The Lightship

The Lightship

Deze maand gaat de nieuwste film van Jerzy Skolimowski in première, The Lightship, waarvoor hij op het afgelopen festival van Venetië een speciale prijs van de jury kreeg.

De grilligheid van de levensloop en carrière van Jerzy Skolimowski blijkt bestendig. Na Polen, eventjes België en Engeland is hij nu in Amerika beland. In de jaren zestig was hij een van Polens beloftevolle regisseurs, maar na zijn vertrek uit dit land wist hij alleen nog met Deep End (1970) te overtuigen.

The Adventures of Gerard (1969), gebaseerd op verhalen van Conan Doyle, en King, Queen, Knave (1971) mislukten jammerlijk, volgens Skolimowski omdat hij te grappig probeerde te zijn. Echte waardering kreeg hij weer in 1982 voor Moonlighting, een nogal cynisch verhaal over Poolse arbeiders die in London het huis verbouwen van een landgenoot. Dit was een zeer hechte film, waarbij Success Is the Best Revenge (1984) schril afstak als een rommelige, onevenwichtig produkt.

In deze film wordt al duidelijk dat Skolimowski’s aanvankelijke bewondering voor Londen (“mensen zijn rustig en aardig en roken niet zo veel”) aan het omslaan was. In Success Is the Best Revenge zitten pittige uithalen naar het land, waar hij naar tevredenheid leek te wonen.

In Amerika heeft hij naar zijn zeggen een professioneel en prikkelend filmklimaat aangetroffen. Echt verassend is het dus niet maar wel verheugend dat Skolimowski’s nieuwste The Lightship een prima film blijkt te zijn, een film ook, die zich weliswaar niet feitelijk maar wel in wezen buiten alle territoriale wateren afspeelt. Het is een bewerking van de roman Das Feuerschiff van Siegfried Lenz. Ik ken het boek niet, en aan de film is niet te merken dat hij gebaseerd is op een roman.

Het lijkt alsof Skolimowski’s dampige associaties uit Success Is the Best Revenge zijn gecondenseerd en ingedikt. In de vorm is dat zeker het geval. In Success… werd de verhouding van een vader en zijn zoon gekoppeld aan de situatie in Polen, hetgeen aanleiding was voor zeer wonderlijke uitstappen. In The Lightship wordt de zoon Alex (opnieuw gespeeld door Michael Lyndon, de zoon van Skolimowski) door zijn vader van de wal afgehaald. Hij werd gepakt door de politie na een vechtpartij en zijn vader (Klaus-Maria Brandauer) neemt hem mee naar het schip waar hij kapitein is. Van meet af aan is de spanning tussen vader en zoon voelbaar.

Op klassieke en efficiënte wijze voert Skolimowski even later de spanning op door een aantal criminelen op de vlucht te laten stranden in de nabijheid van het lichtschip. Eenmaal aan boord vernielen ze de zendapparatuur en het spel kan beginnen in een volledig geïsoleerde microkosmos.

De plaats van handeling wordt op een optimale manier benut. Het schip is een waar labyrinth vol schuilplaatsen, onverwachte doorkijkjes, trappen, buizen, patrijspoorten, een overvol kombuis en wat niet al. Een plaats waar iedereen de ander op gewenste en ongewenste momenten kan tegenkomen, maar ook een plaats waar men zich overal verborgen kan houden. Skolimowski is hier zeer vindingrijk mee omgegaan en de geringe hoeveelheid ruimte leidt nooit tot eenvormige, saaie beelden.

Smeulende spanning
Deze locatie vormt een belangrijke bijdrage tot de spanning, maar deze wordt vooral ook opgeroepen omdat de inzet van het spel niet duidelijk is en ook niet duidelijk wordt. Wat die drie criminelen eigenlijk willen en wat de vader van zijn zoon wil of de zoon van zijn vader, zijn vragen die de hele film blijven spelen. Men zit gedwongen bij elkaar en de drie, onder leiding van Caspary (Robert Duvall), poken de smeulende spanning zo nu en dan flink op, niet omdat ze iets speciaals willen bereiken, maar omdat ze zich vervelen en de wapens in handen hebben. Zelfs als ze de kans hebben te vertrekken doen ze het niet.

Zo wordt de film vooral een botsing tussen verschillende karakters. Tussen vader en zoon zit het niet lekker, maar beiden vermijden een al te directe confrontatie. En Caspary zorgt voor een stroomversnelling door de kapitein op zijn eigen terrein uit te dagen, in aanwezigheid van de bemanning of zijn zoon.

Caspary is een fenomenale rol van Robert Duvall. Hij speelt een gemaniëreerde, flemende, geaffecteerde man met een lijzig accent. Zijn voortdurend uitdagende gedrag lijkt steeds vaker alleen nog maar bedoeld om Captain Miller uit zijn tent te lokken, en op een ondoorzichtige manier ontstaat een zuivere machtsstrijd tussen beiden. Miller is een man van principes, Caspary een gladjanus en een bedrieger, al kan hij roerend vertellen over de dood van zijn vader.

“Zijn schepen er niet om mee naar de vrijheid te varen”, vraagt Caspary aan Miller, terwijl hij begerig aan het stuurrad draait. Maar Miller laat zich niet uit het lood slaan. Met een misprijzende, hooghartige blik luistert hij naar de praatjes en incasseert hij de speldeprikken, met maar één doel voor ogen: zijn schip, zijn zoon en de bemanning (in die volgorde) te redden. De enige die hem uit zijn tent kan lokken is zijn zoon, die hem laf vindt, omdat hij niets onderneemt.

Binnen dit krachtenveld spelen zich talloze botsingen af, even spannend als geheimzinnig, even gewelddadig als absurd. The Lightship doet soms denken aan Cul de sac van Polanski of Straw Dogs Peckinpah. Een situatie waar geen ontkomen aan is en waar het spel tussen mensen op het scherpst van de snede wordt uitgewerkt.

In Straw Dogs wordt de keurige intellectueel een wreker. Captain Miller blijft hautain tot in het absurde toe. Hij grijnslacht naar Caspary als een mijn uit de Tweede Wereldoorlog het schip dreigt op te blazen. Miller verandert niet, dat is zijn kwaliteit, hij is kapitein van een eeuwig voor anker liggend schip, een baken in zee. Bij de zoon breekt wel iets door, zij het dat onduidelijk blijft wat. In ieder geval maakt hij kennis met een cynische, gewelddadige wereld en hij ziet hoe zijn vader voor zijn principes blijft staan. De film heeft geen bevrijdend slot. De misdaad wordt niet gestraft, de zoon ziet niet opeens het licht van zijn vader, om maar iets te noemen. De film is een soort tragedie, zonder dat het ooit echt treurig wordt. Het is eerder een nogal koele, harde film over macht, rancune, haat, sadisme en meer van dat fraais.

Draaihals
Hoewel The Lightship geen conclusies, geen scherp afgebakendende thema’s heeft, is het een film die overtuigt. Het verhaal wordt sterk opgebouwd, de claustrofobische ambiance op een subtiele manier gemanipuleerd door een spaarzaam weids shot van de zee in te voegen. Snelle, flitsend gemonteerde momenten worden goed gedoseerd afgewisseld met rustiger scènes. En niet in de laatste plaats wordt er uitnemend geacteerd.

Duvall is het spectaculairst en soms misschien wel te spectaculair. Maar ook de zoon, Michael Lyndon is prima gecast. Zijn half dichtgeknepen of wegdraaiende ogen, het afgewende gelaat, door Skolimowski vaak half en profil gefilmd, maken hem tot een soort ‘draaihals’, die zich door de wereld maar moeilijk in zijn ogen laat kijken.

Het is verleidelijk om het kleine wereldje op het schip als een afbeelding van de werkelijke maatschappij te beschouwen. Toch is er weinig in de film dat daar op wijst. Moonlighting bleek vrij direct ook iets te vertellen over de situatie in Polen. Bij The Lightship ligt een dergelijke parallel niet zo voor de hand. Wie heel graag wil zou misschien het begrip ‘mannenmaatschappij’ eens door kunnen lichten. Uiteraard wordt er in The Lightship wel iets verteld over mensen, maar nooit op een manier dat de personages uit het leven gegrepen lijken te zijn.

De kunstmatigheid van de situatie wordt bij tijd en wijle ook flink versterkt door klassieke muziek, die het gekreun van de touwen op de achtergrond dringt. Als je daar ook nog eens bijvoegt dat de motieven van de hoofdpersonen nauwelijks of niet worden uitgewerkt en dat er niet wordt gepsychologiseerd, dan wordt duidelijk dat The Lightship een bijzondere film is. Een mooie film, die toch nergens over gaat, of je moet van de nood een deugd maken en dat ‘nergens over gaan’ tot thema van de film verheffen. Daar is wel wat voor te zeggen en dan betekent het dat de film over grofweg het volgende gaat: Mensen leven, doen van alles, somst pakt het goed, soms slecht uit, ouders proberen kinderen te behoeden voor de fouten die ze zelf maakten, maar dat kan niet, eens zullen ze zelf uit moeten vinden hoe ze verder willen, het leven is iets wat iedereen aan den lijve moet ervaren. Dat klinkt weinig verheffend. Niet?