Microbe et Gasoil

Michel Gondry in het klein

De DIY-zomervakantie van twee Franse tiener­vriendjes is typisch Michel Gondry, maar dan in miniatuurvorm. Hoewel formeel minder ambitieus dan zijn voorgangers evenaart Microbe et Gasoil toch het betere werk van de regisseur van Eternal Sunshine of the Spotless Mind.

De een heet ‘Microbe’ omdat hij vroeger de kleinste van de klas was, de ander ‘Gasoil’ omdat hij voor school moet klussen aan de auto van zijn vader en naar benzine ruikt. Deze buitenbeentjes (met aandoenlijk tienerongemak vertolkt door Ange Dargent en Théophile Baquet) van een middelbare school in Versailles zijn uitersten op het stoerheidsspectrum. Juist daarom trekken ze met elkaar op. Als een soort lovers on the run ontvluchten de onbegrepen tieners aan het begin van de zomervakantie hun bekrompen geboorteplaats met een zelfgemaakt huisje op wielen. Een haperende DIY-reis op weg naar volwassenheid.

Dat tochtje in een zelfklusauto past prima in het oeuvre van Michel Gondry. De films van de ook uit Versailles afkomstige regisseur kenmerken zich door een enthousiast DIY-ethos en creatieve droomlogica. The Science of Sleep (2006), waarin een hopeloos verliefde man zijn dromen opnieuw in elkaar knutselt, is Gondry ten voeten uit: wat niet meer is kan gemaakt worden. In Be Kind Rewind (2008) steekt Gondry zelf de draak met dat concept. Daarin worden alle videobanden van een videotheek gewist. De werknemers (gespeeld door Mos Def/Yasiin Bey en Jack Black) redden de zaak door hun interpretatie van de gewiste films over de tapes op te nemen.

Dromen, films, herinneringen. Ze zijn allemaal maakbaar, wisbaar en vervangbaar in het universum van Gondry. Het Oscarwinnende Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004) is de meest intense verbeelding daarvan. Dat komt vooral door het intieme spel van Jim Carrey en Kate Winslet. Zij brengen de nodige menselijkheid naar het bizarre verhaal over een man die zijn ex uit zijn geheugen laat wissen.

In de fantastische films van Gondry wil nou net die menselijkheid weleens ontbreken, zo verknocht is Gondry aan zijn weliswaar slim gevonden, maar daardoor soms erg geconstrueerde concepten. Om die reden wou Mood Indigo (2013) nooit opstijgen. Zijn geanimeerde documentaire uit hetzelfde jaar Is the Man Who Is Tall Happy? was bijna niet meer dan mentale gymnastiek: een interview met taalkundige en filosoof Noam Chomsky. In Microbe et Gasoil schroeft Gondry die intellectuele ambities terug en dat brengt hem weer bij zijn betere films. Hoewel minder groots van opzet dan zijn voorgangers doet de minidroomvakantie van Microbe en Gasoil eer aan het oeuvre van een regisseur die de meest waanzinnige dromen toch al lang in elkaar heeft geknutseld.