Krazy House
Apocalyptcom
In Krazy House laten regisseurs Steffen & Flip hun bloederige nihilisme los op een typische Amerikaanse sitcomfamilie.
Met de evolutie van series richting meer gewaagde en cinematografische vormen, verdween de klassieke sitcom steeds meer naar de achtergrond. In dit tijdperk van ‘Peak TV’ fungeert de sitcom hooguit nog als venster naar een andere werkelijkheid, waarbij de ingebakken façades en voorspelbaarheden van het genre nuttig konden worden uitgekleed.
In WandaVision (2021) gebruikt superheld Wanda de veilige sitcomwereld bijvoorbeeld om haar trauma’s te verbergen en ontkennen, terwijl de tragikomische serie Kevin Can F*** Himself (2021-22) inzoomde op de aardse beleving van een clichématige sitcomvrouw.
Kortom: er valt inventief om te springen met de wetmatigheden en regels van het sitcomgenre. Dat maakte Krazy House, de vijfde speelfilm van regieduo Steffen Haars en Flip van der Kuil, op voorhand razend interessant. De New Kids-regisseurs, die opgroeiden met de Amerikaanse sitcoms van de jaren tachtig en negentig, zetten die kennis in hun eerste Engelstalige film in voor een heel nieuw genre: de ‘apocalyptcom’, waarbij de veilige façade van een typisch jarennegentig-sitcomgezin aan stukken wordt gescheurd door de komst van drie Russische klusjesmannen. Tot ziens veilige sitcomfaçade, hallo genre-apocalyps.
De eerste twintig minuten van Krazy House drijven volledig op klassieke sitcomconventies en de bekende archetypen: de domme, christelijke huisvader (Nick Frost); de (in eerste instantie) wijze moederfiguur (Alicia Silverstone); de twee opstandige puberkinderen (Gaite Jansen en Walt Klink). En dan zijn er de Married with Children-achtige set, de ingeblikte lachsalvo’s, de huishoudelijke ongelukjes, het overdreven acteren. Heel even lijkt het alsof Krazy House een echt bestaande nineties-sitcom was.
Maar Steffen & Flip zouden Steffen & Flip niet zijn als ze de boel niet razendsnel zouden ontregelen, met de komst van de klusjesmannen (Jan Bijvoet, Chris Peters en Matti Stoker). Met de Russische invasie wordt het sitcomkader langzaam losgelaten en wordt Krazy House een bloederige, groteske komedie, waarbij het regieduo vooral zoveel mogelijk provocaties tegen de muur smijt. Bij de Nederlandse première op IFFR (kort na een wereldpremière op Sundance) gaf Haars niet voor niets aan dat hij verwacht dat de beoordelingen twee kanten op gaan: één ster of vijf sterren. Het veilige midden is nu eenmaal niets voor hen.
Ergens in Krazy House zit een goede metafilm verstopt over het sitcomgenre, over religieuze hypocrisie of over het ophouden van de schone gezinsschijn, maar Steffen & Flip doen er al met al weinig boeiends mee. Liever laten ze nog een hoofd exploderen of proberen ze nog maar eens een antireligieuze aardschok te veroorzaken. Het is best vermakelijk, maar ook vaak provocatie zonder doel. Los van een geestig slot wordt de gecultiveerde onvoorspelbaarheid richting het einde zo steeds voorspelbaarder. Ook hier blijkt de wereld achter de sitcomfaçade uiteindelijk nét iets te hol.