Golda
Doorrookte realpolitik
Golda Meir was de vierde premier van Israël toen Syrië en Egypte het land in 1973 van meerdere kanten binnenvielen. Helen Mirren speelt de vrouw die het land bijna verloor.
Bij het verbeelden van bekende figuren uit het recente verleden worden de grenzen van onze verbeelding meestal laag ingeschat. Freddie Mercury in Bohemian Rhapsody (2018), Churchill in Darkest Hour (2017), Golda Meir in Golda. Loopjes, kuchjes, snorretjes: ze moeten nauwgezet geïmiteerd worden, anders geloven we onze ogen niet. Het is een begrijpelijke reflex van makers en het is misschien ook wel een beetje wat kijkers willen, maar het is een conservatieve, beperkte manier van denken: om iemand te spelen, moet je erop lijken. (Wat een andere kwestie is dan representatie, zoals het gegeven dat een Joodse premier gespeeld wordt door een niet-Joodse acteur.)
Dat kuchjes-en-prothesen-theater is niet het belangrijkste wat misgaat in dit portret van de Israëlische premier Golda Meir tijdens de zogenoemde Jom Kipoer-oorlog in oktober 1973, maar het versterkt het gevoel van stasis: alsof het hele tafereel bewegingloos in de ruimte hangt. Wat nog best knap is in een film over een conflict dat het voortbestaan van de staat Israël zou bepalen, maar het is de makers gelukt.
De Britse acteur Helen Mirren speelt Meir schuifelend en kettingrokend. De film is bijna letterlijk een aaneenschakeling van sigaretten die gerookt worden, waarop de camera helaas ook onophoudelijk de aandacht vestigt. Alsof elke sigaret de historische accuratesse van de film vergroot. Over die geschiedenis: in 1973 besloten Syrië en Egypte op de Israëlische feestdag Jom Kipoer (Grote Verzoendag) het land tegelijk aan te vallen. Het scheelde erg weinig of Israël was veroverd. Meir speelde een sleutelrol in de overwinning. Golda vertelt over die gebeurtenissen in uitgebreide terugblikken, wanneer Meir een jaar later verantwoording over de gebeurtenissen moet afleggen tegenover de Commissie Agranat. Meir en een aantal andere politici aan de top hadden de eerste waarschuwingen een jaar eerder niet serieus genomen, een fout die het land bijna van de kaart veegde.
Die terugblikken zijn redelijk onderhoudend, omdat de militaire situatie voortdurend veranderde en Israël aanvankelijk hevige verliezen leidde. Er is genoeg te melden. Maar op een meer elementair niveau van filmmaken gebeurt er weinig. De dialogen met ministers en generaals zijn soms houterig en worden opgedreund. Defensieminister Moshe Dayan lijkt een bang kind, wat ongetwijfeld een vreemde simplificatie is. De camera beweegt zich van halletjes naar kamertjes naar asbakken. Af en toe sluipt Meir via de achteringang het ziekenhuis binnen om gescand te worden.
Het resultaat is dat de film overal zo’n beetje langs waait. Weet je aan het eind meer van Golda Meir? Nee. Als de makers wilden voorkomen dat ze de mythe van Meir als Israëlische IJzeren Dame zouden vergroten, waarom dan zo aan de buitenkant blijven? Als je een mens of een historische gebeurtenis wilt begrijpen, volstaat het niet om ze te imiteren.