Sputum
Organisch en toch onnatuurlijk
Dan Geesins minimalistische lowbudget-scifi biedt met zijn dystopische toekomstvisoen inhoudelijk weinig nieuws, maar weet met een eigenzinnige vorm alsnog te intrigeren.
‘What doesn’t kill you, makes you stronger’, luidt het gezegde. Maar in Sputum klinkt het omgekeerde: ‘What kills you, makes me stronger.’
Zo wordt er wel meer op zijn kop gezet in Dan Geesins fantasierijke scifi. In de wonderlijke dystopie van de film is spuug de meest gewilde grondstof. Als het tenminste gaat om pheno odds, het speeksel van mensen die resistent zijn voor de Bloom, een giftige schimmelwolk die al het menselijk leven bedreigt.
Pheno odds komen alleen voor onder de Bakelites, die in de strikt gesegregeerde maatschappij van Sputum onderdrukt worden door de Antiques. Wat dat betreft lijkt de film dan weer wél op de verdeelde maatschappijen van vele eerdere scifi-visioenen. De reductio ad absurdum van de echte wereld blijkt dan ook helaas altijd weer actueel. Net als in vele voorgangers stuurt de plot hier aan op een revolutie, doordat twee jonge mensen uit die verschillende kampen voor elkaar vallen: pheno odd Jimin Blyth (Yannick Jozefzoon) wordt als verzetsheld bijgestaan door elitedochter Kalta Crux (Jade Olieberg).
De Nederlands-Britse muzikant, filmmaker en beeldend kunstenaar Dan Geesin, in 2011 winnaar van een Gouden Kalf voor zijn korte film Elephant’s Feet, treedt met zijn eerste lange film duidelijk in de voetsporen van illustere voorgangers. Sputum doet met zijn eigenzinnige taalgebruik denken aan films als A Clockwork Orange (1972), met zijn world-building aan werken als Dune (2021) en met zijn groezelige toekomstvisioen aan de scifi van Terry Gilliam (Brazil, 1985; 12 Monkeys, 1995; The Zero Theorem, 2013). Maar dan met een fractie van het budget van dat soort groots opgezette films.
Dat Geesin elke stuiver moest omkeren, spat van het scherm in Sputum, en dat is niet per se een minpunt. Het onopgesmukt gebruik van Amsterdamse School-architectuur en industriële locaties, en de minimalistische aanpak in het kostuumontwerp, zijn bijvoorbeeld juist een kracht. In de beeldvoering zet Geesin de beperkingen extra naar zijn hand met een opvallende stijl, die aanvoelt alsof de hele film in het donker is gedraaid waarbij een zoeklicht alleen het essentiële verlicht.
Maar wie Geesins staat van dienst kent, zal het niet verbazen dat de grootste kracht van Sputum schuilt in het geluid. Hij is in de filmwereld immers vooral bekend als componist en geluidsontwerper, onder meer voor de films van zijn partner Esther Rots (Kan door huid heen, 2009; Retrospekt, 2018). Die is op haar beurt producent en editor van Sputum. Zijn geluidsontwerp voor Sputum voelt als een paradox: tegelijk organisch en onnatuurlijk. Precies de juiste intrigerende bedding voor Geesins wondere wereld.