The Personal History of David Copperfield

Aan de wieg van je eigen levensverhaal

Je zou denken dat de zoveelste bewerking van Charles Dickens’ meesterwerk David Copperfield weinig toe kan voegen, maar de Britse regisseur Armando Iannucci krijgt het voor elkaar om met zijn speelse en excentrieke verfilming het bronmateriaal nieuw leven in te blazen.

Het lijkt erop dat er een nieuw beeldmotief ( in mooi Engels: een trope) te ontwaren is in recente films en series: oudere versies van het hoofdpersonage die letterlijk in aanraking komen met hun jongere zelf. Zie bijvoorbeeld de serie I Love Dick (Sarah Gubbins en Joey Soloway, 2016-2017) of de speelfilm Rocketman (Dexter Fletcher, 2019). Het heeft een dubbele werking: voor de jongere versies van de personages is het een relativerend moment, een teken dat dingen wel goed zullen komen; voor de oudere versies is het een herinnering aan diep genestelde pijn uit jeugdiger jaren die ze nog altijd met zich meedragen.

In zijn autobiografische films La danza de la realidad (2013) en Poesía sin fin (2016) voert de Chileense filmmaker Alejandro Jodorow­sky dit beeldmotief door tot in het extreme. Op sleutelmomenten stapt Jodorowsky zijn eigen films in om advies te geven aan zijn jongere zelf, die op verschillende leeftijden wordt gespeeld door Jodorowsky’s zoon Adán en kleinzoon Jeremias.

De Britse satiricus Armando Iannucci (In the Loop, 2009; The Death of Stalin, 2017) maakt in zijn bewerking van Charles Dickens’ magnum opus David Copperfield uit 1850 ook gretig gebruik van deze trope. Al in de openingsscène van de film staat de volwassen Copperfield (Dev Patel in een van zijn meest komische rollen) aan zijn eigen wieg, als getuige én schepper van zijn eigen levensverhaal. Hij groeit uit tot schrijver die zijn eigen geschiedenis in boekvorm giet. In Iannucci’s magische verfilming zijn wat Copperfield schrijft en wat hij echt beleeft amper van elkaar te onderscheiden. Herinneringen en verhalen worden op doeken, gordijnen en witte muren geprojecteerd, waardoor zowel het beeld als het verhaal bijna altijd uit meerdere lagen bestaat.

Deze strategie past perfect bij het bronmateriaal, een ambitieuze en meeslepende Bildungsroman met autobiografische elementen die bijna alle lagen van de Victoriaanse samenleving belicht. Het boek is een opeenvolging van momenten waarin Copperfield hogerop de sociale ladder klimt om vervolgens weer keihard naar beneden te denderen. Dickens stond stil bij de hoge tol die sociale mobiliteit kan eisen, op een luchtige en komische manier. Van die stijl heeft Iannucci zich in eerder werk al een meester betoond. Een maker die onvervalste komedie kan persen uit het totalitaire sovjet-regime, zoals Iannucci deed in The Death of Stalin, draait zijn hand niet om voor een jongeman die in negentiende-eeuws Londen moet doen alsof hij rijk is. En toch is het bewonderenswaardig dat de zoveelste bewerking van een literaire klassieker zo vernieuwend kan aanvoelen.