Holy Spider

Moord als roeping en entertainment

Holy Spider

Ali Abbasi maakt van zijn gruwelijke weergave van de moorden van een seriemoordenaar, die op werkelijke gebeurtenissen zijn gebaseerd, bijna slapstick. Holy Spider verandert moord in entertainment en laat de kijker bewust achter in ongemak.

Er bestaat een hardnekkige mythe – geholpen door verbeeldingen van het kat-en-muisspel tussen seriemoordenaars en rechercheurs in films en series – dat seriemoordenaars hyperintelligent zijn. Ze slagen erin keer op keer te doden omdat ze berekenend en rationeel zijn. Misschien zelfs geniaal.

In het gros van de films en series zijn seriemoordenaars hun achtervolgers ‘altijd een paar stappen voor’. Als ze aanwijzingen achterlaten op een plaats delict, is dat niet omdat ze fouten maken maar omdat ze de detectives willen uitdagen. Het is te danken aan hun speciale begaafdheid als moordenaar dat ze niet gepakt worden voor hun daden – en dus niet aan een falend politieapparaat.

De relatief eenvoudige thriller Holy Spider van Ali Abbasi (Gräns, 2018) ondermijnt dit beeld. De seriemoordenaar over wie de film gaat, is niet bijzonder slim. Zijn moorden zijn rommelig: hij wordt herhaaldelijk bijna op heterdaad betrapt en vergeet cruciaal bewijsmateriaal te verbergen. Net als de recente Netflix-serie Dahmer (2022) laat de film zien dat mensen wegkomen met moord omdat de maatschappij zich niet bekommert om de slachtoffers. Tegelijkertijd maakt de film zijn moorden tot entertainment. Dat schuurt.

Vrouwenhaat
Holy Spider is gebaseerd op een echte zaak. Saeed Hanaei vermoordde in ongeveer een jaar tijd zestien sekswerkers in de Iraanse stad Mashhad, om “de straten te zuiveren van immoraliteit”. Abbasi verzon het personage van een vrouwelijke journalist die vastbesloten is de zaak op te lossen en undercover gaat als sekswerker om de moordenaar in de val te lokken – Zar Amir Ebrahimi won voor deze rol de Prijs voor Beste Actrice op het filmfestival van Cannes.

De film laat nadrukkelijk zien hoe de moorden van Hanaei (Mehdi Bajestani) verband houden met religieus geïnspireerde vrouwenhaat. Op die manier beschuldigt Abbasi de Iraanse samenleving van medeplichtigheid aan de moorden – een boodschap die, hoewel de film speelt in 2000 en 2001, uiterst actueel is.

Abbasi gebruikt deze observaties van maatschappelijke misogynie en religieus fundamentalisme als aanloop naar zijn slotbeeld, dat aanvoelt als een mokerslag na de gestileerde misdaadthriller. Hier toont Abbasi een naturalistisch ogende (en misschien zelfs echte) homevideo van een jongetje dat voor de camera naspeelt hoe Hanaei zijn slachtoffers verstikte, met zijn zusje als oefen-slachtoffer.

Amusement
Hoewel het geen nieuwe observatie is, blijft het belangrijk te laten zien hoe we om sommige slachtoffers meer lijken te geven dan om andere, hoe bepaalde levens worden gezien als belangrijker of waardiger dan andere. Maar in Abbasi’s verbeelding van deze moorden op gemarginaliseerde vrouwen komt ook een andere kant van true crime naar boven: de amusementswaarde van geweld en moord.

Bij de première in Cannes barstte het publiek meermaals in lachen uit tijdens de gruwelijke, minutenlange moordscènes. Er is bijvoorbeeld een moment waarin een sekswerker de wurgpoging van Hanaei verwart met ruig voorspel, waardoor de moordscène een zweem van slapstick krijgt.

Er kwam in Cannes een kleine discussie op gang: ging Abbasi te ver in zijn verbeelding? Was dit slechte smaak? Het is waar dat de film ons laat meeleven met Hanaei, de wat klungelige familieman die niet moordt uit plezier maar uit overtuiging en die vaak steekjes laat vallen. Er zijn zeker momenten waarop de film voor zijn ontsnapping lijkt te duimen. Maar de film laat hem er bewust niet mee wegkomen en laat ons zitten met de ongemakkelijke gevoelens die dit oproept.

Zo houdt Holy Spider het publiek vooral een spiegel voor, door te laten zien hoe we voldoening halen uit het zien van moord. Maakt dat de film tot satire? In ieder geval lijkt Holy Spider ook met de vinger naar zichzelf te wijzen. Daarbij laat het einde, waarin de reconstructie van de wurging als spel wordt neergezet, zien wat er misgaat als we moord niet serieus nemen.