SWEENEY TODD

Barbier met vleesmolen

  • Datum 06-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SWEENEY TODD
  • Regie
    Tim Burton
    Te zien vanaf
    01-01-2007
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Tim Burtons sweeney todd, over een kelendoorsnijdende barbier, won twee Golden Globes, een voor beste musical en een voor de mannelijke hoofdrol. Een zingende Johnny Depp is, hoe moeten we het vriendelijk zeggen, iets voor de liefhebber.

the rocky horror picture show bewees dat het vette van de musical het bloed van het horrorgenre niet afstoot. Was de gezongen film vroeger een in suiker gedoopte variant op the sound of music, tegenwoordig zijn er talloze experimenten losgelaten op de musical, van les parapluies de cherbourg, 8 femmes tot dancer in the dark. Tim Burton gooit het nu over een andere, duistere boeg, door de succesvolle Broadwaymusical ‘Sweeney Todd — The demon barber of Fleet Street’ te verfilmen.
Met zijn bebloede zilveren scheermes en gekwelde blik is de barbier Sweeney Todd geen lachebekje. Johnny Depps witgeschminkte gezicht, kronkelend grijze haarlok en donkere wallen moeten dat nog eens benadrukken. Burtons verbeelding van 19e-eews Londen is weer prachtig ‘gloomy’, maar toch wringt er wat. Alhoewel Depp op geen valse noot valt te betrappen, voelen de scènes waarin hij in klagend gezang uitbarst — en dat zijn er nogal wat — ongerijmd aan. Het lijkt wel alsof Burton in de grote valkuil van de verfilmde musical is getrapt: de gezongen tekst wil alles uitleggen, terwijl het beeld stilstaat.

Pasteien
Voor musicalhaters is sweeney todd dan ook een lange zit. Depp en Helena Bonham Carter storten vooral zingend hun leed over ons heen, terwijl de beelden weinig variatie in toonsoort kennen. En hun leed is groot: Sweeney Todd is net ontslagen uit de gevangenis en wil wraak nemen op de rechter die hem onschuldig opsloot. Ondertussen geeft hij zijn klanten een ‘close shave’ door ze met scheerschuim en al de keel door te snijden. Een afstandelijke Bonham Carter speelt Mrs. Lovett, de eigenaresse van een kwakkelende pasteienwinkel die een goede bestemming voor het mensenvlees weet.
De herhaling zit hem niet alleen in de vele zangscènes, maar ook in de mise en scène: het is altijd nacht en de locaties zijn beperkt, wat te verklaren valt uit het toneelmatige origineel. De scènes waarin Todd en Mrs. Lovett even niet in of rond de benauwde kapperszaak zijn, voelen dan ook gelijk als een verademing. Vooral de scène met Sacha Baron Cohen als de ijdele barbier Alfredo Pirelli, die pis als haarwater verkoopt, is hilarisch. Ook de korte scène waarin Sweeney Todd chagrijnig in het felle zonlicht op het strand zit, is heel komisch. Burton heeft ook zijn best gedaan op de knerpende vleesmolen waar de onfortuinlijke kappersklanten in terechtkomen, maar uiteindelijk had de portie pathos wel wat minder gemogen. Er is niets mis met overdrijving — Burtons geweldige sleepy hollow drijft daarop — maar deze keer is de hyperbolische musicalvorm te stijf om de film vleugels te laten krijgen.
Blijft de intrigerende vraag: wat heeft Burton toch met onthoofdingen? Na sleepy hollow rollen er wederom veel koppen over de vloer. Zou Burton daarmee willen zeggen dat we zijn films niet met het hoofd maar met het hart moeten bekijken?

Mariska Graveland