L’été dernier

Burgerlijke hypocrisie

L’été dernier

L’été dernier is een remake van Queen of Hearts, de Deense seksthriller over een relatie tussen een vrouw en haar minderjarige stiefzoon. Frans filmmaker Catherine Breillat lijkt vooral aangetrokken tot de controverse, maar haar film is sterker als een aanval van binnenuit op burgerlijke hypocrisie.

Anne (Léa Drucker) woont in een prachtig huis met haar oudere man Pierre (Olivier Rabourdin) en haar twee jonge kinderen. In bed met Pierre – gezet, kalend – ergens in het begin van de film vertelt Anne over haar onbedwingbare aantrekkingskracht tot oudere mannen. Ze houdt van een slappe huid, ze houdt van rimpels, zegt ze. Zelfs toen ze nog jong was. En toch, als Pierre vervolgens overgaat tot seks met haar, lijkt ze er helemaal niet van te genieten: haar gezicht is stoïcijns, ze beweegt nauwelijks. Hoe anders is dit als ze even later het bed in duikt met zijn zeventienjarige zoon Theo (Samuel Kircher): Breillat focust volledig op haar gezicht, nu extatisch van genot.

Als film over de controversiële relatie tussen een vrouw van middelbare leeftijd en haar minderjarige stiefzoon is L’été dernier, een remake van de controversiële Deense seksthriller Queen of Hearts (2019), niet bijster interessant. Vooral het shockerende effect van hun relatie lijkt het punt. In de versie van Catherine Breillat, die bekendstaat om haar taboedoorbrekende films, wordt dit dik aangezet door de jongensachtigheid van Theo: Kircher was tijdens de productie van de film zelf ook zeventien – een bewuste keuze.

Tegelijkertijd worden de grootste moreel-juridische kwesties zorgvuldig omzeild door het scenario: de grens van seksuele meerderjarigheid ligt in Frankrijk op vijftien jaar, Theo is niet Anne’s biologische zoon, ze heeft nog nooit eerder met hem in een huis gewoond, ze kent hem eigenlijk amper en Theo initieert hun contact. Pas als je L’été dernier ziet als een kritisch portret van een hypocriete vrouw wordt de film spannend.

Als bourgeois advocaat is Anne het toonbeeld van zelfbeheersing. Anne is gespecialiseerd in zaken van misbruikte kinderen. Juist zij zou beter moeten weten. Ze stelt zich niet beschermend op, maar lijkt te genieten van de invloed die ze heeft. In de eerste scène spreekt ze, weinig empathisch, in op haar jonge cliënt, die verkracht is. Ze coacht haar over wat ze moet zeggen en hoe ze zich moet gedragen. Haar stiefzoon coacht ze op zijn beurt op seksueel vlak.

Er sluimert van alles in Anne, die popelt om uit haar verstikkende bubbel te ontsnappen. Ze is als kind seksueel misbruikt, leren we al snel via suggesties – ze praat er niet echt over. Haar verleden borrelt onder het oppervlak en zet haar aan tot het maken van stuitende keuzes. Haar dubbelhartigheid komt nooit direct naar voren. Je zou haar gedrag kunnen uitleggen als een intense verliefdheid – en dat zou een half-bevredigende verklaring kunnen geven voor haar handelen, althans in het eerste deel van de film – maar er speelt meer mee. Zo is L’été dernier niet alleen een taboedoorbrekende film, maar ook een treffend portret van hypocrisie.