The Circle
Opgejaagd wild
Het staat vast dat The Circle van de Iraanse filmmaker Jafar Panahi een klassieker wordt. De verbijsterende film levert geen voorzichtige kritiek op de Iraanse samenleving, maar valt de islamitische dictatuur frontaal aan op zijn patriarchale onmenselijkheid. Voortaan spreken we over de Iraanse cinema van voor en na The Circle.
Vergeet alles wat u weet over de Iraanse cinema. Hoe zat het ook alweer? Iraanse cineasten namen kinderen als hoofdpersonen om de censuur te omzeilen. Abbas Kiarostami werd er beroemd mee. De kinderen in zijn films konden zeggen wat volwassenen niet mochten zeggen in Iran. Het stelde Kiarostami in staat om voorzichtig sociale kritiek te leveren. Een andere mogelijkheid om de censuur te omzeilen was de vlucht in metaforen. En tenslotte was er het spiegeleffect, waarin Mohsen Makhmalbaf zeer bedreven is. Zijn Gabbeh en De stilte zinderden van bijna tastbaar genot om de mooie gezichten van vrouwen en de kleuren van voedsel en kleding. Impliciet bekritiseerden deze films het Iraanse fundamentalisme, dat in zintuigelijk genot de hand van de duivel ziet. Wat alle Iraanse films bond, was dat ze een openlijke kritische houding vermeden. Begrijpelijk, want films die met open vizier naar de samenleving keken, zouden de censuur nooit passeren.
En nu duikt dan plotseling uit het niets The Circle op van Jafar Panahi, die in 1995 debuteerde met De witte ballon. Dat die film aan Kiarostami’s films deed denken, was geen toeval, want Kiarostami was zijn leermeester. Na De witte ballon volgde De spiegel, die zoals de titel al suggereert zich bezighield met het favoriete spel van Iraanse filmmakers: de relatie tussen werkelijkheid en fictie. Met The Circle gooit Panahi niet alleen zijn roer volledig om, maar de film zet ook alle kennis over de Iraanse cinema op losse schroeven: geen metaforen, geen kinderen, maar een directe aanval op het Iraanse patriarchale regime.
Schimmige figuren
The Circle begint met een zwart beeld, waarbij het geschreeuw is te horen van een barende vrouw. Als de baby is geboren treffen we een wanhopige oma aan. Ze vreest dat de schoonfamilie een schadevergoeding zal eisen, omdat er geen zoon is gebaard. De proloog zet de toon van wat komen gaat: voor het vrouwelijk geslacht is geen plaats in Iran. Vrouwen worden er gekleineerd en vernederd. Ze zijn het bezit van mannen. De film werkt die opvatting uit door vrouwen te volgen die in uitzichtloze situaties verkeren.
Als eerste maken we in de straten van Teheran kennis met drie jonge vrouwen die in de gevangenis hebben gezeten. Waarvoor ze zijn gestraft, weten we niet. Het doet er ook niet toe, lijkt Panahi te willen beweren, want voor vrouwen is heel Iran een gevangenis. Op straat wemelt het van politieagenten en revolutionaire gardisten, die vooral geïnteresseerd zijn in de identiteitsbewijzen van alleenstaande vrouwen. Die zijn verdacht, want een fatsoenlijke vrouw begeeft zich uitsluitend onder mannelijke begeleiding in het openbare leven. Zo leren we dat een vrouw zonder man aan haar zijde geen treinkaartje kan kopen. Het beeld dat Panahi oproept toont vrouwen als opgejaagd wild. En passant toont hij ook de politieke repressie door revolutionaire gardisten een stapel kranten bij een kiosk in beslag te laten nemen. De scènes met schimmige figuren die sissen dat je bij hen marken en dollars kunt wisselen en seksueel hunkerende mannen die vrouwen ‘een lift’ aanbieden, roepen een uiterst beklemmend beeld op van Iran als een staat waarin het werkelijke leven zich in het geniep afspeelt.
In het decor van wantrouwen en repressie deelt de film zware klappen uit. Zo is er een tragische episode over een vrouw die een abortus wil laten plegen, omdat haar man ‘drie of vier maanden’ geleden is geëxecuteerd. Haar schreeuw om hulp bij een kennis die in een ziekenhuis werkt, is aan dovevrouwsoren gericht, omdat deze verpleegster haar veilige bestaan niet op het spel wil zetten. We stellen vast dat in Iran solidariteit een luxe is die niemand zich kan permitteren.
Wanhopige moeder
De hardste dreun deelt Panahi uit als hij een alleenstaande moeder opvoert, die haar dochtertje op straat probeert kwijt te raken, omdat ze financieel niet in staat is om het kind te verzorgen. We zien hartverscheurende scènes, die met een mengeling van realisme en melodrama de neorealistische films van Vittorio de Sica in herinnering roepen. De climax komt als Panahi de wanhopige moeder een lift laat aannemen van een man, waardoor zij automatisch voor hoer wordt aangezien en in de gevangenis belandt. Ze is niet de enige: ook de andere vrouwen uit de film zijn inmiddels opgesloten. De cirkel is rond: met een schok beseffen we dat de bevallingsscène uit het begin van de film zich in de gevangenis heeft afgespeeld.
The Circle is een verbijsterende film. Dat hij in Iran is gemaakt is een wonder. De verklaring ligt in de strijd tussen de conservatieve en hervormingsgezinde Iraanse partijen. Panahi begon te werken aan het scenario na de presidentsverkiezingen in 1997, die werden gewonnen door de hervormingsgezinde Katami. Er volgde een langdurige strijd over de productie van de film, waarbij de maker de pers inschakelde. In het voorjaar van 1999 kreeg hij toestemming om de film te maken als hij een door de autoriteiten aangewezen producent zou accepteren. Ook deze strijd besliste Panahi in zijn voordeel: The Circle werd door hemzelf geproduceerd in samenwerking met een Italiaanse coproducent. Na voltooiing van de film won hij de slag om de film in het buitenland vertoond te krijgen. Alleen de laatste barrière heeft hij niet weten te slechten: The Circle is in Iran verboden.
Echte helden zie je zelden. In Iran loopt er eentje rond.
The Circle is nu exclusief online te zien via Cinemember.