi I’m Buddy, what can I get’ cha?" even liet optreden als Buddy Holly.

Jukeboxwaarheden
Helemaal uit de lucht vallen komt zijn regiedebuut niet. In 1993 vertoonde het Filmfestival Rotterdam zijn korte film What happened to Pete?, waarin hij ook al optrad als bargast. Het Cassavetes-retrospectief in New York gaf de doorslag. Naar eigen zeggen voelde hij zich daardoor gesterkt om, het liefst met bevriende en gewaardeerde acteurs, een film te maken waarin niet zo zeer de plot, maar karakterontwikkeling centraal zou staan. Die film is er met het semi-autobiografische Trees lounge gekomen. Buscemi stelde zich voor hoe zijn leven eruit gezien zou hebben als hij niet naar Manhattan was vertrokken om een acteursopleiding te gaan volgen, maar in de buitenwijk Valley Stream (Long Island) gebleven was. Uit die hersenspinsels is de dertigjarige loser Tommy Basilio tevoorschijn gekomen, een charmante loser, dat wel.
Tommy (Buscemi) is een automonteur die zijn eigen auto niet aan de praat kan krijgen. Dit staat zo’n beetje symbool voor Tommy’s leven in Valley Stream. Zijn vriend en tevens werkgever Rob (Anthony LaPaglia) is er vandoor gegaan met zijn zwangere vriendin Theresa (Elizabeth Bracco) en heeft hem ontslagen. Pogingen om als monteur aan de bak te komen en Theresa ervan te overtuigen dat zij in de armen van de verkeerde is beland, stranden. Zijn toevluchtsoord is de Trees Lounge, het buurtcafé waar op de jukeboxwaarheden van Brenda Lee in volle vaart Budweisers en Wild Turkeys achterover worden geslagen. Tommy’s toekomstbeeld zit in levende lijve aan de andere kant van de bar. Bill (Bronson Dudley), een oude Korea-veteraan, zit zich, vastgeklonken aan zijn barkruk, in Trees Lounge letterlijk dood te drinken. Wanneer Tommy de ijscowagen van zijn overleden oom overneemt, lijkt het er even op dat zijn leven een wending neemt. Aan de verleidingen van de met hem meerijdende, seksueel ontluikende Debbie (Kids-actrice Chloe Sevigny), kan hij echter niet weerstaan. Voor The wizard of Oz-act is het te laat.

Vertrooster
Evenals Auggie Wren’s Brooklyn Cigar Company in Wayne Wangs Smoke en Blue in the face is de Trees Lounge een ontmoetingsoord bij uitstek. Buscemi neemt die gelegenheid te baat om een keur aan bevriende acteurs op te voeren. Zo sluit Tommy vriendschap met drinkebroer Mike (Mark Boone Junior) wiens huwelijk met Marie (Stranger than paradise-actrice Eszter Balint) op de klippen loopt. En in de hoedanigheid van vrachtwagenchauffeur lest ook Samuel L. Jackson zijn dorst in Trees Lounge. Middels een aan Altman herinnerend vlechtwerk worden de personages met elkaar verbonden en aan de hand van de ontmoetingen die Tommy heeft komen we meer en meer te weten over het leven aan de rand van de metropool. Het is een plek waar mensen, met de verleidingen van het bruisende leven even verderop, berusten in hun lot en waar de toog de enig ware vertrooster is.
Geen bijster verheffend perspectief, dacht men in eigen land, waar minderjarigen de film alleen onder begeleiding mogen zien. Maar een van Buscemi’s kwaliteiten is nu juist dat hij geen oordeel uitspreekt over de levens van zijn personages. Hij was zelf pompbediende en ijsverkoper en op aanraden van zijn vader — "een man moet een beroep hebben" — ook brandweerman. Het is echter maar goed dat hij in de avonduren acteerlessen nam en zijn brandweerhelm aan de haak hing. Anders hadden we een wrang-komische acteursfilm in de beste traditie van het genre moeten ontberen.

Belinda van de Graaf