Tokyo Vice

Hoe je met stijl voorbij de clichés kunt kijken

Tokyo Vice

In de noir-serie Tokyo Vice duikt een Amerikaanse onderzoeks­journalist in de misdaadpraktijken van de yakuza. In handen van de ene regisseur wordt het een met sfeer en gevoel doordrenkt epos, maar bij andere makers is het niets meer dan degelijke televisie. De reeks is zo onbedoeld een masterclass in filmstijl.

Een leuk onderzoek voor de thuiskijker die met eigen ogen wil zien hoe belangrijk de stijl van een individuele regisseur echt is: vergelijk de eerste aflevering van Tokyo Vice op HBO Max met de daaropvolgende afleveringen en ervaar het verschil in kwaliteit.

De aftrap van deze nieuwe noir-serie, losjes gebaseerd op het leven van de Amerikaanse journalist Jake Adelstein die voor een toonaangevende Japanse krant in Tokio werkte, is geregisseerd door Michael Mann. In de jaren tachtig schreef deze regisseur al televisiegeschiedenis met de hitserie Miami Vice. Zijn gelijknamige film-remake uit 2006 is nog steeds een van de grote films van de 21ste eeuw: een broeierige, onstuimige, emotionele wervelwind van een film waarin elke pixel, elk shot en elke schnitt doordrenkt is met gevoel.

Pathos
Diezelfde toewijding aan stijl zie je terug in de pilot van Tokyo Vice. Slimme trucs in de cameravoering, gespannen verhoudingen in het beeld en bewust spel met de scherpte en diepte van de shots: alles draagt bij aan het gevoel dat je wordt meegevoerd in de obsessieve persoonlijkheid van Adelstein (Ansel Elgort), die aan het begin van de aflevering gehuld in een kogelvrij vest een onheilspellende yakazu-meeting in wandelt. Zonder te veel te verklappen springt de aflevering enkele jaren terug in de tijd, om te laten zien hoe deze Amerikaanse knul überhaupt zo diep heeft weten door te dringen in de Japanse cultuur.

De aflevering voelt rusteloos en urgent, alsof alles een zaak op leven en dood is. Ook de strenge toelatingstoets in het sollicitatieproces bij de fictieve Japanse krant Meicho Shimbun is zenuwslopend. Om het daaropvolgende euforische moment wanneer Jake wordt aangenomen kracht bij te zetten, sleept Mann je mee door nachtelijk Tokio.

Kijk daarna naar de volgende afleveringen, geregisseerd door onbekender televisietalent als Josef Kubota Wladyka (Narcos), de opkomende Japanse regisseur Hikari (37 Seconds) en serieveteraan Alan Poul (Six Feet Under, The Newsroom), en je ziet wat je inmiddels van de semi-prestigieuze middelmaat van streamingdiensten kunt verwachten. De typische decoupage van shots met een sterke nadruk op medium close-ups domineren ineens weer het beeld. Personages voeren in generieke shots hun dialoog op om de plot alleen op verhalend niveau voort te stuwen. Dit is conventionele televisie, waarin bijna alle spanning en pathos uit de stijl is gewrongen. Geen enkel sfeershot van een neon-bord uit Tokio kan daar dan nog tegen opboksen.

Wat overigens niet wil zeggen dat Tokyo Vice na de pilot een slechte serie wordt. Het wordt gewoon harder werken om de stukjes goud eruit te delven. Die zitten ook niet zozeer in het script, dat wat rommelig en gekunsteld in elkaar zit, maar eerder in de kleine observaties. Vooral de manier waarop Adelstein stuit op eigenaardigheden van de Japanse cultuur zijn fascinerend. Bijvoorbeeld hoe hij met een yakuza-lid twist over welke boyband beter is: Backstreet Boys of NSYNC. Waar de serie hier naar hint is hoe populaire Amerikaanse cultuur in Japan een heel eigen leven leidt en dat Jake nog lang niet alles begrijpt van het land dat hij voor zijn werk bestudeert.

Alfamannen
Op zijn best heeft Tokyo Vice dezelfde geglobaliseerde lens als Manns Miami Vice-film en Blackhat (2015). Je voelt dan dat de serie voorbij de clichébeelden van Japan weet te kijken en iets oprechts wil aankaarten over de cultuurverschillen die onvermijdelijk ontstaan wanneer Adelstein als onderzoeksjournalist in het horzelnest van de yakuza begint te prikken.

Ansel Elgort is de afgelopen jaren meerdere keren beschuldigd van seksueel misbruik, wat zijn prominente rol in deze serie in een ander daglicht zet. En toch past hij, wellicht onbedoeld, als hoofdpersonage van Tokyo Vice, omdat je Adelstein helemaal niet hoeft te mogen. Hij is het type obsessieve streber die alles opzij kan zetten voor zijn carrière. Dat zijn humanitaire werk als journalist ook zijn eigen ego dient komt heel duidelijk naar voren. In die zin is hij een soort bèta-variant op de alfamannen die met hun getroebleerde ego’s het morele kompas van de films van Michael Mann bepalen. Daarom is het zo jammer dat Manns stempel niet stevig genoeg op Tokyo Vice is gedrukt, want juist in de beeldvoering kun je goed spelen met de problematische positie die het hoofdpersonage in zijn eigen verhaal inneemt.


Tokyo Vice is te zien op HBO Max.