The Wonder
Het wonder van cinema
Een verpleger wordt naar het Ierse platteland gestuurd om een katholiek meisje te observeren dat weigert te eten, maar verder niets mankeert. De Chileense filmmaker Sebastián Lelio legt een verband tussen cinema, religie en liefde. Zijn Netflix-film The Wonder gaat over de kracht van geloof.
The Wonder begint verrassend modern voor een bewerking van een roman die zich afspeelt in de negentiende eeuw. Het gelijknamige gotische horrorverhaal van Emma Donoghue vindt plaats op het katholieke Ierse platteland in de nasleep van de Grote Hongersnood. Voedsel in overvloed in 1862, maar de jongste dochter van de familie O’Donnell eet niet. Desondanks mankeert haar niets. De Engelse verpleger Lib Wright is naar Ierland gestuurd om het meisje twaalf uur per dag te observeren. ’s Nachts wordt ze afgelost door een non. Urenlang staart ze naar Anna, zoals het meisje heet, om haar op stiekem eten te betrappen.
“Hallo. Dit is het begin. Het begin van een film genaamd The Wonder.” De nieuwe film van Sebastián Lelio’s (Gloria; Una mujer fantástica; Disobedience) begint niet op het platteland van Ierland, maar op een filmset. We bevinden ons in een grote studio. In het midden staat een huis, nog in de steigers. Een stem spreekt ons toe. “De mensen die je gaat ontmoeten, de personages, geloven vol overgave in hun verhalen.” De camera draait een halve slag en we zien Florence Pugh, gekleed in historisch kostuum, zwijgend eten. Ze acteert, dat weten we, en toch verandert er iets als de camera dichterbij komt. Dit is nep, ook dat weten we, en toch trekt de film ons mee de negentiende eeuw in. “Wij zijn niets zonder verhalen. En daarom nodigen wij je uit om in dit verhaal te geloven.”
The Wonder gaat over de kracht van geloof. Een mengsel van water en tarwe is het lichaam van Christus. Een meisje eet niet en gaat toch niet dood. Florence Pugh is Lib Wright. “Ik ben hier alleen om te kijken”, zegt Lib keer op keer. “Ze is een actrice”, zegt een journalist (Tom Burke) over het meisje. Terwijl wij naar de film kijken, kijkt de verpleger naar het meisje. En zoals wij in het wonder van cinema beginnen te geloven, zo begint ook Lib in het wonder van Anna O’Donnell (Kíla Lord Cassidy) te geloven.
The Wonder is een solide boekverfilming die de stemming van de roman ademt. De sfeer is claustrofobisch, met personages die in strakke kaders worden opgesloten. Een groot deel van de dialoog gaat over de hemel, en toch worden de personages gefilmd met nauwelijks ruimte boven hun hoofd en met een nadruk op de aarde waarop ze staan. Verontrustende muziek begeleidt overwegend stille scènes. Het verhaal heeft iets duisters, zelfs voordat het echt grimmig wordt. Lelio neemt zijn tijd om de kijker zijn wereld in te trekken, om geloof te creëren in wat we op beeld zien. Pas dan, langzaam maar zelfverzekerd, onthult hij stap voor stap de logica waarop Anna’s wonder gebaseerd is.
En toch voelt The Wonder wat geforceerd. Dat heeft te maken met de zwaarwichtige manier waarop de film zijn thema’s kenbaar maakt. Het zelfbewuste begin is een slimme inkadering van een verhaal dat gaat over de transformerende kracht van geloof, maar de voice-over legt het er iets te dik bovenop. Dan is er nog het cadeau dat Anna krijgt van de journalist: Een munt met op de ene zijde een vogel en op de andere zijde een kooi, en aan weerszijden een touwtje. Wanneer je aan de touwtjes trekt, begint de munt om zijn as te draaien, zodat het lijkt alsof de vogel gevangen zit in de kooi. Houd de munt stil, en de vogel is vrij. Laat de munt draaien, en de vogel is opgesloten. Is de vogel vrij of niet? “Het is aan jou om dat te bepalen”, zegt de journalist.
The Wonder laat zien dat twee dingen naast elkaar kunnen bestaan. Wetenschap en religie. Feit en fictie. Liefde en het kwaad. Een verhaal kan verzonnen zijn maar echte gevolgen hebben. Cinema is nep, toont Lelio met The Wonder, maar toch echt.
The Wonder is te zien op Netflix.