Poesía sin fin

'Ik heb mijn duivel aan de ziel verkocht!'

Poesía sin fin

De strijd, creativiteit, moed en vrijheid die Alejandro Jodorowsky’s autobiografische La danza de la realidad en Poesía sin fin laten zien, raken je diep.

“Deze huivering, deze verbijstering, dit dwalen naar de diepte van ver weg en nooit meer / Ik verloor mijn bergen en hun scherpe geur / Ik verloor mijn oceaan en zijn wolken van zeemeeuwen / Van Tocopilla naar Santiago: tweeduizend kilometer vol tranen.”

Poesía sin fin, het tweede deel van een autobiografisch vijfluik van Alejandro Jodorowsky (1929), verbeeldt de tijd dat hij volwassen werd in Santiago. Het begin van de film pakt de draad op bij het einde van het eerste deel, La danza de la realidad (2013), wanneer de kleine Alejandro met zijn ouders de kustplaats Tocopilla in het noorden van Chili verlaat. Vanaf een paarse kotter in de mist kijken ze naar de platte, papieren zwart-witfiguren die hen op de steiger vaarwel zeggen. Ook de filmmaker zelf verschijnt op de boot en neemt ons mee door zijn verdere leven.

Wie Jodorowsky’s werk kent, weet hoe oorspronkelijk, surrealistisch en gedrenkt in spirituele symbolen het is. In 1970 verwierf hij een cultstatus toen zijn bizarre Mexicaans-Amerikaanse western El topo werd opgepikt door John Lennon en maandenlang als een uitverkochte midnight movie in New York draaide. Zijn volgende film The Holy Mountain (1973) is een alchemistische zoektocht, een psychedelische trip in celluloid. De documentaire Jodorowsky’s Dune (Frank Pavich, 2013) brengt Jodorowsky’s creativiteit in al zijn geniale gekte en verrassende wijsheid voor het voetlicht rondom ‘de beroemdste film die nooit gemaakt is’. Geen producent in Hollywood die het aandurfde Jodorowsky’s visie op Frank Herberts Dune te verfilmen. Het enorm dikke en ongelooflijk fantasierijke pre-productieboek (met werk van H.R. Giger en Moebius) heeft niettemin in veel Hollywoodproducties zijn sporen nagelaten: van Star Wars via Alien tot The Matrix, overal zijn Jodorowsky’s vingerafdrukken terug te vinden. Jodorowsky is ook dichter, theatermaker, mimespeler, striptekenaar en sjamaan, gespecialiseerd in tarot en in therapeutische ‘psychomagie’, waarover hij verschillende boeken schreef.

Fellini
Zowel La danza de la realidad als Poesía sin fin zijn toegankelijker dan zijn vorige films. Niet alleen omdat hier het kleurrijke leven van Jodorowsky zelf centraal staat, maar wellicht ook omdat in deze films de geest van Federico Fellini lijkt rond te waren. Rondborstige vrouwen, clowns en andere uitbundige circusfiguren roepen een herkenbare Felliniëske sfeer op. Maar het is vooral de autobiografische terugblik, waarbij heden en verleden naadloos in elkaar overlopen, die de twee filmmakers aan elkaar verwant maakt.

Fellini zei ooit dat we gelijktijdig kind, adolescent, volwassen en oud zijn. In zijn expliciet autobiografische films als Amarcord (1973), Roma (1972) en Intervista (1987) liggen heden en verleden, droom en werkelijkheid zo dicht tegen elkaar aan dat het verschil soms wegvalt. In La danza de la realidad en Poesía sin fin verschijnt Jodorowsky in sommige scènes in verschillende leeftijden tegelijkertijd, waardoor er meerdere perspectieven op de gebeurtenissen in zijn leven ontstaan. Wanneer hij in La danza de la realidad als kleine Alejandro (gespeeld door Jeremias Herskovits) wordt gepest door vriendjes en in wanhoop van een rots wil springen, staat plots de oude Jodorowsky (Jodorowsky zelf) achter hem, omarmt hem en zegt tegen zijn jongere ik: “Spring niet, je bent niet alleen. Je bent met mij; alles wat je zult worden ben je al, waar je naar zoekt is al deel van je. (…) Leef!”  Ook in Poesía sin fin keert Jodorowsky regelmatig terug om zijn zoekende jongere alter ego’s met de wijsheid van een geleefd leven te begeleiden.

Ook Jodorowsky’s zonen Brontis, Christobal en Adan spelen een rol in beide films, maar niet letterlijk als zonen. Ze zijn personages die in een mengeling van fictie en werkelijkheid als het ware rond Jodorowsky’s personage dansen en zo verschillende aspecten van zijn ziel vormgeven. Brontis, in het echte leven ook acteur, speelt Jaime, de brute en liefdeloze vader van Alejandro. Christobal heeft Jodorowsky’s sjamanistische praktijken overgenomen en treedt in La danza de la realidad op als ‘de Theosoof’ die de kleine Alejandro drie metalen hangers geeft, die de drie monotheïstische geloven symboliseren: “Als je ze smelt wordt het één bol, één God.” In de volgende scène worden alle drie de hangers in de wc-pot gegooid door Jaime: religie, geloof, spiritualiteit zijn uit den boze in huize Jodorow­sky. Alejandro is in constant gevecht met zijn vader en met zichzelf. In Poesía sin fin ondekt de adolescente Alejandro de poëzie, eveneens al snel verboden door zijn vader die van hem een ‘echte man’ wil maken. Alejandro wordt nu gespeeld door Adan, Jodorowsky’s jongste zoon, die muzikant is (en ook de muziek van beide films componeerde).

Amour fou
Alejandro ontvlucht zijn huis en wordt opgenomen door een groep kunstenaars in Santiago. Zij gaan om hem heen staan, langzaam wiegend, en vragen hem om een gedicht: “Niet dit noch dat te zijn / Duizend-en-een keer van huid te veranderen  / Al het overbodige door vlammen te laten verteren / Door de wind te worden meegenomen in een zwerm van bloemblaadjes.” Het is Jodorowsky’s geloofsbelijdenis als dichter, een nieuwe dimensie in het bestaan opent zich voor hem, dankzij de “dansende bewegingen” van de kunstenaars om hem heen: “Ik heb mijn duivel aan de ziel verkocht!”, roept hij in extase. Om te kunnen creëren moeten ook de donkere kanten worden onderzocht en omgezet in een scheppende energie.

Alejandro ontdekt ook de verwoestende kracht van seksualiteit, wanneer hij verliefd wordt op de imposante Stella Diaz Varin, een natuurkracht met knalrood haar, zwart omrande ogen en een rij indrukwekkende tatoeages van doodskoppen langs haar ruggenwervel. Gezien Jodorowsky’s spirituele symboliek is dit een verwijzing naar de tarotkaart van de dood, die grote veranderingen in gang zet. Stella Diaz verklaart nergens heen te gaan zonder Alejandro “bij de ballen te houden”, wat ze ook letterlijk doet; een humoristische metafoor voor deze surrealistische amour fou. Stella Diaz wordt gespeeld door Pamela Flores, dezelfde actrice die ook Sara, Alejandro’s moeder, speelt. Sara praat alleen in operataal, zingend. Stella Diaz en Sara vertegenwoordigen belangrijke vrouwelijke personages die ronddansen in het leven van Jodorowsky en hem zijn ziel helpen vormgeven.

Dinero poetico
Poesía sin fin gaat ook over vriendschap. In een prachtige scène zien we hoe Alejandro de dichter Enrique Lihn (Leandro Taub) opzoekt en hem voorstelt vrienden te worden; in een experiment lopen ze in een rechte lijn door de stad zonder van elkaars zijde te wijken, al moeten ze daarvoor dwars door huizen en over auto’s en andere obstakels heen. Maar ook verraad en vergeving zijn belangrijk. De politieke context wordt in een paar symbolen neergezet: een mensenmassa met maskers in plaats van gezichten loopt achter een leider te paard aan.

Alejandro gaat letterlijk tegen de stroom in en besluit ten slotte zijn vrienden in Santiago te verlaten en naar Frankrijk te gaan. Het paarse bootje in de mist keert terug om Alejandro als jongeman mee te nemen. Op de kade staat dit keer zijn vader, de vader die hij in werkelijkheid nooit meer heeft gezien, de vader om wie hij geen traan heeft gelaten toen deze overleed. Maar tegen wie hij via de film spreekt in een prachtige slotscène.

Jodorowsky, zijn zonen en alle andere personages in de film (en achter de schermen) zijn als beweeglijke planeten die rond zijn ziel dansen. Poesía sin fin is grotendeels mogelijk gemaakt door crowdfunding. Jodorowsky gaf er dinero poetico (briefjes poëtisch geld waar je niets voor kunt kopen) voor terug. Maar zijn grootste gift is de film zelf. De strijd, creativiteit, moed en vrijheid die Jodorowsky’s autobiografisch filmgedicht laat zien, strekken eindeloos ver en raken ons diep in onze ziel. Wie meevaart op die eenvoudige paarse kotter zal niet onberoerd achterblijven.