Tatami
Vechten is vluchten
Een op het eerste gezicht geijkt sportverhaal loopt uit op een politieke thriller als de Iraanse judoka Leila besluit bevelen van hogerhand te negeren.
Tatami werd bij zijn première op het filmfestival van Venetië in 2023 in de markt gezet als “de eerste samenwerking tussen een Israëlische en Iraanse filmmaker”. Technisch gezien klopt het: de film is geregisseerd door Israëliër Guy Nattiv (Skin, 2018; Golda, 2023) en de in Iran geboren Zar Amir Ebrahimi, die in 2022 als acteur doorbrak met Holy Spider en met Tatami haar eerste lange speelfilm regisseert.
Kanttekening: net als alle andere Iraniërs die aan de film meewerkten (onder wie coscenarist Elham Erfani) is Amir Ebrahimi al jaren geleden haar land ontvlucht. Ze woont sinds 2008 in Parijs en is sinds 2017 Frans staatsburger.
Het zal voor deze emigranten de betrokkenheid met de film alleen maar vergroot hebben. Die draait namelijk om een topjudoka die tijdens een internationaal toernooi in Tbilisi voor de grootste keuze van haar leven komt te staan. Geen fight or flight, want voor deze Leila staan vechten en vluchten aan elkaar gelijk.
Leila (Arienne Mandi) is de topatleet van het Iraanse nationale team en daarmee de trots van haar land. Maar als blijkt dat ze het in het toernooi potentieel op moet nemen tegen een Israëlische tegenstander, wordt haar van hogerhand opgedragen uit het toernooi te stappen – een mogelijk verlies tegen de aartsvijand zou een nationale schande zijn. Weigert Leila, dan zal dat niet alleen betekenen dat ze niet terug kan naar Iran, maar ook dat de levens van haar gezin en familie op het spel komen te staan.
Dat echte levensgevaar en de daaraan verbonden politieke urgentie, geven een vernieuwende draai aan een film die verder, zeker in zijn eerste helft, het geijkte pad van de sportfilm bewandelt. Tatami, genoemd naar de judomat waarop de gevechten plaatsvinden, toont aan dat judo als sport minstens zo filmisch is als boksen, maar de echte spanning zit in de wandelgangen rondom die arena. Geholpen door beweeglijk, maar altijd vloeiend camerawerk in schaduwrijk zwart-wit, voeren ze langzaam maar zeker de spanning op.
Leila wordt van alle kanten belaagd. Door haar trainer Maryam (gespeeld door Amir Ebrahimi zelf), die een generatie eerder als topjudoka vergelijkbare situaties meemaakte en nu opnieuw een kant moet kiezen. Door de westerse officials, die zeggen te willen helpen, maar niet noodzakelijkerwijs zitten te wachten op een internationale rel. En vooral door de bebaarde “diplomaten” die Leila en Maryam achter elke hoek van het gebouw op zouden kunnen wachten.
Zo trekken Nattiv en Amir Ebrahimi subtiele, maar onmiskenbare parallellen tussen wat er op de mat gebeurt en Leila’s politieke dilemma.