The Sweet East

Amerika is prettig gestoord

The Sweet East

Met bijtende ironie raast dit excentrieke regiedebuut van Sean Price Williams door de postideologische woestenij van een absurdistisch Amerika.

In de online contreien van de filmwereld is Nick Pinkerton een interessant figuur. De filmcriticus staat op sociale media net zozeer bekend om zijn erudiete teksten (zie onze boekrecensie over zijn reflecties op Tsai Ming-liangs Goodbye, Dragon Inn, 2003), als om zijn ludieke en ironische vorm van communicatie.

Die reputatie als online trol én filmintellectueel zie je moeiteloos terug in zijn scenario voor The Sweet East. Deze gehaaide film steekt de draak met hyperspecifieke niche-groepen in Amerika en speelt op fascinerende manieren met verbeeldingen van populaire cultuur. Punky anarchisten, pretentieuze indie-regisseurs, seksueel gefrustreerde jihadisten en pseudo-intellectuele neonazi’s zijn slechts een paar van de bizarre figuren die in deze geschifte roadmovie de revue passeren. De film werkt als een postmoderne Through the Looking-Glass, een flipperkast van een avontuur waarin middelbare scholier Lillian (Talia Ryder) steeds op nieuwe subculturen botst.

De opening, waarin haar klas tijdens een schoolreisje in een #PizzaGate-­achtige gijzelingssituatie terechtkomt, geeft direct aan hoe schaamteloos The Sweet East omgaat met de kruisbestuivingen tussen entertainment en politiek. Waar ze ook staan op het politieke spectrum, elke persoon die Lillian tegenkomt is op een eigen manier (seksueel) gefrustreerd, gestoord of geradicaliseerd.

The Sweet East wordt zo een reflectie op mensen die permanent online zijn, en hun identiteit vervolgens beginnen te ontlenen aan een vergiftigd wereldbeeld afkomstig uit hun filterbubbel. Uiteraard benadrukt dit script het gevaar van zulke mensen, zeker voor een jonge vrouw als Lillian. Tegelijkertijd viert The Sweet East de ijlende waanzin die het internet in onze onsamenhangende samenleving produceert.

The Sweet East is ook het regiedebuut van gevierd cinematograaf Sean Price Williams, die met zijn camerawerk voor onder andere Alex Ross Perry, de gebroeders Safdie en Abel Ferrara geldt als een van de belangrijkere makers uit de nieuwe onafhankelijke Amerikaanse cinema. Williams is zo mogelijk een nog grotere filmnerd dan Pinkerton — binnenkort komt de lijst met zijn duizend favoriete films uit in boekvorm.

Dat zie je terug in de textuur van The Sweet East. Het beeld is korrelig en kleurrijk, ergens tussen de Technicolor van The Wizard of Oz (1939), de paranoia van John Cassavetes’ Gloria (1980) en het vuil van Abel Ferrara’s Bad Lieutenant (1992).

Dit zijn lang niet de enige films die het met verwijzingen doorspekte The Sweet East oproept. Het grootste compliment dat je de film dus kunt geven is dat het, ondanks de talloze verwijzingen, een totaal unieke en eigenzinnige kijkervaring is – een curieus geesteskindje van twee enorme filmfreaks.