Blackhat

De echte nieuwe wereld (waar we nooit een stap zullen zetten)

Blackhat is een gespierd hackersdrama over de jacht op een gevaarlijke cybercrimineel van de maker van Heat en Collateral.

Het maakt eigenlijk niet uit wie wie speelt in Michael Manns Blackhat. De echte hoofdrol in dit gespierde hackersdrama over de jacht op een extreem gevaarlijke cybercrimineel is weggelegd voor de ontelbare binaire impulsen waar computers op draaien en waar Stephen Hawking voor waarschuwt omdat ze binnenkort misschien de wereld overnemen. Maar omdat die impulsen onzichtbaar zijn en het verhaal voor mensen in een begrijpelijke vorm moest worden gegoten, liet Michael Mann Thor-acteur Chris Hemsworth in al z’n pectorale glorie de computerhacker Hathaway spelen en voerde een Aziatische schoonheid op die ondanks haar kwalificaties als netwerkingenieur alleen dienst doet als stoeipoes. Dat wil zeggen: hij gaf het materiaal heel bewust the Hollywood treatment. (De bad guy is trouwens niet Hathaway, maar iemand die vooral Nederlandse kijkers zullen herkennen. En nee, die gast hierboven is niet Theo Maassen.)

Tenminste, dat lijkt me een interessante manier om naar de film te kijken. Dat de buitenkant een soort vriendelijke user interface is omdat het echte verhaal, de amorele bewegingen van ontelbare elektrische impulsen, voor ons stervelingen eigenlijk niet te vatten is. Inderdaad lekker meta. Dat maakt het zeker niet Manns beste film, waarover zo meer, maar je loopt er wel uit weg met het gevoel dat wij mensen niet meer het centrum van de wereld zijn. Dat onze analoge beleving van de werkelijkheid, met afstanden en tijden die we kunnen begrijpen en vormen die we kunnen herkennen, heel relatief is en misschien wel op het punt staat om irrelevant te worden. Omdat eigenlijk alles — waterzuivering, ziekenhuizen, bancaire systemen, geldautomaten, bloedbanken, luchtvaart, fileregistratie, persoonsregistratie, electriciteitslevering, het merendeel van onze sociale interacties, kredietgeschiedenis, of je wel of niet een strafblad hebt, kortom onze officiële identiteit plus alles wat we dagelijks nodig hebben om te doen wat we doen — door computers en netwerken geregeld wordt. En dan ineens wordt Blackhat een hele interessante film.

Helaas niet helemaal dankzij Michael Mann want die gedachte is niet consequent uitgewerkt. Ook al begint het goed. In een van de eerste shots zoomt de camera extreem ver in op de elektrische impulsen in de computersystemen van een kerncentrale, de plek waar dit verhaal begint en van waar we via China en Amerika kriskras de wereld over surfen. Dan weer in vliegtuigen en dan weer via glasvezelkabels. Onder dat typisch blauwe neonlicht dat Mann ook al gebruikte in Thief en Miami Vice en Collateral, glijdt de camera langs de verticale vormen op de circuits alsof die tussen de wolkenkrabbers van Manhattan of Hong Kong vliegt. Dit zijn de nieuwe metropolen, zegt Mann eigenlijk met die beelden. Hij is niet de eerste die het doet, meen ik, maar het werkt fantastisch. Je voelt in die shots de dreiging maar ook de kwetsbaarheid van digitale netwerken en je beseft dat zich hier de echte conflicten afspelen die vanaf nu de loop van de geschiedenis bepalen.

Mann stond stilistisch en narratief altijd tussen Hollywoods hyperactieve achtbaanritten en de meer bedachtzame Europese film in, met z’n noodlottige misdaaddrama’s over moderne desperado’s, maar Blackhat is meer uitgesproken Hollywood dan veel van z’n eerdere films. Helaas, want ondanks de voor Amerikaanse begrippen bovengemiddelde verliezen aan de kant van de good guys, mist de film precies dat noodlottige en zelfdestructieve dat Manns eerdere films hun rauwe existentiële venijn gaf.

Volgens Michael Mann bepalen echte mensen op echte plekken nog altijd de loop van de geschiedenis. Daarom legt hij zoveel nadruk op z’n personages. Maar achter de toetsenborden en monitoren die het universum van nullen en enen voor ons begrijpelijk moeten maken, schuilt een gigantische kracht. En die groeit. Daarom is de jacht van mensen op mensen zoals in Blackhat eigenlijk een achterhaald conflict. Want hoe goed Hathaway ook is, als hij ooit tegenover een machine komt te staan heeft hij niets te vertellen. Dat is de echte nieuwe wereld en het echte verhaal dat Michael Mann — misschien wel onbedoeld — laat zien.