The Banshees of Inisherin

Broederstrijd in het klein

The Banshees of Inisherin

Martin McDonagh stort een glorieuze spraakwaterval over de kijker uit in The Banshees of Inisherin, waarin twee vrienden plotseling geen vrienden meer zijn.

“Er zijn geen banshees op Inisherin”, bezweert Pádraic zijn voormalige vriend Colm, wanneer de muzikant hem vertelt dat zijn nieuwste compositie ‘The Banshees of Inisherin’ heet. Nogal wiedes, want banshees zijn mythische wezens, bejaarde feeën die opduiken als de dood nadert. “Ik weet het”, zegt Colm. “Ik vind die dubbele sh-klank gewoon fijn.” Pádraic, gortdroog: “Nou, dubbele sh is er genoeg op Inisherin.”

Het een-tweetje is typerend voor de terecht geroemde dialogen van theater- en filmmaker Martin McDonagh, vol gitzwarte humor. Die teksten krijgen ook weer ruim baan in The Banshees of Inisherin, McDonaghs vierde speelfilm.

Op papier lijkt het niets, dat zinnetje. Je merkt amper dat er überhaupt een grap is – die in het Engels een double entendre heet (woorden met een vaak ondeugende dubbele betekenis) maar dan zonder dat zelfs het eerste entendre wordt uitgesproken (terwijl McDonagh toch bekendstaat om zijn grofgebekte personages). Maar op het scherm, uitgesproken door Colin Farrell en Brendan Gleeson, met precies het juiste ritme, precies de scherpe intonatie, is het hilarisch.

Geen woord
Wacht even, Colin Farrell en Brendan Gleeson? Inderdaad, voor The Banshees of Inisherin ronselde McDonagh opnieuw het duo dat zo spetterend centraal stond in zijn eerste speelfilm In Bruges (2008). Net als in die film zijn hun personages op elkaar aangewezen, tegen wil en dank, maar dan in de jaren twintig op het (fictieve) eiland Inisherin voor de Ierse westkust. Ook hun onderlinge dynamiek uit die eerdere film krijgt hier een echo – Gleeson de oudere, enigszins vaderlijke figuur; Farrell de naïevere jongeling – al liggen die verhoudingen met personages die vijftien jaar ouder zijn toch weer net anders.

Gleesons personage Colm besluit van de ene op de andere dag dat hij zijn beste vriend Pádraic niet meer wil zien. “Misschien mag ‘ie je gewoon niet meer”, grapt Pádraics zus Siobhán. Maar dat kan het niet zijn, bezweert Pádraic – gisteren zaten ze nog zonder problemen samen in de kroeg, zoals vrijwel iedere dag. Toch bevestigt Colm niet veel later woord voor woord Siobháns vermoedens: “Ik mag je gewoon niet meer.”

Zo begint The Banshees of Inisherin: de ene man wil de andere niet meer zien, terwijl ze elkaar elke dag tegenkomen. Colm wil zich in afzondering richten op zijn composities en zijn vioolspel en moet zich daarvoor loszingen van de gemoedelijke maar niksige gesprekken met Pádraic. Dat blijkt knap lastig, omdat ze gedoemd zijn elkaar tegen het lijf te lopen op het piepkleine eiland. Maar vooral omdat Pádraic een dwarskop is die zich niet zomaar opzij laat schuiven. Dus escaleert wat een simpele breuk had kunnen zijn tot een uitgestrekte loopgravenoorlog waar de andere eilandbewoners in meegesleept worden – van de ietwat simpele knul Dominic (Barry Keoghan) tot en met Pádraics huisezel Jenny.

Burgeroorlog
Een versie van het verhaal, toen nog met de titel The Banshees of Inisheer, schreef McDonagh oorspronkelijk voor het theater, maar werd nooit opgevoerd. Het was bedoeld als derde deel in zijn ‘Aran Islands Trilogy’, na de gevierde stukken The Cripple of Inishmaan (1996) en The Lieutenant of Inishmore (2001).

Net als die twee eerdere stukken speelt The Banshees of Inisherin tegen de achtergrond van de roerige twintigste-eeuwse geschiedenis van Ierland. McDonagh plaatst de film rond april 1923, terwijl op het vasteland de Ierse Burgeroorlog woedt – af en toe klinken de bommen en schoten veraf op de achtergrond. Het is niet moeilijk om in de steeds verbetener strijd tussen Pádraic en Colm die broederstrijd in het klein weerspiegeld te zien.

Maar er dringt zich ook een andere, minder aan dit specifieke historische moment gebonden en meer allegorische lezing op. Dan is The Banshees of Inisherin een waarschuwing voor wat er gebeurt als De Kunst (muzikant Colm) zich afkeert van De Gewone Man (Pádraic). En die Gewone Man wild om zich heen gaat slaan omdat zijn pleziertjes hem worden ontnomen. Waarbij hij niet alleen De Kunst genadeloos raakt, maar ook De Vrouw (zus Siobhán) en De Hulpbehoevende (buurjongen Dominic).

Net als met de allegorische lezing van Triangle of Sadness (2022) die ik onlangs op deze pagina’s beschreef, kun je die laag gerust langs je heen laten gaan. The Banshees of Inisherin is ook zonder die toegevoegde relevantie een magnifieke film. Een groots visueel verteller is McDonagh weliswaar nog steeds niet (de prachtige Ierse natuur is wat dat betreft de grootste troef), maar alles draait hier om de dialogen en die zijn tragikomisch en elegant genoeg om die kwalificatie te kunnen dragen.