Japón

Harmonieën van kleur, geluid en beweging

  • Datum 01-05-2003
  • Auteur Kevin Toma
  • Thema Filmkrant 244
  • Gerelateerde Films Japón
  • Regie
    Carlos Reygadas
    Te zien vanaf
    28-05-2003
    Land
    Mexico, Spanje, Duitsland, Nederland, 2002
  • Deel dit artikel

Japón: melancholie in het Mexicaanse hoogland

Carlos Reygadas’ indrukwekkende regiedebuut Japón lijkt eerder op een muziekstuk of een gedicht dan op een verhaal. Een film die je dan ook vooral kunt begrijpen door te kijken en te luisteren, en niet door te denken.

De Mexicaanse regisseur Carlos Reygadas begint zijn debuut Japón met een lange blik door de voorruit van een auto, op reis van stad naar platteland, van verkeerstunnels naar mistige bergvlakten. En dat alles zonder direct geluid, met alleen de fluister-tingeltangels van Sjostakovitsj’ vijftiende symfonie als begeleiding. Even later is het Arvo Pärts ‘Miserere’ dat het voorbijtrekkende Mexicaanse hoogland in melancholie onderdompelt, zonder dat zich een expliciete betekenis aandient; zelfs niet wanneer de chauffeur zijn bijrijders tot zwijgen maant omdat hij de muziek niet kan horen.

Hollywood-hater Reygadas geeft met deze scènes een dringend advies aan iedereen die een klaargestoomd verhaal verwacht: ervaar mijn film zoals je het uitzicht ervaart wanneer je in de auto of trein zit met mooie muziek in je oren. Zoals je die muziek hoort met het uitzicht in je ogen. En wees daar tevreden mee.

Net als zijn grote voorbeeld Andrej Tarkovski moet Reygadas niets hebben van de allesoverheersende realistische, literaire traditie in de cinema. Hij gebruikt de camera zoals een componist het klavier, en zijn traag verglijdende beelden zijn eerder melodieën dan symbolen.

Zonsopkomst
Toch zal de neiging naar verklaren bij veel kijkers de kop opsteken, geconditioneerd als ze zijn door de realistische cinema. Aan elke ‘film-componist’ de zware taak zijn publiek terug te voeren naar een ‘directe’ beleving, met films die je in de eerste plaats begrijpt door te kijken en luisteren, en niet door te denken. Japón is zo’n film.

De plot valt in één zin samen te vatten. Een introverte, melancholieke vijftiger wil zelfmoord plegen in zijn geboortestreek in de Mexicaanse bergen, maar wordt gered door de liefde, lust en rust die hij vindt in de relatie met zijn bejaarde hospita Ascen. Een gegeven dat veel vragen oproept. Wie is die man? Waarom wil hij zichzelf van kant maken? En waarom heet de film Japón, terwijl niets en niemand, behalve een enkele zonsopkomst, naar Japan verwijst?

Allemaal niet belangrijk. De titel is slechts een evocatie. De plot dient louter om iets van betekenis te geven aan Reygadas’ tot in de details georkestreerde harmonieën van kleur, geluid, beweging, licht en donker.

Een enkel pretentieus moment daargelaten is Japón bijzonder gevoelsmatig: doof voor het ene geluid, overgevoelig voor het andere, soms 360 graden draaiend, terwijl geen enkel personage zich duizelig voelt. Eigenlijk is Reygadas eerder een dichter dan een componist, zoals hij het moeizame gevrij van de vreemdeling en Ascen associeert met de piepende remmen van vrachtwagens. Of zoals hij hun gesprekken louter met vloeiende camerabewegingen verbeeldt, omdat de dialoog te kwetsbaar is voor een harde schnitt.

Vergeet het waarom en waartoe. Dat doen de personages ook. De naamloze vreemdeling bidt nooit omdat hij geen boodschap heeft aan Christus of het geloof, maar luistert wel naar Bachs ‘Matthäus Passion’. Alsof Sjostakovistj’ vijftiende symfonie een akoestisch aphrodisium is, laat hij het stuk aan Ascen horen om haar bij zich in bed te krijgen. En Ascen op haar beurt vertelt van haar neef in de gevangenis, die herhaaldelijk masturbeerde bij zijn portret van Maria. Wie weet toonde de Heilige Maagd hem daadwerkelijk haar borsten, en niet haar onbevlekte hart.