Infinity Pool
Zelfs de doodstraf is af te kopen

Brandon Cronenberg betoont zich opnieuw een scherpzinnig satiricus in de bloederige thriller Infinity Pool, over westerse toeristen die op vakantie in een derdewereldland wegkomen met gruwelijkheden.
De appel valt niet ver van de boom. Filmmaker Brandon Cronenberg is onmiskenbaar schatplichtig aan zijn vader David. Dat is bijvoorbeeld te zien in Possessor (2020), een dystopische thriller waarin Cronenberg junior in navolging van zijn vader een geprononceerde vorm van groteske maatschappijkritiek bedrijft. Die film is onder meer een bespiegeling op de integriteit van het menselijk lichaam.
Brandon Cronenbergs nieuwste film Infinity Pool is – in zeer positieve zin – van hetzelfde laken een pak. De Canadees bezigt opnieuw bloedserieuze satire, met een verhaal over hedendaagse gefortuneerde kolonisten die overal mee weg lijken te komen.
Alexander Skarsgård speelt James Foster, een auteur met een writer’s block. Foster heeft al zes jaar geen roman uitgebracht. Gelukkig kan hij in financiële zin rekenen op de steun van zijn echtgenote Em (Cleopatra Coleman). Het echtpaar is op vakantie in een strandresort in Li Tolqa – een fictionele kruising tussen Mexico en Polen, gefilmd in Kroatië. Daar ontmoeten ze Gabi Bauer (Mia Goth) en haar man Alban (Jalil Lespert). De Bauers blijken al snel onvervalste libertijnen. Ze zijn in het land om onbegrensd plezier te beleven, ook als dat ten koste gaat van de lokale bevolking.
Dat het in de eerste akte al tot een transgressie komt, is geen verrassing. In beschonken toestand rijdt Foster na een avondje stappen een voorbijganger dood. Terwijl de romancier geschrokken reageert, zet Goths personage hem terecht: het lijk moet verdwijnen. De westerlingen zijn immers op vakantie “in een allesbehalve beschaafd land, waar een hegemonie van bruutheid en vuilheid overheerst”. Toch wordt Foster gearresteerd. Hij krijgt de doodstraf. Maar er is een uitweg: tegen een forse betaling kan hij zichzelf laten klonen. Zijn kloon zal dan worden geëxecuteerd.
Daar hoeft de romanschrijver niet lang over na te denken, en zo is hij min of meer getuige van zijn eigen dood. De kloon is zelfs overtuigd van zijn schuld. Dat is een ironische gewaarwording, omdat het de personages in Infinity Pool ontbeert aan scrupules. Ze zien de wereld als hun speelbal. Ze zijn klassieke kolonisten, die als ze tegen de lamp lopen hun zonden afbetalen met een aflaat. Want natuurlijk vormt de aanrijding een opmaat naar meer ingrijpende gruwelijkheden. Cronenberg weet net als zijn vader maar al te goed waar de mens toe in staat is.
Grappig genoeg schreef een criticus dat Infinity Pool een matige film is, omdat er onder de oppervlakte niets meer dan leegte valt te ontwaren. Maar is dat niet juist het punt? Het nihilisme dat de Cronenbergs ventileren is steevast een pleidooi voor meer medemenselijkheid in de samenleving. Die boodschap ligt er ook in Infinity Pool weer dik op – en terecht. Sowieso zijn vader en zoon niet per se van de subtiliteit. Dat betekent in Cronenbergs nieuwste film ook dat er ruimte is voor de acteurs om te schmieren: Goth zet – net als in haar horrorfilms met Ti West, zie X (2022) – een heerlijk manisch personage neer; Skarsgård speelt vol overgave een narcistische getormenteerde ziel.
Cronenberg toont de dialogen tussen de twee acteurs veelal in beklemmende asymmetrische close-ups. Alsof de personages gevangen zitten in de verhaalwereld; alsof hun lot al vaststaat. Dat laatste is in zekere zin natuurlijk ook gewoon een natuurwet: wie in het rijke westen wordt geboren raakt al snel gewend aan de privileges die daarmee gepaard gaan. Infinity Pool vormt qua thematiek een perfecte double bill met Albert Serra’s Pacifiction (2022), een satire die net als Cronenbergs film zijn vraagtekens zet bij het (post)kolonialisme.
Infinity Pool is op dit moment te zien in een handvol Nederlandse bioscopen, en is sinds 27 september beschikbaar op Pathé Thuis (VoD).