Traffic
Zeg gewoon nee
Wanneer Steven Soderbergh een film over de Amerikaanse oorlog tegen drugs maakt mogen we wat verwachten. En Traffic kreeg in eigen land dan ook kwalificaties als gedurfd, baanbrekend en genuanceerd mee. In Berlijn getuigde het besluit van de festivaljury om de film juist niet te bekronen volgens sommigen ook van lef. Een Oscar-regen ligt nog in het verschiet. Maar is Traffic eigenlijk wel zo gedurfd?
Onder het bewind van Ronald Reagan verklaarde de Amerikaanse overheid in de jaren tachtig de oorlog aan alle drugs. Echtgenote Nancy deed ook een duit in het zakje, door de jeugd de slogan ‘Just say NO‘ aan te reiken. Beide benaderingen bleken bij herhaling vruchteloos, zo leidde de komst van crack tot een epidemie van agressieve verslaafden in de oude binnensteden. Maar de aanpak werd onder het bewind van George Bush senior en Bill "I did not inhale" Clinton ongewijzigd voortgezet, en het is onwaarschijnlijk dat Bush junior het roer zal omgooien. Wie in de Amerikaanse politiek een nuancering in het drugsbeleid nastreeft, oogst hoongelach en wekt de indruk de duivel vrij spel te willen geven. Het begrip drugs omvat echter zoveel uiteenlopende roesmiddelen dat een demonisering van het complete aanbod volstrekt ongeloofwaardig is. Dat weten wij in Nederland al jaren, maar Amerikanen blijven volharden in hun stelling dat alle drugs louter onheil veroorzaken.
Hoewel Steven Soderberghs Traffic kanttekeningen plaatst bij de oorlog tegen drugs, weigert de film even hardnekkig enige nuance in het Amerikaanse beeld van roesmiddelen aan te brengen. De film vertoont zelfs overeenkomsten met eenzijdig moraliserende tv-drama’s over de zondeval van verslaafde tieners, zoals de Evangelische Omroep ze graag uitzendt. En dan te bedenken dat het ouderpaar in de Spielberg-productie Poltergeist zonder enig voorbehoud een joint in de slaapkamer kon roken. Dat was in 1982, bijna twintig jaar later schetst de vermeend rebelse Soderbergh een beeld van drugs dat aan propagandafilms uit de jaren twintig doet denken. Dat was niet nodig: in een recente mainstream tienerkomedie als Outside Providence wordt op grote schaal marihuana geconsumeerd en halen de meeste gebruikers lachend de eindstreep.
Kleurfilters
Hoe anders vergaat het de dochter van de door Michael Douglas vertolkte opperrechter Robert Wakefield. Terwijl papa zich in zijn nieuwe baan als hoofdverantwoordelijke voor de drugsoorlog verdiept, raakt zijn tienerdochter verslaafd aan cocaïne en heroïne, met een bestaan als hoer in het getto als eindpunt. De stuurloze tiener vertegenwoordigt het enige uitputtend geschetste gebruikersperspectief, in een film die ons aan het slot notabene doceert dat de oorlog zinloos is als er niet eerst naar gebruikers geluisterd wordt. Soderbergh stelt zelf dat hij nooit een film over verslaafden wilde maken, en Traffic is beslist meer dan dat, maar hij had er goed aan gedaan wat meer nuance in de kijk op roesmiddelen aan te brengen, zeker met zo’n boodschap.
De film is gebaseerd op de Britse tv-productie Traffik en handhaaft de structuur, die de drugsimport via drie verhaallijnen belicht. In de Amerikaanse versie wordt het verhaal van de rechter en zijn dochter aangevuld met een Mexicaanse episode, die door het gebruik van kleurfilters volledig in geeltinten is uitgewerkt. In dit segment maakt Benicio Del Toro grote indruk als een idealistische politieman in een corrupte samenleving, waar het duo Luis Guzman en Don Cheadle in de derde verhaallijn de show steelt. Als agenten van de Drugs Enforcement Agency (DEA) onderzoeken ze de handelswijze van een importeur, waarbij ze tegenover diens door Catherine Zeta-Jones vertolkte echtgenote komen te staan.
Absurd
Traffic is een lange en ambitieuze film, waarin het stijlmiddel van het gele Mexico en het in blauwtinten gefilmde Washington wordt benut om de complexe structuur op een simpele manier toegangelijk te maken. Dat Soderbergh het beste uit zijn acteurs kan halen wordt opnieuw bewezen door het complete ensemble, waaronder zich bekende acteurs bevinden wiens plotselinge verschijning alleen al voor veel plezier zorgt. Ondanks de naargeestige episode rond de tienerjunk en de overtuigend geschetste Mexicaanse gruwelen valt er ook veel te lachen, want Soderbergh benadrukt herhaaldelijk hoe absurd de oorlog tegen drugs eigenlijk is.
Traffic wil echter niet alleen amuseren, maar ook doceren, en op dat punt ziet de film er door Nederlandse ogen heel anders uit dan door Amerikaanse. Gezien de Amerikaanse ontvangst is de film in de Verenigde Staten voor veel mensen opzienbarend, waar de constatering dat een oorlog tegen drugsimport geen soelaas biedt hier eerder als een open deur overkomt. Gekoppeld aan het eenzijdige beeld van gebruikers kan de film dan ook ergernis oproepen. Volgens Soderbergh is de film geslaagd als voor- en tegenstanders van decriminalisering beiden pisnijdig de bioscoop verlaten. Dat is gelukt. Na tweeëneenhalf uur kwam ik vloekend naar buiten: de maker van favorieten Out of sight en The Limey was verdomme een tweede Nancy Reagan geworden.