MARY REILLY
Driehoeksverhouding met z'n tweeën
Nog voordat iemand de film had gezien, was Mary Reilly al veroordeeld door de internationale filmpers. Een uitgestelde première wekt wantrouwen. Onenigheid over het einde van de film leidde tot een jaar vertraging. Al dat geschipper, daar kon onmogelijk nog iets goed uit voortkomen, zo redeneerde men. Des te groter is de verrassing: Mary Reilly blijkt een wonderschone film. Stephen Frears maakte de meest gewaagde horrorfilm sinds jaren.
Zelf lijkt Frears allerminst overtuigd van zijn film. Bij de première van Mary Reilly, vorige maand op het Filmfestival Berlijn, was niet bepaald sprake van een trotse presentatie. Hoofdrolspeelster Julia Roberts probeerde er nog wat van te maken, maar Frears hulde zich in nukkige nietszeggendheid. Dat hij zijn conflict met de studio liever verzwijgt valt te begrijpen, maar ook op vragen over zijn artistieke keuzes weigerde de Britse regisseur in te gaan. Het leek alsof hij de moeizaam tot stand gekomen film zo snel mogelijk achter zich wilde laten.
Alleen toen iemand hem vroeg waarom hij geïnteresseerd was in een verhaal dat al zo vaak is verfilmd, reageerde Frears fel. Hoezo, vaak verfilmd? En inderdaad, het verhaal van de huishoudster Mary Reilly is nog nooit verfilmd. Het ging altijd om haar werkgever(s), Dr. Jekyll en Mr. Hyde. In het klassieke griezelverhaal ‘The strange case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde’ van Robert Louis Stevenson uit 1886 komt Mary nauwelijks voor. Zij kreeg pas haar plaats in de roman van Valerie Martin en vervolgens in het scenario van Christopher Hampton. "I don’t tell the Jekyll and Hyde story", aldus een geïrriteerde Frears.
Onschuldige vrouw
Dat is betrekkelijk. Het gegeven van de gerespecteerde dokter — Jekyll — die dankzij een medicijn de duistere kant van zijn persoonlijkheid — Hyde — naar boven kan laten komen en daar in toenemende mate door wordt beheerst, staat wel degelijk centraal in Mary Reilly. Nieuw is echter het perspectief van de huishoudster, die een nauwe band met de beide mannen ontwikkelt. De tragiek van de dubbele persoonlijkheid wordt bezien vanuit een onschuldige vrouw met een gruwelijk verleden, die zich zowel tot de beschaafde beschermer als de gevaarlijke minnaar voelt aangetrokken.
De gecompliceerde driehoeksverhouding is gedoemd te mislukken. Genegenheid en medelijden zijn fataal voor Jekyll en Hyde. Mary is de katalysator van hun lot: omdat Jekyll zijn liefde voor haar niet kan uiten neemt Hyde de overhand, om haar tegen Hyde te beschermen neemt Jekyll de ultieme beslissing. Zo krijgt Frears zijn gelijk: zijn versie van Jekyll en Hyde biedt meer dan het cliché van goed en kwaad in één persoon. Dankzij de toevoeging van Mary ontstaat een web van emoties, dat voor meerdere interpretaties vatbaar is.
Alles draait om de wisselwerking tussen Mary enerzijds, Jekyll en Hyde anderzijds. Alle andere personages zijn bijzaak, zelfs de kwaaie hoerenmadam van Glenn Close. Daarom is het zo jammer dat Mary wordt vertolkt door Julia Roberts, een beperkte actrice die hier teveel doet denken aan de kwijnverschijning van Mia Farrow en niet verder komt dan eenduidig slachtofferschap. De gevaarlijke dubbelzinnigheid van John Malkovich als haar tegenspeler maakt veel goed, maar een actrice met meer uitstraling in de titelrol had Mary meer recht kunnen doen. De rol is interessanter dan de vertolking, Roberts is de zwakke schakel in een sterke film.
Tijdloze metafoor
Eenvoud is de kracht van Mary Reilly. Wie zich bezighoudt met transformaties en een beetje geld mag besteden, komt al snel in de verleiding om een flink beroep te doen op grime en special effects, getuige recente voorbeelden als Bram Stoker’s Dracula (Coppola), Frankenstein (Branagh) en Wolf (Nichols). Frears gaat juist de andere kant op: hij doet afstand van alle franje en beperkt zich tot één bescheiden effect in de finale. Zijn klassieke monster heeft menselijke maten: geen gedateerde kermisattractie, maar een tijdloze metafoor. Het maakt zijn film psychologisch veel interessanter dan veel van zijn uitbundige collega’s.
Gewaagd is het wel, deze minimalistische aanpak. Het meest opvallend is de duisternis: dag en nacht lopen naadloos in elkaar over, zonlicht is er nauwelijks. Zo donker is Mary Reilly, dat uitbreng op video een zinloze onderneming lijkt. Het in de studio nagebouwde laat 19e-eeuwse Edinburgh bestaat uit zwarte gevels, in het sombere herenhuis brandt amper licht. Het anatomisch theater en laboratorium met hangende kettingen blijven vaag, zij zijn de mysterieuze thuishaven van het kwaad. Cameraman Philippe Rousselot, eerder verantwoordelijk voor Interview with the vampire en La reine Margot, balanceert op de grens van het mogelijke.
Minimaal is ook de handeling. Het enige dat Frears laat zien is herhaling van onschuldige gebeurtenissen: Mary krijgt een berisping van de huismeester, Mary brengt een kopje thee naar haar werkgever. Als er al iets gruwelijks gebeurt, gebeurt dat buiten beeld. De dreiging is afstandelijk en indirect, de montage ontbeert elk effectbejag. Spannend kan men de film nauwelijks noemen, eerder intrigerend. Ook hier is weer gekozen voor lading in plaats van effect, voor intelligentie in plaats van brute kracht.
Geen special effects, geen zonlicht, geen handeling, geen spanning, en zelfs geen seks; het moge duidelijk zijn waarom de Amerikaanse studio zijn twijfels had over Mary Reilly. Frears en zijn team, waarvan de sleutelfiguren elkaar kennen van Dangerous liaisons, hebben een anti-Hollywood film gemaakt met Hollywoodmiddelen. Rijk zal hij er niet van worden, maar artistiek gezien is Mary Reilly Frears’ meest geslaagde film sinds Dangerous liaisons. Ook al kan Julia Roberts niet acteren en ook al denkt hij er zelf misschien anders over.
Mark Duursma