The Florida Project

Chaotisch, stuurloos en o zo vrij

The Florida Project

Opgroeien in een motel in de buurt van Disney World: voor een kind van zes is dat bijna een sprookje. De ‘verborgen dakloosheid’ die erachter schuilgaat is dat niet. The Florida Project weet die twee realiteiten knap met elkaar te verenigen.

Een wedstrijdje vérspugen, op verkenning gaan in een verlaten bungalowpark en een softijsje bietsen bij toeristen: voor Moonee is de zomervakantie een eindeloos seizoen van avontuur en kattenkwaad. Op een steenworp afstand van Disney World woont ze samen met haar moeder Halley in een kamer van een motel, dat met pretparkarchitectuur in snoepkleuren en een sprookjesachtige naam de dromen van een zesjarige nog ruimschoots kan prikkelen.

Voor haar moeder liggen de zaken anders: net als veel andere bewoners leeft ze in de wetenschap dat ze maar één weekhuur verwijderd is van de straat.

Terwijl Hollywood-producties nog altijd het middenklasse-gezin als norm adverteren, groeit een kwart van de Amerikaanse kinderen op in armoede en zit inmiddels al iets meer dan de helft van de nationale bevolking dusdanig aan de grond dat ze hun woonlasten nauwelijks meer kunnen ophoesten. The Florida Project (waarin enkele bijrollen worden gespeeld door bewoners van het motel dat als set dient) laat de dagelijkse realiteit van miljoenen van hen zien. Ze tellen niet mee in de dakloosheidscijfers, maar hebben ook geen huurcontract; dat blijkt als Halley en Moonee voor één nacht moeten uitchecken om te voorkomen dat de directie voor onrechtmatige huisvesting wordt beboet.

In zijn al volop bejubelde film doet Sean Baker wat hij al langer deed (bijvoorbeeld in Starlet, 2012, en Tangerine, 2015) en waarmee afgelopen jaar films als Moonlight (2016) en American Honey (2016) ook een breder publiek bereikten: mensen in het middelpunt plaatsen die doorgaans als ‘gemarginaliseerd’ worden beschouwd.

Het perspectief van Moonee houdt het licht, zonder dat de realiteit geweld wordt aangedaan. In het zonnige Florida is armoede niet grauw en mistroostig, maar juist overprikkeld, chaotisch, stuurloos en o zo vrij. En Moonee haalt er alles uit wat erin zit. Hoe natuurlijk de zevenjarige Brooklynn Prince haar rol vertolkt is ongelooflijk. Van Halley, die haar meer als een jonger zusje behandelt, heeft Moonee een schijt-aan-alles-houding overgenomen die haar op sommige momenten onuitstaanbaar bijdehand maakt – maar als dat pantser dan valt, is het hartverscheurend om te zien hoe jong ze eigenlijk is.

Baker weet sowieso wel raad met acteursregie. Voor de uitdagende rol van Halley plukte hij Bria Vinaite, een twintiger zonder acteerervaring, van Instagram; ze maakt een droomdebuut. Willem Dafoe, de enige acteur van naam in deze productie, kruipt al net zo waarachtig in de huid van de motelmanager, een functie die in deze setting de rollen van klusjesman, wijkagent en sociaal werker in zich verenigt.

De locatie, door Alexis Zabé (cameraman van onder anderen Carlos Reygadas) lumineus gevangen op 35mm-film, doet de rest. Geen betere plek om de Amerikaanse Droom door te prikken dan de achterbuurten van het Disney-sprookje. Het ruikt er niet altijd even fris, maar het leeft er. En daarom hangen er interessante filmmakers rond.