Son-Mother
Wreed dilemma
In het aangrijpende Son-Mother stelt de Iraanse patriarchale traditie een weduwe voor een hartverscheurende keuze: wegkwijnen in armoede of hertrouwen met achterlating van haar twaalfjarige zoon.
Traditie is een gebruik of gewoonte die van generatie op generatie wordt doorgegeven met als doel het in stand houden van de maatschappelijke stabiliteit. Aldus het woordenboek. Fijn die stabiliteit, maar niet als hij gebaseerd is op ongelijkheid. Zoals in Mahnaz Mohammadi’s moedige speelfilmdebuut Son-Mother, dat de ondergeschikte positie van vrouwen in het patriarchale Iran aanklaagt. Dertiger Leila is een weduwe, die als moeder van een tweejarig dochtertje en een twaalfjarige zoon nauwelijks tijd heeft om adem te halen. Met haar werk in een fabriek verdient ze net genoeg om met haar kinderen te overleven. Haar wankele bestaan stort in als zij haar baan verliest. Hoe te overleven als alleenstaande moeder met kinderen in een patriarchale maatschappij? Ingaan op het voorstel van een buschauffeur, een weduwenaar met een dochter, om met hem te trouwen, ook al is ze niet verliefd op hem?
Leila voelt er niets voor en lacht om de traditionele wijsheid van haar buurvrouw dat schoenen beter af zijn als paar dan als enkelingen. Maar Leila komt er snel achter dat als alleenstaande vrouw en moeder overleven in Iran vrijwel onmogelijk is. Als haar dochtertje ziek wordt en er geld nodig is voor dure medicijnen gaat ze noodgedwongen in op het huwelijksvoorstel van de buschauffeur. Die één voorwaarde stelt: Leila’s zoon kan niet bij hen wonen als ze getrouwd zijn, omdat hij een puberdochter heeft. Het onder één dak laten wonen van haar puberzoon en zijn dochter druist in tegen de traditionele zeden. Het zal maar leiden tot geroddel en praatjes. Het stelt Leila voor een hartverscheurende keuze.
Son-Mother valt uiteen in twee helften. In de eerste kijken we vanuit het perspectief van Leila naar haar steeds benardere situatie en het haar opgedrongen wrede dilemma. Scenarist Mohammad Rasoulof, die we kennen als maker van een reeks kritische films over Iran, waaronder Manuscripts Don’t Burn en There Is No Evil, draait de duimschroeven langzaam aan tot Leila geen kant meer op kan. Ze heeft niet alleen financiële zorgen, maar is ook slachtoffer van misogyn geroddel in haar omgeving, waarin een vrouw alleen snel het stempel hoer krijgt.
In de tweede helft kijken we door de ogen van Leila’s zoon naar de situatie. Hij is het kind van de rekening, de collateral damage van naargeestige, bekrompen opvattingen over vrouwen en mannen, huwelijk en gezin. In Iran moet je liegen, zegt iemand in de film. De hypocrisie regeert. De blik van de jongen aan het einde van het drama snijdt door de ziel.