Me and You and Everyone We Know
Vreemde vogels
Me and You and Everyone We Know voorziet grootsteedse worstelingen van een twinkelend, gouden randje. “Leef met fantasie, moed en gratie”, is het motto.
Het onthechte Los Angeles dat oprijst uit de debuutfilm van de Amerikaanse kunstenares Miranda July herinnert aan de droevig stemmende oorden van eerdere critici van het verloren land Amerika, regisseurs Todd Solondz of Larry Clark.
July’s film is gevuld met diezelfde eenzame en contactgestoorde zielen: sommigen zijn zo gewend geraakt aan de indirecte communicatie van internet en mobieltjes dat zij ieder echt lichaam liever uit de weg gaan. Anderen maken in hun behoefte om gehoord en gezien te worden juist heel idiote sprongen.
Zo begint de film met de in scheiding liggende schoenenverkoper Richard die op de dag dat zijn vrouw en hij hun spullen verdelen, zijn hand in brand steekt voor de ogen van zijn zoons. “De jongens moeten toch begrijpen dat er wel iets geweest is.” Hij had er alleen niet helemaal bij stil gestaan dat aanstekervloeistof, anders dan alcohol, wél doorbrandt. En hij is verbaasd als zijn zwijgzame zoons vanaf dat moment nog meer op hun hoede zijn ten aanzien van die vreemde vader.
Aan de andere kant van dit spectrum staat de hautaine galeriehoudster Nancy, aan wie de videokunstenares Christine een zichttape aanbiedt. Nancy vertelt haar dat ze die maar beter op de post kan doen, naar hetzelfde adres, anders raakt de tape maar zoek. En er is Richards collega-verkoper Andrew die met grote flappen papier op zijn woonkamerraam zijn seksuele fantasieën uit de doeken doet aan twee nieuwsgierige tienermeisjes, maar die op het moment dat het tweetal echt voor zijn deur staat, onmiddellijk achter de bank duikt.
Lantaarnpaal
Deze figuren kennen we al wel uit andere Amerikaanse films, maar Miranda July laat ze nu eens niet in hun contactgestoordheid naar binnen vastdraaien. Haar film is geen sombere weerslag van doorgeschoten individualisering, eerder is het een ode aan creativiteit en fantasie, misschien wel de andere kant van dezelfde medaille.
Hoop schuilt in het artistieke oog waar ieder van haar personages blijk van geeft. Of het nu gaat om het zevenjarig zoontje van Richard dat meent dat getik met een muntje op een lantaarnpaal de zon doet opgaan, of Andrew, die zijn seksuele fantasieën op aandoenlijke wijze prijsgeeft op papier (maar ze wijselijk niet in praktijk brengt).
Maar het meest is artisticiteit de drijfveer van Christine, gespeeld door Miranda July zelf. Christine is videokunstenares. Ze is eenzaam, fragiel, timide, met hetzelfde lijzige Amerikaans accent dat iedereen in deze film van een vreemde, wat langzamere planeet laat zijn. Maar Christine is ook doortastend en ze maakt kunst van al haar ervaringen. Zo verwerkt ze haar ontmoeting met de galeriehoudster die haar zegt dat ze haar tape op de post moet gelijk in de video die ze naar haar opstuurt.
Christine laat in het warenhuis haar ogen vallen op Richard, de gescheiden schoenenverkoper, en ieder absurd gesprek tussen deze twee voorzichtig vreemde vogels is een theatervoorstelling op zichzelf. Het is de gedroomde ontmoeting tussen verwante zielen. Alleen al om die aandoenlijke romance mag je Me and You and Everyone We Know niet missen. En om de rijkheid van de verbeelding van deze regisseuse die de grootsteedse worstelingen voorziet van een twinkelend, gouden randje. “Leef met fantasie, moed en gratie”, luidt het motto van Christine/July. Haar film laat zien hoe dat moet.