Skate Kitchen
Meanderen tussen intimiteit en geouwehoer
De eerste speelfilm van documentairemaakster Crystal Moselle overtuigt door de levendige schildering van een groepje vrouwelijke skateboarders, die de straten van Manhattan onveilig maken.
Pictures or it didn’t happen. Die internetwijsheid zit diep ingebakken in de skaterscultuur. Na urenlang klooien en oefenen in tunnels, op bruggen en in speeltuintjes moeten de verworven skills natuurlijk wel worden vereeuwigd. Een beetje skaterscrew heeft tenminste een lid dat zich bezig houdt met het vastleggen van een perfect uitgevoerde kickflip, ollie, wallride of grind. Ook de meiden van het New Yorkse skateboardkliekje Skate Kitchen hebben een filmer aan boord, die niet alleen trucjes in beeld brengt, maar ook de tussen intimiteit en geouwehoer meanderende gesprekken vastlegt.
Deze jonge mensen weten dat ze voortdurend gefilmd (kunnen) worden en dat levert een wonderlijke mix van poseergedrag, branie én spontaniteit op. Dat komt vooral tot uiting in de scènes waarin we de crew door de drukke straten van Lower Manhattan zien zoeven. Stadsbussen omzeilend, meeliftend achter auto’s en af een toe een wandelaar opzij drukkend, steeds maar in beweging blijvend zijn de meiden vooral maar bezig met elkaar en met hun boards. Regisseuse Crystal Moselle, die zich eerder onderscheidde met de documentaire The Wolfpack, benadrukt de autonomie van het clubje met een vloeiende fly-on-the-wall-stijl.
De kijker wordt in het subcultuurtje ingevoerd via de achttienjarige Camille (Rachelle Vinberg), die vanuit een suffe buitenwijk op Long Island naar Manhattan forenst om te gaan hangen met de door haar bewonderde skatersclub. Ze komt door de ballotage, waarna de uit een gebroken gezin afkomstige latina zich de aandacht van haar nieuwe surrogaatfamilie gewillig laat aanleunen. Dat er grenzen zijn aan haar nieuw gevonden vrijheid blijkt wanneer ze vrienden wordt met een jongen die lid is van de mannelijke skatersgroep, die voortdurend de confrontatie zoekt met Skate Kitchen. De loyaliteit wordt op proef gesteld als blijkt dat de fotograferende jongeman Devon (Jaden Smith) een pijnlijk afgebroken relatie had met een van Camille’s nieuwe vriendinnen. Dat ze verdacht wordt van sex met een ex is echter nog niks vergeleken met de woede die ze uitlokt door met Devon en zijn crew te gaan skaten.
Alle hokjes van een coming-of-age-drama worden keurig afgevinkt, maar het drama van Camille blijft toch een beetje op de vlakte. Hetzelfde geldt voor de schildering van het vriendengroepje rond Devon. Er worden drugs gebruikt en er worden stoere praatjes uitgekraamd over bitches en pussy. Maar vergeleken bij rauwe jongerenportretten als Kids (Larry Clark, 1995) of Bande de filles (Céline Sciamma, 2014) blijft het toch een beetje tam. Dat maakt het wereldje van Skate Kitchen dan weer wel geschikt voor een televisie-spinoff: de serie Betty die vanaf deze maand te zien is op HBO.